...

In vergelijking met een jaar geleden ogen de cijfers vanuit dit standpunt ook iets beter, al is het verschil niet erg groot. Voor een aantal specialismen - oogartsen, dermatologen en plastisch chirurgen - kan het in een regio toch zoeken worden naar een arts die zich aan de tarieven houdt. Meer dan de helft van deze specialisten laat weten niet tot het akkoord toe te treden. Een jaar geleden was dat overigens nog ietsje meer. (Het Riziv publiceert niet zoals vroeger gedetailleerde tabellen per specialisme in ieder arrondissement.) Er zit altijd een systematische vertekening in de meegedeelde cijfers. Niet alleen omdat wie niets doet maar geacht wordt akkoord te zijn. Maar vooral omdat het percentage dat het akkoord verwerpt, berekend wordt op een te groot totaal aantal artsen. Zo gaat men voor Vlaanderen uit van tussen de 11.000 en de 12.000 'actieve' huisartsen, en van 17.000 specialisten - dat zijn er meer dan er volgens de cijfers van het Riziv zelf klinisch bedrijvig zijn. Het zijn alle artsen die de federale overheid kent uit een databank. Het Riziv geeft ook altijd de statistieken voor geaccrediteerde artsen. Dat subpercentage telt niet mee als criterium om na te gaan of een meerderheid van de artsen in bepaalde arrondissementen het akkoord verwerpt. Maar het geeft wel een wat betrouwbaarder beeld van de klinisch actieve artsen. Om geaccrediteerd te blijven moet je - in de contactspecialismen althans - ook nog geregeld patiënten zien. Traditioneel zijn de Vlaamse huisartsen de groep die zich het meest houdt aan het tarievenakkoord: 6% zegt het akkoord op, in vergelijking met 9% in Wallonië en 14% in Brussel. De Vlaamse specialisten zijn dan weer de groep die het akkoord het vaakst verwerpt: 20% in Vlaanderen tegenover 13% in Wallonië en 16% in Brussel. Als je de cijfers bij geaccrediteerde artsen bekijkt, worden de verschillen wat scherper: 9% van de huisartsen in Vlaanderen zegt het akkoord op tegenover 14% in Wallonië en 27% in Brussel. Van de specialisten in Vlaanderen verwerpt 31% het akkoord in vergelijking met 19% in Wallonië en 23% in Brussel. Tussen de specialismen zijn de verschillen groot. Van de geriaters en de spoedartsen verwerpt bijna niemand het akkoord. Ook geografisch zijn er van arrondissement tot arrondissement opvallende verschillen, en dat loopt meestal niet gelijk tussen huisartsen en specialisten. De Westhoek, bijvoorbeeld, telt traditioneel relatief veel artsen die het akkoord verwerpen. En hier zowel bij de specialisten als ook wel bij de huisartsen. Nog een opvallend detail: van de huisartsen met bevoegdheidscodes 003-004 en 007-008 verwerpt 11% het akkoord - nationaal op het gehele aantal (dit cijfer splitsen de Riziv-tabellen niet verder op). Voor alle 'huisartsen' wordt nationaal het gemiddelde gegeven van 8%. Op onze website vindt u enkele overzichtelijke tabellen.