Voor een stand van zaken van de laatste nieuwe digitale gezondheidstoepassingen wordt steevast overzee gekeken, maar wat gebeurt er hier? Een aantal veelbelovende Belgische health start-ups doen hun verhaal in Artsenkrant. Deze aflevering: Institute for Professional Care.
...
"Academie voor het opleiden van dienstverleners in uiterlijke en innerlijke schoonheid en verzorging", staat te lezen op de gevel van de thuisbasis van het Institute for Professional Care. Hier woont oprichtster en bezielster Katleen Vanderbeken. Met een stralende glimlach en uiterst verzorgd voorkomen, als een goede vertegenwoordigster van haar bedrijf, doet ze deur voor ons open. "Ik heb 20 jaar in het bedrijfsleven gewerkt, ik ben technisch geschoold", begint Katleen. "Maar even lang ben ik gepassioneerd door schoonheid en verzorging. In avondonderwijs heb ik me bijgeschoold tot schoonheidsspecialiste en wellnessconsulent voor ouderen.""In het kader van een stage heb ik een tijdje gewerkt in een wellnesscentrum voor zwaar zorgbehoevende ouderen in Zoutleeuw. Het is daar dat ik gezien heb wat de combinatie van schoonheid en zorg écht inhoudt. Als de ouderen om 10 uur 's morgens ineengedoken werden binnengerold in hun rolstoel, gingen ze 's avonds als andere mensen weer naar buiten. Van zulke initiatieven moeten er meer zijn, dacht ik. En die gedachte is niet meer weggegaan.""Omdat je nu eenmaal niet alles in een keer kan realiseren, moet je ergens beginnen. Ik geef opleidingen aan schoonheidsspecialisten. Regelmatig kreeg ik vragen over producten of behandelingen voor kankerpatiënten. Daaruit merkte ik dat schoonheidsspecialisten en kankerpatiënten elkaar niet vonden. Beide partijen ervoeren een drempel. Sommige kankerpatiënten hebben bijvoorbeeld schroom om hun verhaal te doen tegen een vreemde. Ook schoonheidsspecialistes zitten soms met vragen: mag ik bepaalde behandelingen nog uitvoeren? En hoe moet ik een gesprek aanvatten met een kankerpatiënt?"Hoe doet de opleiding het?In mei van vorig jaar is het eerste pilootproject gestart in AZ Nikolaas (Sint-Niklaas). We mikten op twaalf studenten, maar na tien dagen hadden we al 40 inschrijvingen. Dat bevestigt de nood aan een dergelijke opleiding. De meeste deelnemers zijn schoonheidsspecialisten die al jaren hun eigen instituut hebben, en verschillende van hun klanten kankerpatiënten (hebben) zien worden. Ondertussen loopt het project in zeven ziekenhuizen. In september komen er daar nog drie bij. Anno 2016 zullen in totaal tien ziekenhuizen (*) een opleiding tot kankerschoonheidsspecialist(e) aanbieden.Er bestaan toch al verschillende schoonheids- en verzorgingsinitiatieven voor kankerpatiënten. Waarin verschilt uw opleiding?Kom op tegen Kanker organiseert inderdaad 'Look good feel better' workshops voor verzorging en make-up. Ook Stichting tegen Kanker voorziet een-op-een verwensessies. Maar deze momenten worden gegeven door vrijwilligers, die niet per se schoonheidsspecialist zijn. Zij mogen heel wat minder handelingen doen dan een professional.Het grote verschil is ook dat deze behandelingen beperkt blijven tot binnen het ziekenhuis zelf. Als de kankerpatiënten het ziekenhuis verlaten, is er nauwelijks aanbod aan gespecialiseerde schoonheidsspecialisten. Ons doel is ervoor te zorgen dat zij ook in hun buurt en buiten het kader van het ziekenhuis terecht kunnen voor verzorging op maat. Deze mensen hebben er ook nood aan om eens op een andere manier aangeraakt te worden dan voor onderzoeken.Hoe zijn deze kankerschoonheidsspecialisten te vinden?Eerst en vooral krijgen zij een label, dat ondertekend wordt door de deelnemende ziekenhuizen, oncologen en diverse organisaties in het werkveld. Zij moeten dat elk jaar opnieuw verdienen, door aan te tonen dat ze zich hebben bijgeschoold. Wat we weten over kanker, verandert immers met de tijd. In die mate dat je niet zeker kan stellen dat je binnen vijf jaar nog dezelfde behandelingen en producten zal gebruiken. Vervolgens worden ze opgenomen in de zoekmotor van de website www.boekeenafspraak.be. Dat is een online platform dat ik een aantal jaren geleden heb uitgebouwd waarop schoonheids- en verzorgingsdienstverleners of -instituten hun klanten de mogelijkheid bieden om online te reserveren en feedback te geven. Nu, een schoonheidsspecialist die al jaren ervaring heeft met kankerpatiënten gaan we niet verbieden om op de site te staan. Maar zoals je ziet, kan ik mijn IT-verleden niet helemaal vaarwel zeggen. Een nieuw project lanceren zonder een goede IT-ondersteuning is naar mijn mening ook niet mogelijk.Welke rol spelen artsen in de opleiding?In het straatbeeld is het water tussen een arts-specialist en een schoonheidsspecialist soms diep. Dat komt omdat ze niet weten welke meerwaarde ze voor elkaar kunnen betekenen. In het kader van een tussentijdse evaluatie van het pilootproject in AZ Nikolaas, vroegen we aan de oncologen of ze hun patiënten zouden doorverwijzen naar de kankerschoonheidsspecialisten. Ja, klonk het antwoord, omdat 'we ze zelf hebben opgeleid'. Ze zijn betrokken bij het lesgeven en het jureren van het eindwerk van de cursisten. Daardoor beseffen ze ook dat de focus van de behandeling al lang niet meer alleen op overleven ligt: voor patiënten is het belangrijk om hun eigenwaarde te behouden. Op dit moment werken we aan een soort van 'verzorgingscheque' die oncologen aan hun patiënten kunnen geven tijdens een consultatie. In het begin van het interview zei u dat "er meer initiatieven zouden moeten zijn die schoonheid en zorg combineren". Broedt u nog op andere projecten?Ja, volgend jaar starten we een pilootproject met kappers voor kankerpatiënten, dat ook in Wallonië zal lopen. Met dergelijke initiatieven klinkt het soms dat "het altijd voor kankerpatiënten is". Andere patiëntengroepen voelen zich soms een beetje in de kou gelaten. Maar in april doen we bijvoorbeeld een proefproject op het congres van de Parkinsonliga waar make-up sessies zullen plaatsvinden. Momenteel lopen er ook gesprekken met de ALS-liga en de reumaliga. Er zijn zoveel zorgdoelgroepen met specifieke 'welzijnsnoden'. Daarom kloppen we geregeld op de deur van patiëntenverenigingen met de vraag of we iets voor hen kunnen betekenen. Laat ons duidelijk zijn: wij willen geen patiëntengroepen boven andere verkiezen.