...

Over de nieuwe beroepstitel sprak Artsenkrant met professor Jan de Hoon, afdelingshoofd van het Centrum Klinische Farmacologie in het UZ Leuven en dokter Erik Present, medisch directeur bij Galapagos en voorzitter van Healixia (zie kader). Twee Ministeriële Besluiten (van 4 september, Staatsblad 31 oktober) geven de titel wettelijk vorm. De voorgeschiedenis gaat echter terug tot 2008. Voor dokter Present betekent het alvast een belangrijke mijlpaal. De beroepstitel combineert klinische farmacologie en farmaceutische geneeskunde, disciplines die beide rond geneesmiddelen werken. Present: "Farmaceutische geneeskunde gaat over het gehele proces rond O&O, registratie, farmacovigilantie en ook de vermarkting van nieuwe medicijnen. Klinische farmacologie focust op hoe het geneesmiddel zich gedraagt in het menselijk lichaam, zowel bij gezonde personen in de context van geneesmiddelenstudies als bij patiënten in een klinische setting. Er is zeer veel overlap tussen deze disciplines; reden waarom gekozen werd voor één gezamenlijke beroepstitel. Dat betekent een verrijking voor beide disciplines. Het vergroot de aantrekkelijkheid en de waaier aan mogelijkheden voor de kandidaat arts-specialist. De uitwisselbaarheid tussen de afgestudeerden is belangrijk en biedt mogelijk ruimere carrièreopties, zowel voor klinische farmacologen als voor farmaceutische geneeskunde. Zo kunnen talenten switchen van het ene naar het andere. Dat maakt het zeker attractief." Professor Jan de Hoon: "De twee disciplines zijn effectief heel complementair. Het aantal mensen dat in aanmerking komt, is ook te klein om een splitsing te rechtvaardigen." Hoeveel interesse er in de nieuwe beroepstitel zal zijn, valt moeilijk te zeggen. "Momenteel", aldus dokter Present, "zijn er naar schatting 400 à 450 Belgische artsen zonder specifieke opleiding beroepsactief in de farmaceutische industrie, zowel nationaal als internationaal. Dit toont aan dat het beroep heel wat carrièremogelijkheden biedt. Het is zeker geen gering aantal als je het bijvoorbeeld afzet tegen andere specialismen in België." Na het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Zwitserland is België nog maar het vierde land in Europa dat de beroepstitel in farmaceutische geneeskunde erkent. Present: "In deze materie nemen het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland de leiding. Met de London area en de Bazel-Zurich area voegt België zich bij de andere hot spots voor geneesmiddelenontwikkeling in Europa. Jan de Hoon: "Het Verenigd Koninkrijk en Ierland erkennen klinische farmacologie en farmaceutische geneeskunde als twee aparte titels. België is het eerste land met een erkenning voor de gemeenschappelijke, gecombineerde titel. Hierdoor neemt ons land een unieke plaats in." In navolging van een Europese richtlijn wordt klinische farmacologie wel al erkend in 17 landen. België is nu dus het 18de land. "Nederland erkent klinische farmacologie indirect via een certificaat. In Europees perspectief is dat echter niet gelijkwaardig aan de aparte beroepstitel die we nu in België hebben", aldus prof. de Hoon. Tot de nieuwe vier jaar durende specialisatieopleiding worden enkel masters in de geneeskunde toegelaten. De specialisatieopleiding bestaat uit een stageplan van vier jaar stages en een Master-na-Master-opleiding van 180 studiepunten, eveneens gespreid over vier jaar. Die wordt gelijktijdig met het stageplan gevolgd. Twee jaar van het stageplan sluit nauw aan bij klinische disciplines waarin het geneesmiddel centraal staat zoals interne geneeskunde. Daarnaast zijn er twee jaar assistentschap in een industriële en regelgevende omgeving. Jan de Hoon: "De klinische opleiding gaat over het gebruik van het geneesmiddel in de klinische praktijk, interacties tussen producten, risicopopulaties enz." Het stageplan voorziet stages op verschillende klinische diensten, bijvoorbeeld ook intensieve zorg, geriatrie of pediatrie waar in de klinische praktijk veel geneesmiddelen gebruikt worden maar ook bij farma- en biotechbedrijven en regelgevende autoriteiten. Een interuniversitaire werkgroep met vertegenwoordigers van alle Belgische universiteiten maar ook van pharma.be en Healixia buigt zich nu over de uitwerking van de interuniversitaire opleiding, de samenstelling van een erkenningscommissie en de criteria voor de stageplaatsen en -meesters. In aanmerking als stageplaats komen ziekenhuizen, het Antigifcentrum, farma- en biotechbedrijven, instellingen zoals FAGG, Riziv, KCE, CRO's,... Jan de Hoon: "Tegen het academiejaar 2025-2026 moet de ManaMa op de rails staan. Daartoe dienen we dit academiejaar een aanvraag in. We mikken op gemiddeld vier à vijf studenten per jaar. Bij voorkeur is de opleiding interuniversitair met een samenwerking tussen de Vlaamse en Franstalige universiteiten." Uiteraard is een overgangsperiode voorzien. Wie nu actief is in de industrie en aan de nog te bepalen erkenningscriteria voldoet, kan de nieuwe beroepstitel bekomen. Belangrijk is dat deze specialisatietitel een niet-curatieve titel is waarbij de combinatie met een andere curatieve titel mogelijk blijft. De carrièremogelijkheden zijn alvast zeer divers: farmaceutische industrie, regelgevende organisaties, eenheden voor geneesmiddelenonderzoek zoals fase 1-units, klinische farmacologie in ziekenhuizen, ethische comités, Riziv, FAGG, enz. Maar uiteraard is deze nieuwe specialisatie geen verplichting om werkzaam te zijn in deze sectoren. "Wel", aldus Present, "gaan we er vanuit dat je profiel hierdoor sterker wordt. Dit zorgt voor een professionalisering en een hogere kwaliteit. Artsen zijn veel beter voorbereid en hebben bij de start al een netwerk van collega's. En het beroep krijgt een verdere academische inbedding met leerstoelen, wetenschappelijk onderzoek en doctoraten. Dit alles komt uiteindelijk de patiënt en de gezondheidszorg ten goede."