...

Dat kan afgeleid worden uit het antwoord dat minister van sociale zaken en volksgezondheid Frank Vandenbroucke gaf op een interpellatie van Robby De Caluwé (Open VLD) in de Kamercommissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen.De belangrijkste opdracht van de colleges van geneesheren is te waken over de kwaliteit van zorg in de diensten van hun specialisme.Robby De Caluwé zoomde in op het College van Cardiologie. Hij wees op de cruciale rol ervan om het beleid inzake cardiovasculaire gezondheid vorm te geven. "Dat vergt wel een ondersteuning van de administratie en van de FOD Volksgezondheid," voegde het liberale Kamerlid eraan toe. De Caluwé vroeg zich af of het cardiocollege vernieuwd was en hoe het kwam dat er een achterstand was in de jaarrapporten. "Brengt het College opnieuw een jaarrapport uit per discipline in 2022 en de volgende jaren?", vroeg hij Vandenbroucke.De minister herinnerde eraan dat de colleges opgericht werden bij Koninklijk Besluit van 15 februari 1999. "Ze vulden hun taken in de loop van de tijd tamelijk uiteenlopend in," zei Vandenbroucke. Hij benadrukte de impact van een aantal evoluties op de werking in de jongste kwart eeuw. "Ik verwijs naar de zesde staatshervorming en de evolutie in de bevoegdheidsverdeling met betrekking tot de zorgkwaliteit. Daarnaast zijn er ook nog een aantal bepalingen in de wet houdende de kwaliteit van de gezondheidszorg uit 2019."Met andere woorden, de zin van de Colleges staat ter discussie. "De samenstelling van het College van Cardiologie werd niet vernieuwd," lichtte Vandenbroucke toe. "Het College moet zich grondig bezinning over zijn rol, ook in verhouding tot de wetenschappelijke verenigingen. Samen moeten ze zo goed mogelijk komen aan de ambities zoals we die vandaag definiëren inzake kwaliteit van de zorg," besloot hij.