In deze video maakt professor Sylvie Rottey de balans op van een aantal opvallende gebeurtenissen tijdens ASCO 2019 op het vlak van kanker van de nieren en de blaas. Ze bespreekt de steeds belangrijkere plaats van gecombineerde immunotherapie in het therapeutische arsenaal van nierkanker, in het bijzonder het sarcomatoïde type, en bij blaaskanker. Ze interpreteert eveneens het in vraag stellen van cytoreductieve nefrectomie in het licht van de eindresultaten van de CARMENA-studie.

In deze video heeft professor Jean-Pascal Machiels aandacht voor een aantal studies die op ASCO 2019 werden voorgesteld en waarvan de resultaten moeten helpen om de beste behandeling te kiezen afhankelijk van de situatie.Welke eerste lijn voor patiënten met herval van epidermoïde carcinomen? Het hangt af van de eventuele expressie van PD-L1. Heeft inductiechemotherapie voorafgaand aan radio-chemotherapie een plaats bij gevorderd nasofaryngeaal carcinoom? Ja, om meer dan een reden. Kanker van de speekselklieren. Zeldzaam ja, maar denk aan het opsporen van HER2-amplificatie.

De CheckMate 204-studie heeft aangetoond dat de combinatie nivolumab + ipilimumab (NIVO+IPI) doeltreffend is bij patiënten met een melanoom met asymptomatische hersenmetastasen die nog geen behandeling hebben gekregen. In Chicago werd een update van die studie gepresenteerd samen met de resultaten over patiënten met symptomatische hersenmetastasen.

De gerandomiseerde fase 3-studie CARMENA (A Mejean et al. N Engl J Med 2018; 379: 417-27) heeft een cytoreducerende nefrectomie gevolgd door een behandeling met sunitinib (groep A) vergeleken met een behandeling met sunitinib alleen (groep B) bij 450 patiënten met een gemetastaseerd niercelcarcinoom, die werden gestratificeerd volgens het MSKCC-risico.

De combinatie bortezomib/thalidomide/dexamethason (VTd) is de standaardbehandeling bij patiënten met een recentelijk gediagnosticeerd multipel myeloom die in aanmerking komen voor een transplantatie. Maar is dat definitief?

In deze video komt Sara Hurvitz terug op de belangrijke elementen van de fase III-studie MONALEESA-7. Ze benadrukt het belang van de resultaten over de totale overleving, die werden gepresenteerd op een officiële persconferentie van het ASCO 2019 en tegelijk gepubliceerd in The New England Journal Of Medicine. Toevoeging van ribociclib aan de hormoontherapie verhoogt de overleving bij niet-gemenopauzeerde vrouwen met een HR+/HER2- borstkanker in een gevorderd stadium.

In deze video bespreekt onze landgenoot prof. dr. Eric Van Cutsem de resultaten van de fase III-studie POLO, die werd gepresenteerd tijdens de presidentiële sessie van het ASCO 2019 en tegelijk werd gepubliceerd in The New England Journal Of Medicine. Olaparib blijkt de tumorprogressie bij patiënten met een BRCA-mutatie sterk te vertragen. Het is dus wellicht wenselijk om die mutatie op te sporen, ook als er geen duidelijke familiaire voorgeschiedenis is.

Chemotherapie is al jarenlang de enige therapeutische optie bij patiënten met een gevorderde kanker van de slokdarm-maagovergang of de maag. In deze video legt Josep Tabernero (Barcelona) uit dat nieuwe resultaten van de KEYNOTE-062-studie, een gerandomiseerde fase 3-studie, nieuwe perspectieven openen. Volgens deze resultaten zou pembrolizumab als eerstelijnstherapie een alternatief kunnen zijn voor chemotherapie. Pembrolizumab zou minder bijwerkingen veroorzaken en zou vooral de overleving van een aantal patiënten verbeteren.

De fase 3-studie TRIBE (F Loupakis et al. N Engl J Med. 2014; 371:1609-18) heeft aangetoond dat een eerstelijnstherapie met FOLFIRI/bevacizumab bij patiënten met een niet-reseceerbare, gemetastaseerde colorectale kanker een hoger responspercentage, een betere progressievrije overleving (PFS) en een betere totale overleving geeft. Volgens die studie zou de drievoudige combinatietherapie als eerstelijnstherapie effectiever zijn dan een vooraf geplande sequentiële strategie met FOLFOX of FOLFIRI.

Een indolent multipel myeloom wordt gekenmerkt door een asymptomatische vermenigvuldiging van plasmacellen, die kan evolueren naar een multipel myeloom. Het risico op evolutie van een indolent naar een duidelijk multipel myeloom wordt geraamd op gemiddeld 10% per jaar tijdens de eerste 5 jaar (wat dus wil zeggen dat 50% van de patiënten tijdens de eerste 5 jaar geen evolutie zal vertonen), daarna 3% per jaar gedurende de volgende 5 jaar en tot slot 1% per jaar tijdens de volgende tien jaar.

In deze video herinnert onze landgenoot Bertrand Tombal van de UCL aan de invloed van de resultaten van de ERA 223-studie op de voortzetting van de PEACE III-studie. Daarnaast beschrijft hij de resultaten van een analyse van de veiligheid, rekening houdend met de verplichting om systematisch een botbeschermend middel voor te schrijven bij die patiënten. Die verplichting lijkt inderdaad zin te hebben bij de behandeling van patiënten met een gemetastaseerde prostaatkanker, ongeacht de kankertherapie.