...

Een hele rits organisaties (zie het lijstje hiernaast) ondersteunt de enquête naar af hankelijkheid en burn-out van Artsenkrant en de Apotheker. Haast vanzelfsprekend doet ook het Vlaams Expertisecentrum alcohol en andere drugs (VAD) dit. Het VAD is inzake preventie een partnerorganisatie van de Vlaamse overheid. Men beoogt vooral preventiemethodieken te ontwikkelen om gezondheidsschade door alcohol- en ander druggebruik te voorkomen of te verminderen. Katleen Peleman en Marie-Claire Lambrechts van het VAD wijzen op het belang van de peiling. "Ze kan waardevolle informatie opleveren over het gebruik van alcohol, drugs en psychofarmaca bij artsen en apothekers en dat is om verschillende redenen interessant en relevant." Uit eerder onderzoek van Artsenkrant bij medisch specialisten bleek dat alcohol breed geïntegreerd is in de leefstijl van artsen. Een behoorlijk aantal (18%) stelt risicovol alcoholgebruik (1).Daarnaast zijn er de resultaten van de recentste gezondheidsenquête (2018). "Bijna 16% van de hooggeschoolden drinkt meer dan de voorgeschreven gezondheidsnorm van tien standaardglazen per week", aldus Peleman en Lambrechts. "De kennis over de impact van alcoholgebruik bij artsen ligt allicht hoger dan bij het brede publiek. Kennis is evenwel maar één factor die een rol speelt bij gedrag." Het Vlaams expertisecentrum hoopt dat de bevraging nieuwe inzichten brengt voor de gezondheid en het welzijn van artsen en apothekers. Peleman en Lambrechts: "De hoge werkdruk en de competitieve omgeving kunnen ertoe leiden dat artsen en apothekers naar alcohol, drugs of medicatie grijpen als copingstrategie." Ze wijzen er tevens op dat hun eigen positie als gezondheidsexpert en de geringe bespreekbaarheid van middelengebruik ertoe kan leiden dat de vraag om hulp vaak zeer lang wordt uitgesteld. Voor alcoholproblematiek is dat gemiddeld 18 jaar... Data vormen met andere woorden een eerste stap om het middelengebruik zichtbaar en bespreekbaar te maken. Tot slot is het duidelijk dat artsen een sleutelrol spelen bij de vroegtijdige herkenning van problematisch middelengebruik bij hun patiënten en bij doorverwijzing. "Het VAD heeft verschillende projecten en vorming waarbij we in het kader van vroeg-interventie rechtstreeks appél doen op artsen. De vraag is dan ook relevant of en in welke mate het eigen middelengebruik en bij uitbreiding hun eigen gezondheidsgedrag daarin een rol speelt. Onderzoek toont immers aan dat het gezondheidsgedrag van artsen een beïnvloedende factor is in de attitude en motivatie van patiënten om hun gedrag te wijzigen. (2)"