...

Dat er in België officieel geen wachttijden zijn, zal vreemd klinken voor patiënten die moeten wachten op een afspraak bij een specialist of voor beeldvorming. Een structureel systeem om wachttijden te meten zou nochtans nuttige informatie opleveren om regio's met een onvoldoende zorgaanbod te identificeren of het zorgaanbod te plannen. Op vraag van de FOD Volksgezond-heid heeft het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht of het haalbaar is om gegevens over wachttijden te verzamelen, en hoe dat praktisch georganiseerd kan worden. De onderzoekers maakten een inventaris op van bestaande Belgische initiatieven om wachttijden te meten. De enige systematische meting van wachttijden wordt uitgevoerd in de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) in Vlaanderen. Ze vonden ook vier metingen van de wachttijd voor een consultatie bij een zorgverlener, één meting voor een afspraak voor medische beeldvorming en vier voor een behandeling (cataractoperatie, radiotherapie of chemotherapie). Ook uit factuurgegevens kunnen (beperkt) conclusies over wachttijden getrokken worden. Ze keken ook naar buitenlandse initiatieven. Daarbij bleek dat er geen standaarddefinitie van het begrip 'wachttijd' bestaat. Ook de manier waarop wachttijden gemeten en gerapporteerd worden, verschilt aanzienlijk. Er worden verschillende meeteenheden toegepast, bijvoorbeeld de gemiddelde of mediane wachttijd, het aantal of het percentage patiënten die langer wachten dan een bepaalde cut-off, of het aantal patiënten of de tijdsduur op een wachtlijst. De onderzoekers interviewden ook zorgverleners. De relevantie van veralgemeende wachttijdmetingen werd in twijfel getrokken, omdat wachttijden niet in alle zorgomgevingen voorkomen of omdat de oorzaken van bestaande wachttijden bekend zijn. Hoewel de zorgverleners toegeven dat er in bepaalde disciplines of regio's problemen zijn met wachttijden, zijn ze niet gemotiveerd om gegevens te verzamelen, omdat er geen direct voordeel voor hen is. De belangrijkste voorwaarden die uit deze gesprekken naar voor kwamen, zijn een duidelijke definitie van de doelstellingen, een gepaste keuze van de domeinen waarover gegevens worden verzameld en nauwkeurig gedefinieerde procedures. De financiële en menselijke kost van gegevensverzameling moet in verhouding staan tot de meerwaarde ervan. "Het zou zonde zijn om meer middelen te besteden aan het meten van het probleem dan aan het oplossen ervan", aldus de onderzoekers. De KCE-onderzoekers stellen dat het niet nodig is om systematisch informatie te verzamelen bij alle zorgverleners, in alle sectoren of in alle stadia van het patiëntentraject. Gerichte gegevensverzameling bij een representatieve steekproef van zorgverleners en instellingen over geselecteerde diensten, procedures en interventies volstaat. Deze gegevensverzameling moet gecentraliseerd en regelmatig herhaald worden. De te onderzoeken domeinen (bv. wachttijden voor raadplegingen, een onderzoek, enz.) en de samenstelling van de steekproef (bv. geografische spreiding, zorgomgeving, conventioneringsstatus, enz.) moeten zorgvuldig worden gekozen, op basis van behoeften. Het KCE beveelt aan om deze taak toe te vertrouwen aan werkgroepen met vertegenwoordigers van alle belangrijke actoren die betrokken zijn bij de kwestie van wachttijden, gesuperviseerd door een nog op te richten overkoepelende structuur.