...

Omdat een face-to-face-meeting met deze eminente arts, verbonden aan Stanford University in Palo Alto (Californië), niet meteen haalbaar was, zoeken we contact via e-mail. De reactiesnelheid van dr. Auerbach is een urgentiearts waardig: enkele uren nadat ik een lijstje met vragen had verstuurd, liggen de antwoorden al in mijn mailbox. Reikt de faam van Artsenkrant zo ver? "Nee, ik wil jullie graag te woord staan", klinkt het.Mijn gesprekspartner maakte als jonge student in Duke University kennis met het fenomeen spoed. "Ik was meteen verkocht: er is de diversiteit aan casussen en je ziet heel snel resultaat van wat je doet. En vergeet ook niet: in de jaren 1970 was urgentiegeneeskunde een nieuwe discipline. Dat bood mij de kans om zelf mee de lijnen uit te zetten en ons arbeidsveld af te bakenen. Ik besefte wel dat je daar als arts minder een langdurige relatie zou kunnen opbouwen met patiënten. Terugkijkend kan ik alleen zeggen: ik ben heel blij met mijn keuze toen, het was het waard."Anno 2019 en als emeritus "probeer ik zoveel mogelijk mijn kennis en ervaring door te geven aan jonge artsen in opleiding. Onze discipline evolueert zo razend snel, dat het mij op mijn leeftijd raadzaam lijkt dat ik een stapje terug zet."Dr. Auerbach is wel opgetogen over het feit dat de kwaliteit van de zorgverlening op de spoeddiensten in de VS de afgelopen decennia sterk is verbeterd: "Inzake diagnoses en zorgverstrekking zijn er zonder meer grote stappen vooruit gezet. Dezer dagen worden onze diensten overbelast, gewoon omdat er te weinig artsen zijn voor te veel patiënten. En dat heeft deels te maken met de problematische toegang tot gezondheidszorg in dit land. Patiënten bieden zich aan op de spoed omdat ze weten dat ze hier goed verzorgd en behandeld worden. En dat is niet alleen zo voor mensen wier middelen beperkt zijn, maar ook omdat zoveel mensen die wel verzekerd zijn naar ons komen. Die laatste groep wil gewoon geen maanden wachten om een specialist te kunnen zien. Zelfs voor basiszorgen komen ze naar ons", stelt hij.Als rampenarts is dr. Auerbach het afgelopen decennium ook uitgerukt naar Haïti (2010) en Nepal (2015) nadat beide landen zwaar getroffen werden door een aardbeving. "Ik had in het verleden wel te maken gehad met rampen met veel slachtoffers, maar ik had nog nooit gewerkt in een oorlogs- of rampsituatie van die magnitude. Als mens kan je je niet voorbereiden op hetgeen ik in Nepal heb gezien en meegemaakt. Ook de situatie in Haïti heeft een grote persoonlijke impact gehad. Uiteraard zijn er professioneel lessen, zowel positief als negatief, uit zo'n rampen te trekken. Maar ik heb nog niet de tijd en de moed gehad om ze te boek te stellen." Lees: zelfs een ervaren professional als onze gesprekspartner blijft een menselijk wezen die niet onbewogen is gebleven bij het zien van zoveel materieel en vooral menselijk leed.Paul Auerbach is echter vooral bekend als de grondlegger van de outdoor medicine. "Na mijn tweede studiejaar werkte ik een tijdje in Montana. Daar is mijn liefde voor the outdoor en de link met de geneeskunde ontstaan", legt hij uit. "Met een vriend hebben we toen een handboek geschreven over dit (onontgonnen) aspect van ons beroep. Wilderness medicine omvat heel diverse elementen: (ver)zorg(ing) in een r(a)uwe omgeving, kennis van de natuur, hoe voorkom je verwondingen, en ook aspecten van militaire geneeskunde en rampengeneeskunde. Uiteraard hebben we in de loop van de jaren geleerd dat er op tal van domeinen nog ruimte is voor verbetering."Eenieder die op zoek is naar een standaardwerk (dat inmiddels al aan zijn zevende editie toe is, EB) kan niet om de turf van de dokter heen. Outdoor medicine behandelt immers een breed scala aan noodgevallen, mogelijke diagnoses en behandelingen in omstandigheden waar tijd en (hulp)middelen beperkt zijn. De publicatie van het basiswerk in 1983 heeft diverse nieuwe initiatieven gegenereerd: de Wilderness Medical Society (https://wms.org) is intussen een vereniging met meer dan 3.000 leden, een eigen tijdschrift en congressen.Over een deelaspect van het outdoorgebeuren, de onderwaterwereld (dr. Auerbach is een fervent duiker, EB), heeft de prof meermaals geschreven. "Die wereld is een heel andere, maar mooie en meestal vreedzame wereld. Dat zal iedere duiker u vertellen. Het is zo jammer dat de oceanen en hun bewoners vernietigd worden door de klimaatverandering."Het hoge woord is eruit: dé grote uitdaging, is de klimaatverandering, meent de arts. "Ik wil niet aanmatigend klinken, maar we moeten dringend ageren, want de impact van mensen op het milieu, de aarde en de volgende generaties is groot. Er is vandaag geen grotere uitdaging dan klimaatverandering. We zijn op weg om de aarde voor de mens en andere levende wezens onbewoonbaar te maken. Wilderness medicine veronderstelt dat er wilderness is! Daarom heb ik met Jay Lemery een boek geschreven Enviromedics: the impact of climate change on human health (www.enviromedics.org), om de aandacht op die problematiek te vestigen.Elke arts zou zich moeten verdiepen in de gezondheidseffecten van de klimaatverandering en moeten ijveren voor maatregelen om het roer om te gooien - want de klimaatverandering is al een feit! Zolang we de economie laten primeren zullen we, vrees ik, geconfronteerd blijven worden met allerlei rampen. Pas als die rampen politici gaan impacteren, is er een kans dat er een omslag komt in het beleid." Professor Auerbach laat er weinig twijfel over bestaan dat hij nu al patiënten ziet met symptomen en klachten van die aard.Er ligt dus nog werk op de plank? "Een van mijn beste vrienden, dr. Richard Schatz (mede-uitvinder van de hartstent) zei me toen ik hem vroeg waarom hij bleef werken: "We zijn op aarde gezet om ons voort te planten en te werken. Aangezien we ons voortgeplant hebben, kunnen we evengoed blijven werken.""Ik maak deel uit van een generatie waar die werkethiek door onze ouders en profs is meegegeven. Maar tegelijk: geneeskunde is geen werk, dit is een passie. In die zin wil ik graag mijn kennis en ervaring blijven doorgeven."