Zeewaterverwondering

...

Turend in een getijdenpoel aan de ruige westkust van Schotland, beschrijft Adam Nicolson in De zee is niet van water, met wetenschappelijke precisie de diverse soorten schaaldieren, kreeften, garnalen, wieren, mosdiertjes en anemonen, hoe ze komen en gaan, eten en gegeten worden, elkaar nodig hebben en beïnvloeden. Dat ecosysteem van water, zonlicht, dier en plant komt tot leven in lyrische, nauwkeurige beschrijvingen, spelenderwijs verweven met de geschiedenis van de mariene biologie en de volksverhalen van de Hooglanden. Terwijl 700 miljoen jaar evolutionaire afstand hem van krab of garnaal scheiden, voelt hij zich via de getijden verbonden met de planetaire bewegingen. Hij neemt een liefdevolle duik in het leven aan de kust, in een boek waar natuur en literatuur, wetenschap en poëzie samenkomen. In Natuuramnesie laat bioloog Marc Argeloo zien dat we vergeten hoe de natuur er vroeger uitzag. Door dit 'shifting baseline syndrome' verdwijnt de kennis over de rijkdom van de natuur van nog maar enkele decennia geleden uit ons collectieve bewustzijn. Elke nieuwe generatie weet niet meer hoe anders en rijker de natuur was toen hun ouders of grootouders jong waren. Ook natuurbeschermers kijken zelden verder terug dan veertig jaar omdat er van voor die tijd weinig officiële cijfers zijn. Natuurbeleid is vaak gebaseerd op nulmetingen uit de jaren zeventig, en soms zelfs nog recenter. Argeloo doet al jaren onderzoek naar deze ecologische vergeetachtigheid en de bewijzen die hij aandraagt voor zoveel dat verdwenen is zonder dat het iemand opvalt, zijn verontrustend. Hij pleit voor meer historisch besef in de ecologie en de natuurbescherming en -beleving. Bioloog Tijs Goldschmidt won in 2022 zowel de De P.C. Hooftprijs als de Jan Wolkers Prijs voor het beste natuurboek voor zijn essaybundel Wolven op het ruiterpad . In twintig verrassende en gevarieerde hoofdstukken draait het om de rol van de mens in de natuur, het roedeldier bij uitstek en zijn relatie met zijn leefomgeving. Goldschmidt bezit een groot talent om wetenschap, geschiedenis, observatievermogen en zijn eigen ervaringen in een soepele en beheerste stijl samen te brengen. Natuur en cultuur zijn voor hem onlosmakelijk verbonden en hij vervlecht naadloos filosofie, (paleo)antropologie, kunst of mode met ecologie en natuurbeleid. De herintrede van de wolf, dat andere roedeldier in opkomst, loopt als een rode draad door het boek en doet vragen stellen bij de rol van onszelf als toppredator. Het boek wordt bovendien verrijkt door twee mooi verzorgde en geannoteerde fotokaternen. De aarde is een planeet van planten: ze maken 85 procent van alle biomassa uit. De Italiaanse bioloog Stefano Mancuso pleit net als in zijn vorige boeken voor meer respect voor de botanische dimensie van het bestaan. In de acht op zichzelf staande hoofdstukken van Bomen van de wereld illustreert hij met fijne anekdotes en verrassende verhalen het veelzijdige belang van door de fotosynthese gedreven botanische groei. Jaarringonderzoek en archeologische datering. Botanische bewijzen in forensisch onderzoek. De (gladde) geheimen van de bananenschil. Bomen voor klimaatbestendigheid en bomen als samenwerkende en zelfs 'intelligente' organismen die bosvormige verbonden vormen. Planten vormen de nervatuur van de wereld. Mancuso laat zien dat de mens in het grotere geheel slechts een bijrol heeft maar intussen wel denkt de hoofdrol te spelen.In De wesp ontmantelt Seirian Sumner, entomoloog en gedragsecoloog aan het University College London, deskundig de op onwetendheid berustende slechte reputatie van de wespen als vliegende angels en angstaanjagende limonaderovers. Met intrigerende en verrassende wetenswaardigheden herstelt ze de wesp in evolutionaire ere: bijen zijn wespen die vegetarisch werden en mieren zijn wespen die hun vleugels verloren. De wesp is een liefdevol werk over een veronachtzaamde en gestigmatiseerde soort, een boek met hoge informatiedensiteit en overlopend van vertelplezier. We kunnen veel leren van wespen over de evolutionaire wortels en biologische basis van samenwerking, rivaliteit, solidariteit, agressie en sociale complexiteit in het dierenrijk. Na het lezen van dit begeesterend en genereuze boek kijk je voor altijd anders naar wespen. En naar mensen. Rob Bijlsma is een 'natuurvorser' van de klassieke soort. De geur van het bos is een warm pleidooi voor 'ouderwetse natuurhistorie' en voor veldwerk als 'langzame wetenschap'. Bijlsma bracht de voorbije vijftig jaar al meer dan 2200 weken door in bossen, velden en boomtoppen waar hij telt, observeert en noteert. Zijn recentste boek bundelt een enthousiaste verzameling verslagen, essays en beschouwingen over de veelzijdigheid en de rijkdom van de natuur. Hij heeft het veel over vogels, maar ook over landschap, klimaat en weer, fenologie, soorten en trekroutes, zaadzetting, muizen en insecten, in de lage landen en op andere continenten. Ondanks zijn schat aan ecologische inzichten blijft Bijlsma bescheiden. We weten nog zo weinig, is zijn conclusie. Een aansporing tot meer voorzichtigheid en minder beleidsblindheid in onze omgang met de natuur.