...

Voor velen is het een uitgemaakte zaak. Cate Blanchett (The Aviator, Blue Jasmine) wint dit jaar opnieuw de Oscar voor beste actrice in een hoofdrol. Ze is weergaloos als Lydia Tàr, de dirigent van de Berliner Filharmoniker en een Leonard Bernstein-protégé die in navolging van haar mentor de mensheid anders naar muziek wil laten luisteren. Zo zien we haar een workshop doceren, een opname van Mahlers Vijfde Symfonie voorbereiden en wijzen op de context waarin de oorspronkelijke compositie tot stand kwam. Voor niet-kenners van klassieke muziek is het soms wat veel jargon maar mis deze film toch maar niet, alleen al voor Blanchett en de nevenvertolkingen van Noémie Merlant (Portrait de la jeune fille en feu) en Nina Hoss (Barbara). Op het eerste gezicht lijkt alles Lydia Tàr voor de wind te gaan, maar dat was buiten Todd Field (Joker) gerekend, wiens regie en script Oscarnominaties kregen. Zonder te veel van het verhaal te willen prijsgeven, de toon van de film verandert plots (al is dat wel goed voorbereid en zijn de personages nergens van bordkarton). Als de dirigente betrokken raakt bij een verschrikkelijke gebeurtenis en bijhorende zware controverse, weet je als kijker niet meer wat te denken. De film wordt door makers en acteurs afgedaan als pure fictie, die hier en daar is geïnspireerd op ware gebeurtenissen. En daar wringt het schoentje. De Amerikaanse dirigente Marin Alsop en haar vrienden (onder anderen Thomas Dolby) spraken inmiddels al schande over de niet te betwisten gelijkenissen tussen Alsop en Tàr, alleen kloppen in het geval van Alsop de negatieve kantjes hoegenaamd niet. Fictie of smaad, wie zal het zeggen? Desalniettemin zal Tàr een cultuurminnend en niet alleen melomaan publiek plezieren.