Tegen die achtergrond werd de TRIBE2-studie, een gerandomiseerde fase 3-studie, uitgevoerd bij 679 patiënten met een niet-reseceerbare, gemetastaseerde colorectale kanker die werden gerekruteerd in 58 Italiaanse centra. De patiënten werden in twee behandelingsgroepen ingedeeld:

  • groep A: FOLFOX/bev en daarna FOLFIRI/bev na tumorprogressie, n = 340)
  • groep B: FOLFOXIRI/bev en opnieuw diezelfde combinatietherapie na tumorprogressie (n = 339).

Het primaire eindpunt was de PFS2, namelijk de tijd verlopen vanaf de randomisatie tot de vaststelling van tumorprogressie of overlijden, ongeacht de behandeling die na de eerste tumorprogressie werd toegediend.

Bij een eerste vooraf gespecificeerde tussentijdse analyse was de PFS2 significant beter bij de patiënten van groep B. Dat werd bevestigd door de analyse uitgevoerd na een mediane follow-up van 30,6 maanden, die werd gepresenteerd door (Chiara Cremolini et al. J Clin Oncol 37, 2019 suppl; abstr 3508).

Op het ogenblik van de analyse bedroeg het totale aantal gevallen van eerste tumorprogressie 594 (303/291); het aantal gevallen van tweede progressie was 514 (272/242) en 408 patiënten waren overleden (217/191). De combinatietherapie FOLFOXIRI/bev was op alle vlakken beter dan FOLFOXIRI alleen: een hoger responspercentage (62% versus 50%; OR 1,61; 95% BI 1,19 -2,18; p = 0,002), een hogere PFS (12,0 versus 9,8 maanden; HR 0,75; 95% BI 0,63-0,88; p <0,001), een hogere PFS2 (19,1 versus 16,4 maanden; HR 0,74; 95% BI 0,62-0,88; p <0,001) en een significant hogere totale overleving (27,6 versus 22,6 maanden; HR: 0,81; 95% BI 0,67-0,98; p = 0,033).

De onderzoekers benadrukten het belang van de resultaten over de totale overleving. Die werden immers behaald in een populatie met een hoog percentage patiënten met een ongunstige prognose (aantasting van het rechter colon 38%, synchrone metastasen 89%, RAS-mutatie 65%, BRAF-mutatie 10%).

Van de 594 patiënten bij wie een eerste progressie werd vastgesteld, heeft 79% (n = 470: 251/219) een behandeling gekregen. Bij een per-protocolanalyse (n = 323) was de tijd tot tumorprogressie of overlijden met die behandeling significant langer (6,5 versus 5,8 maanden; HR 0,76; 95% BI 0,59-0,97; p = 0,024).

Dat alles pleit dus voor een eerstelijnstherapie met FOLFOXIRI/bev en voortzetting van datzelfde schema na tumorprogressie.

ASCO 2019, Chicago 31 mei-4 juni.

Tegen die achtergrond werd de TRIBE2-studie, een gerandomiseerde fase 3-studie, uitgevoerd bij 679 patiënten met een niet-reseceerbare, gemetastaseerde colorectale kanker die werden gerekruteerd in 58 Italiaanse centra. De patiënten werden in twee behandelingsgroepen ingedeeld:Het primaire eindpunt was de PFS2, namelijk de tijd verlopen vanaf de randomisatie tot de vaststelling van tumorprogressie of overlijden, ongeacht de behandeling die na de eerste tumorprogressie werd toegediend.Bij een eerste vooraf gespecificeerde tussentijdse analyse was de PFS2 significant beter bij de patiënten van groep B. Dat werd bevestigd door de analyse uitgevoerd na een mediane follow-up van 30,6 maanden, die werd gepresenteerd door (Chiara Cremolini et al. J Clin Oncol 37, 2019 suppl; abstr 3508).Op het ogenblik van de analyse bedroeg het totale aantal gevallen van eerste tumorprogressie 594 (303/291); het aantal gevallen van tweede progressie was 514 (272/242) en 408 patiënten waren overleden (217/191). De combinatietherapie FOLFOXIRI/bev was op alle vlakken beter dan FOLFOXIRI alleen: een hoger responspercentage (62% versus 50%; OR 1,61; 95% BI 1,19 -2,18; p = 0,002), een hogere PFS (12,0 versus 9,8 maanden; HR 0,75; 95% BI 0,63-0,88; p <0,001), een hogere PFS2 (19,1 versus 16,4 maanden; HR 0,74; 95% BI 0,62-0,88; p <0,001) en een significant hogere totale overleving (27,6 versus 22,6 maanden; HR: 0,81; 95% BI 0,67-0,98; p = 0,033).De onderzoekers benadrukten het belang van de resultaten over de totale overleving. Die werden immers behaald in een populatie met een hoog percentage patiënten met een ongunstige prognose (aantasting van het rechter colon 38%, synchrone metastasen 89%, RAS-mutatie 65%, BRAF-mutatie 10%).Van de 594 patiënten bij wie een eerste progressie werd vastgesteld, heeft 79% (n = 470: 251/219) een behandeling gekregen. Bij een per-protocolanalyse (n = 323) was de tijd tot tumorprogressie of overlijden met die behandeling significant langer (6,5 versus 5,8 maanden; HR 0,76; 95% BI 0,59-0,97; p = 0,024). Dat alles pleit dus voor een eerstelijnstherapie met FOLFOXIRI/bev en voortzetting van datzelfde schema na tumorprogressie. ASCO 2019, Chicago 31 mei-4 juni.