...

Burn-out is een containerbegrip waarbij verschillende begrippen op één hoop gegooid worden, schrijven ze. Van milde klachten van overspanning, stress en niet lekker in je vel zitten, waarmee iemand kan blijven doorwerken maar beter voor zichzelf moet (leren) zorgen tot ernstige klachten van opgebrand zijn waardoor mensen met totale geestelijke en lichamelijke uitputting langdurig werkonbekwaam worden, en met een heel spectrum van klachten en problemen daar tussenin.Door de grote variëteit aan klachten, een gebrek aan duidelijke definitie of diagnostisch bruikbare biomerkers is het als diagnose onderhevig geworden aan begripsinflatie - zoals ook 'trauma' of 'depressie' tegenwoordig vaak tot ver buiten hun klinisch omschreven criteria worden gebruikt. Dat verklaart mee hoe burn-out niet weg te denken is uit de media. Meer en minder BV's komen er mee naar buiten en er is een bloeiende markt van al dan niet zelfverklaarde burn-outcoaches die hun diensten aanbieden. Wie niet beter weet zou denken dat er een burn-out epidemie woedt. Wilmar Schaufeli, emeritus hoogleraar Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de universiteiten van Leuven en Utrecht, en econoom Jan Jaap Verolme scheiden in De burn-out bubbel de feiten van de fictie. Zij zijn formeel: ook milde klachten kunnen ernstige gevolgen hebben en moeten daarom serieus genomen worden. Er ligt nog een heel onderzoeksterrein braak als het gaat om ernstige burn-out, waar we nog veel te weinig over weten, inclusief behandelmethoden. Burn-out speelt zich af op de grens tussen lichaam en geest. De lichamelijke klachten zijn maar al te reëel en toch zit het ook 'tussen de oren'. Hoe dan ook: voorkomen is beter dan genezen en zij pleiten voor het verminderen van stressfactoren zoals werkdruk, emotionele belasting of rolconflicten en het vergroten van versterkende factoren zoals regelmogelijkheden, autonomie, sociale steun en afwisselend werk. Met andere woorden: er is nog veel mogelijk en noodzakelijk in het verhogen van de kwaliteit van de arbeid. Er is nog veel werk aan de winkel om te zorgen voor een gezond arbeidsklimaat en we moeten (meer) oog hebben voor de psychische klachten die het gevolg zijn van hoe we leven en werken en die een groot aantal mensen hard treffen. Dit is een kritisch overzichtswerk over burn-out in Nederland. De manier waarop daar met arbeidsongeschiktheid bij langdurig ziekte wordt omgesprongen is weliswaar anders dan in België, maar de manier waarop het containerbegrip burn-out een rol speelt in de klinische praktijk en in de publieke opinie verschilt niet veel. Daar net als hier wordt nog te weinig samengewerkt rond de burn-out patiënt door huisarts, psycholoog, bedrijfsarts, verzekeringsarts, coach en werkgever. In dit boek vinden die artsen, psychologen, beleids- en opiniemakers, werkgevers en hun personeelsdiensten een heldere, inzichtelijke en bruikbare analyse van een psychosociaal fenomeen. Ook voor allen die zelf of in hun omgeving met burn-out te maken hebben (gehad).