...

Professor Paul Herijgers (KU Leuven) ziet belangrijke positieve elementen in het akkoord over de contingentering. Toch blijven er drie cruciale problemen. Vooreerst trekt minister Vandenbroucke artikel 69 terug. "De stok achter de deur verdwijnt. Vreemd. Indien de Franse gemeenschap oprecht de intentie heeft het akkoord uit te voeren, dan is daar geen enkele reden voor. Artikel 69 wordt dan immers niet toegepast. Terwijl als de Franstaligen hun beloftes niet nakomen, valt niet te zien hoe een meerderheid in het federale parlement kan gevonden worden om artikel 69 terug in te voeren." Het argument dat het verstrekken van federale contingenteringsattesten een loterij is, houdt voor Herijgers geen steek. "Vandenbroucke zou bijvoorbeeld een verdeelsleutel over de universiteiten kunnen hanteren volgens aantal diploma's, zoals in Vlaanderen. Nu moeten we er gewoon op vertrouwen dat alles in orde komt. Dat dit na een kwarteeuw discussie over de contingentering tot Vlaams scepticisme leidt, is niet verwonderlijk." In mei zou het Franstalige decreet over een vergelijkend ingangsexamen er moeten zijn. Paul Herijgers: "Maar de federale planningscommissie adviseerde eerder al om in oktober 2021 een vergelijkend examen en een numerus fixus in te voeren. De minister verschoof de beslissing naar januari en nu is het uiteindelijk mei. Met invoering in 2023... Een reden te meer tot wantrouwen." Momenteel verdeelt het Rekenhof het federale quotum over de gemeenschappen op basis van bevolkingsaantal. Dat zou verdwijnen. De federale planningscommissie baseert de berekening van de nood aan artsen in beide landsdelen op voltijds equivalenten om de behoeften, de zorgvraag, in te vullen. Met een afzonderlijke calculatie in Frans- en Nederlandstalig België. "Vlaanderen zat recent ongeveer 1.000 artsen onder de nullijn en Franstalig België 1.500 artsen boven de nullijn, samen 2.500 verschil tegenover het verwachte aantal artsen per gemeenschap. Men berekent de regionale behoeften in functie van bevolkingsaantal, sociaaleconomische status enz. Die behoeften delen we door het aantal artsen, inbegrepen de 2.500 verschil in densiteit. Het gevolg: een Waalse arts presteert 20% minder dan een Vlaamse. Door dat als norm te aanvaarden, moet men meer Franstalige dan Vlaamse artsen opleiden. Zo worden de verschillen in stand gehouden! Ik ben ook niet overtuigd dat de artsen in noord en zuid deze activiteitverschillen wensen. Ze werden daarover niet ondervraagd." Voor Herijgers is een clausule noodzakelijk die ertoe leidt dat één 'kop' over 10 à 15 jaar dezelfde activiteit uitoefent. Of het nu over een Vlaming of een Waal gaat. "Een harmonisatie, eventueel in functie van discipline, leeftijd en geslacht is nodig. Een fundamentele reden waarom de regels anders zijn in Franstalig België dan in Vlaanderen is er niet. Waarom zou men ten zuiden en ten noorden van de taalgrens in hetzelfde federale gezondheidssysteem andere verwachtingen hebben in een 40-jarige dermatoloog?" Voor Herijgers leidt dat tot een Franstalig en een Vlaams gezondheidsstelsel. "De consequentie is bestedingsautonomie zoals in het onderwijs. Federale middelen worden op basis van een objectieve sleutel verdeeld over de regio's en ze kunnen zelf hun gezondheidszorg organiseren. Maar anders dan in het onderwijs stelt het akkoord (federale) beperkingen in en dat verschillend in Vlaanderen en in Wallonië." Problemen heeft prof. Herijgers ook met de deperditie, het 'verlies aan studenten', tijdens de geneeskundeopleiding. Dat verlies wordt vooraf berekend: hoeveel studenten zullen er uitvallen? Hoeveel gaan buiten het curatieve Riziv-systeem werken? Enzovoort. "Daarover zullen de federale en de gemeenschapsregeringen een akkoord maken. Maar stel dat de parameters fout zitten, dan is er een continue 'feedback loop' nodig om dat in de toekomst te compenseren. Een extreem voorbeeld: 90% haalt het einde van de rit niet. Om dat te compenseren moet de instroom met tien vermenigvuldigd worden. En er zijn verschillen tussen beide landsdelen, in Wallonië studeren bijvoorbeeld veel Fransen die na afloop teruggaan naar hun thuisland. Omdat dat niet allemaal voorspelbaar is op lange termijn is een strikte feedback noodzakelijk. Zelfs al zijn de intenties goed."