...

"Op de Algemene Raad hebben we maandag 18 oktober de redenen van onze onthouding toegelicht. In de AR zetelen we zonder stemrecht. De voornaamste reden is dat de 123,65 miljoen 'budgettaire marge' volledig is toegewezen aan projecten zonder dat er een budget voor de artsen is opzij gehouden." Positieve elementen"Het gaat om mooie voorstellen die de toegankelijkheid tot de zorg moeten vergroten. Vooral het extra budget voor tandzorg vind ik een goede zaak." "Maar het gevolg is wel dat we binnen de Commissie Artsen-Ziekenfondsen geen enkele maneuvreerruimte hebben voor nieuwe zaken of voor innovatie - of voor opwaardering van bepaalde prestaties." "Anesthesisten, bijvoorbeeld, hebben heel wat risicovolle prestaties met erg geringe vergoedingen, zoals adenotomie bij kinderen. Voor huisartsen zijn er de voorbije jaren heel wat nieuwe vergoedingen gekomen. Maar sommige specialisten vinden dat ze al te lang in de kou zijn blijven staan." "We hebben niet tegen het voorstel gestemd, we hebben ons onthouden. Want er zitten zeker wel heel wat positieve zaken in het voorstel. " "Zo krijgen we dit jaar een groeinorm 2,5%, die we vorig jaar niet hadden. Vorig jaar is er wel behoorlijk wel wat geld vrijgemaakt voor het zorgpersoneel - ook een goede zaak. Maar de artsen hebben niets gekregen." "We zijn helemaal niet tegen transversale projecten, maar artsen moeten wel hun centrale plaats behouden." Onbeantwoorde behoeften alom"We begrijpen de vragen van de andere zorgberoepen wel. Kinesitherapeuten zijn bijvoorbeeld duidelijk onderbetaald. De kat is de bel aangebonden toen men de eerstelijnspsycholoog een uurloon heeft toegekend van 75 euro. De ander zorgberoepen zijn zich dan vragen gaan stellen. Ze beseffen: 'Daar komen wij helemaal niet aan.'" Iedereen gaat dan met hongerige ogen naar het artsenbudget kijken dat, inclusief het gedeelte laagvariabele zorg, 9,45 miljard euro bedraagt. Een kwart van het volledige budget van het Riziv. "Artsen beginnen zich dan ook terecht wat zorgen te maken", vindt Moens. "Als je de bevolking tariefzekerheid wil bieden, moet je trouwens niet gaan afdingen op een correcte verloning van de artsen." Als artsen het tarievenakkoord steeds meer gaan afwijzen, krijg je een averechts effect.Bvas heeft altijd geëist dat efficiëntiewinsten op het artsenbudget opnieuw geïnvesteerd worden voor artsen, geeft hij nog aan.Beroepsverdediging Een wat analoog verhaal krijg je over de subsidies voor deelname aan het overlegmodel. De begrotingsnota van het Verzekeringscomite vraagt dat de financiering van de beroepsverdediging ook herzien wordt. Ook de paramedische beroepen hebben recht op een vertegenwoordiging. Iedereen spiegelt zich hier aan de artsen, wat het budget dat nu naar de artsensyndicaten gaat misschien nog verder onder druk zet. "Men vergeet evenwel dat wij met onze vier mensen in het Verzekeringscomité 51 beroepstitels vertegenwoordigen. We verdedigen de belangen van de anatomisch pathologen tot de urologen - en alles wat daar alfabetisch tussen zit." "De vroedkundigen, de logopedisten, de ergotherapeuten willen alle een eigen beroepsverdediging. Wat als ook de endocrinologen, de psychiaters, de internisten... hun eigen vertegenwoordiging zouden opeisen?" Dat ook de "medisch huizen" een eigen representatie eisen, vindt Bvas overigens onterecht: de zorgverleners die daar actief zijn, zijn al vertegenwoordigd via de beroepsverenigingen.