...

Prof. Dr. Peter Verdonk werkt als orthopedisch chirurg in het Antwerpse AZ Monica en opereert occasioneel ook in Aspetar, het wereldvermaard medisch complex in Doha, de hoofdstad van Qatar. Hij kwam er terecht door zijn expertise in kraakbeentransplantatie. "In 2016 is in België beslist om kraakbeenceltransplantaties - kennis die we over 15 jaar hadden opgebouwd - niet meer terug te betalen", zegt hij. "In Europa is die hele technologie in elkaar gekrompen, maar in Amerika is ze blijven bestaan. Nu komen ze er in Europa op terug. Er is een firma die weer een kraakbeencelproduct wil lanceren - in Duitsland bestond het nog. Daar liggen veel mogelijkheden voor patiënten, maar het komt wel met een serieuze kostprijs." Hoe groot is de kans dat u zelf met een sportletsel op de operatietafel belandt? Die is relatief groot. Ik loop 15 kilometer per week, maar ik ben ook een fervent skiër en zeiler, al is dat laatste geen sport met grote risico's op blessures. Ik heb als jonge gast basket gespeeld, en daar heb ik wel wat enkelverstuikingen en een knieletsel aan overgehouden. Mijn vader zag het meteen: dat ziet er niet oké uit ( lacht). Uw vader was ook orthopedisch chirurg. En mijn moeder was ook arts. Het zit wat in de familie. Ik heb lang 'gevochten' tegen de keuze voor orthopedie, maar het was onvermijdelijk. Blood is thicker than wine. Maar het virus van de knie als specialisatie heb ik opgepikt tijdens mijn opleiding in Roeselare. De knie is voor mij een van de meest uitdagende gewrichten. Het zijn in feite drie gewrichten: een binnenkant, een buitenkant en het patello-femoraal gewricht. Je kan er nog gigantische vooruitgang boeken. Dat maakt het uitdagend. Hoeveel van de operaties die u uitvoert zijn aan sport gerelateerd? De grote helft. Maar wat is een sportblessure, hé? Sometimes sport is a job. Havenarbeiders die dagelijks met zware zakken zeulen en hun knie blesseren zijn ergens ook sporters. U opereerde Belgiës topskiër Armand Marchant, nadat hij in 2017 bij een val zijn knie zo goed als verbrijzeld had. In 2020 werd hij onverhoopt vijfde in de wereldbeker slalom. Een topatleet. De RTBf heeft er een prachtige uitzending over gemaakt, 'Le Revenant', naar analogie van 'The Revenant', de film met Leonardo DiCaprio. Opgegeven, maar teruggekomen. 707 dagen revalidatie, zeven ingrepen. Crazy. Dat is nog altijd een emotioneel verhaal voor mij als ik hem bezig zie. Een van de grootste lessen die ik heb meegekregen, was van Pierre Chambat die het eerste skiteam van Frankrijk medisch opvolgde. Hij zei: 'Peter, waarom zou je daarvan wakker liggen? De helft van mijn skiërs heeft één kruisband, 25 procent heeft er twee en er zijn er zelfs die drie kruisbanden hebben. Ze komen allemaal terug. Als je een profatleet bent en je raakt geblesseerd, dan kom je terug, omdat je ervoor gemaakt bent. Armand zat net vóór dat stadium. Dat zijn de uitdagende gevallen, zij die het talent en de mentale weerbaarheid hebben, maar een gewricht dat het net niet weerstaat. Kan u van in de jeugd al aangeven voor welke sport iemand beter niet kiest? De grootste les van de laatste jaren is: kunnen we definiëren of het lichaam van een sporter topsport aankan. We zijn veel onderzoek beginnen te doen naar morfotypes. Is een bepaalde vorm van knie gelinkt met een pathologie? Iemand met een smaller kniegewricht verbruikt sneller zijn binnenste meniscus: dat zijn dan de lopers van 40 die last krijgen. We proberen patiënten er veel vroeger dan anders uit te halen. Ik ben ervan overtuigd dat we binnen de vijf jaar zullen weten of iemand goed is voor deze of gene sport. Een knie waarbij de knieschuif iets hoger staat, zijn goede springers, zoals volleyballers en basketters. Een 16-jarige die alles heeft, maar van wie je ziet dat hij in het voetbal blessures gaat oplopen met zijn morfologie en beter kan gaan basketten. Ja, dat kan hé. Daar zet ik mij voor in omdat verder te doen evolueren. 'Improvement' is om de bestaande technologie uit te breiden naar individuelere oplossingen. We worden steeds beter in het samenstellen van het pakket van een individuele behandeling. We zijn er bijvoorbeeld quasi van overtuigd dat je de buitenkant van de knie bij de meeste pivotsporters moet versterken, maar dat dat bijvoorbeeld niet altijd moet bij een skiër. Sportspecifieke behandelingen, daar draait het om. Je moet er bij profatleten ook zelf in geloven. Als je als chirurg 'oh, shit!' zegt, zakt het vertrouwen bij de sporter ook weg. De psychologie is ook belangrijk. Het beeld dat van chirurgen weleens wordt opgehangen, is dat ze veeleer de 'beenhouwers' onder de artsen zijn. Maar die tijd is gepasseerd. Ik hoop in elk geval dat mijn patiënten mij niet als een beenhouwer zien ( lacht).