...

De recente begrotingspolemiek binnen de Vlaamse regering lijkt een goede gelegenheid tot reflectie omtrent de kinderbijslag en bij uitbereiding ondersteuning aan gezinnen met kinderen in ons land. Kinderbijslag werd honderd jaar geleden ingevoerd door werkgevers die extra loon wilden toekennen aan werknemers met minstens vier kinderen. Grote gezinnen boden immers een garantie op arbeidskrachten en aldus het voortbestaan van de bedrijven. In 1930 voerde de Belgische Staat kinderbijslag in voor kinderen van alle loontrekkenden en later ook die van zelfstandigen. Doorheen de jaren volgden nog bijsturingen, met in 2019 de regionalisering van het 'groeipakket'. Onze eeuweling is echter niet meer mee met de tijd. Om te beginnen heeft elk kind recht op kinderbijslag. Electoraal wordt alvast een groot publiek gespijsd, maar kinderen die de meeste steun nodig hebben ontberen deze net. Sectoren verbonden aan welzijn en ontwikkeling van onze kinderen kampen met grote tekorten wat een negatieve invloed heeft op wie het tijdelijk of langdurig moeilijk heeft. Tenslotte is een verdere groei van de bevolking niet langer een economische noodzakelijkheid en zelfs infaust. Via degressiviteit in het groeipakket werd op dat gebied reeds een strategische keuze gemaakt door grote gezinnen niet langer financieel te bevoordelen. Terecht is de oproep naar meer middelen voor onze kinderen. Echter dient elke uitgegeven euro ooit terugbetaald en zijn wij de komende generaties een verantwoord omgaan met belastingsgeld verschuldigd. Ik meen dan ook dat vooral op verschuiving, eerder dan steeds hogere budgetten dient ingezet. Mag ik daarom een radicale denkoefening introduceren, met name om kinderbijslag volledig af te schaffen, inclusief geboortepremies en fiscale voordelen. Ik ga even voorbij aan onze Kafkaiaanse staatsstructuur en politieke dogma's omtrent verdeling van bevoegdheden. Laat ons dit aanzienlijke bedrag vervolgens weloverwogen en met het oog op het welzijn en toekomst van alle kinderen investeren, waarbij kinderen met de grootste noden evenwel vooraan in de rij staan.Sociaal-economisch kwetsbare groepen dienen vervolgens gericht ondersteund via toelagen. Ook kinderen met ernstige aandoeningen en zij die opgroeien in een gezinsvervangend milieu mogen niet langer in de kou blijven. Laat ons ook meer besteden aan kwaliteitsvolle kinderopvang zodat de noden van de allerkleinsten sensitief bevredigd worden binnen een stimulerende omgeving die prosociale vaardigheden versterkt. Dit laat beide ouders toe met een gerust hart te participeren in de arbeidsmarkt en zich financieel te versterken. Binnen het onderwijs dient met deze middelen ingezet op gratis educatief materiaal, kleinere klassen, ondersteuning voor wie het nodig heeft en (administratieve) ontlasting van leerkrachten zodat die hun pedadogische en educatieve projecten kunnen realiseren. Een laagdrempelig aanbod van geestelijke gezondheidszorg kan ernstige problemen voortijdig opsporen en verdere escalatie vermijden. Deze niet-exhaustieve lijst van prioriteiten moet zorgvuldig geëvalueerd en zo nodig aangepast. Kwetsbare kinderen moeten voorrang krijgen en eerder dan individuele opvoeding te financieren moet het geld gaan naar diensten betrokken in de ontwikkeling van kinderen. Hierbij dient het uitgangspunt te zijn dat een groot gezin een eigen keuze is die een mooi rendement kan opleveren, doch veel persoonlijke emotionele en ook financiële investering vraagt. Dit laatste kan controverse uitlokken bij grote mensen, maar als kinderpsychiater is het mijn taak op te komen voor de kleine mensen.