...

In het rijtje van de vele comorbide aandoeningen die men aantreft bij patiënten met COPD, staan ook slikstoornissen. Opsporing daarvan is belangrijk, omdat deze afwijking de levenskwaliteit kan aantasten en tot complicaties leidt. Verschillende factoren liggen aan de basis van slikstoornissen bij COPD. Het doorslikken van voedsel gaat gepaard met een korte periode van apneu. Terwijl mensen met een normale longfunctie hier niet bij stilstaan, kan dit bij COPD-patiënten aanleiding geven tot ademnood en vermoeidheid. Daardoor raakt de neurologische coördinatie tussen ademhaling en slikmechanisme verstoord. Bovendien kan spiervermoeidheid bij COPD verklaren dat de musculaire component van het slikken niet efficiënt verloopt, zodat het voedsel in de keel blijft steken. Een laatste belangrijke factor is monddroogte gerelateerd aan de medicatie. Naast hoge dysfagie ziet men bij COPD ook een frequenter voorkomen van slokdarmdysfagie, met reflux. Dysfagie en vooral verslikking gaan gepaard met een verhoogd aantal exacerbaties bij COPD. Om deze ongemakken te voorkomen kunnen patiënten al een stuk geholpen worden met eenvoudige aanbevelingen, zoals rustig eten en niet aan tafel gaan in momenten van ademnood. Een recente Zweedse studie vond subjectief gerapporteerde dysfagie bij 33% van de respondenten in een populatie met COPD. In een algemene populatie van thuiswonende zeventigers vindt men minder dan 20%. Vooral het blijven steken van voedsel in de hoge slokdarm was frequent. Dysfagie kwam meer voor bij patiënten met ademnood, gemeten via de CAT-score. Er was geen correlatie met de FEV1.