...

De auteurs van het onderzoek beschikten over drie bevolkingsenquêtes, respectievelijk uit 1991, 2001 en 2012. Telkens vonden ze daarin de antwoorden van zowat 10.000 Britten tussen 16 en 44 jaar. Per gezin was maximum één persoon met de vragenlijst benaderd.Terwijl men tussen 1991 en 2001 een stijging van de seksuele activiteit zag, ging het richting 2012 bergafwaarts. In de periode 1991-2001 was het percentage vrouwen dat geen seks in de voorbije maand rapporteerde, gedaald van 28% naar 23%. In 2012 steeg het terug naar 29%. Bij mannen ging het van 31% naar 26%, en terug naar 29%. De stijgingen tussen 2001 en 2012 waren significant. Het spiegelbeeld van deze trends zag men bij de personen die meer dan tien keer seks in de afgelopen maand rapporteerden.De afname van de seksuele activiteit was zichtbaar in alle leeftijdsgroepen, maar deed zich vooral voor bij personen ouder dan 25. In de drie enquêtes was de seksuele activiteit het hoogst bij personen die met een partner samenleefden, maar het was ook in die groep dat in de loop van de tijd de steilste afname plaatsvond. Het percentage respondenten dat helemaal geen seks had, varieerde niet op een relevante manier tussen de verschillende enquêtes.De afname van de seksuele activiteit kwam dus niet uit de groep die zich (een tijdje) terugtrekt uit partnerrelaties of er nog nooit één gehad heeft.Het fenomeen verontrust de epidemiologen, omdat mensen met een actief seksleven in de literatuur gezonder en gelukkiger blijken te zijn. Ze hebben een beter cognitief potentieel en een hogere levensverwachting. Seks gaat gepaard met een lager risico van infecties (op grond van een robuustere immuniteit), minder cardiovasculaire aandoeningen (gerelateerd aan een lagere bloeddruk en een rustiger hartritme) en minder stress (met meer aanmaak van oxytocine). De auteurs van de huidige studies merken terecht op dat men bij het interpreteren van deze correlaties wel moet uitkijken voor verwarrende variabelen en omgekeerde causaliteit.Ook als men weet dat seks gunstige gezondheidseffecten heeft, kan men mensen er moeilijk toe brengen van de grond te gaan als ze daar geen zin in hebben. Maar dat is het nu juist: tussen de tweede en de derde enquête trad er een significante stijging op van het percentage Britten dat de wens uitdrukte wat vaker seks te kunnen hebben. Dat percentage ging van 39% naar 64% bij mannen, en van 39% naar 51% bij vrouwen.De auteurs formuleren verschillende hypothesen om het huidige dipje te verklaren. Zo zou het gebruik van de smartphone en de sociale media leiden tot een meer virtueel beleven van de seksualiteit, ten koste van het gebeuren in de reële wereld. Het gebruik van porno zou de partnerseks vervangen. Toch blijkt uit een Amerikaanse studie - die ook al een afgenomen seksuele activiteit mat - dat de abstinentie het sterkst was bij mensen die geen porno bekeken.Een andere factor die het libido stremt zijn mogelijk kopzorgen gelinkt aan de economische recessie. Ten slotte merken de auteurs nog op dat de afkoeling van het seksleven misschien niet zo dramatisch is als de cijfers suggereren: mogelijk voelt de hedendaagse respondent minder druk om zijn seksuele activiteit te overrapporteren. En tenslotte: zeer recente cijfers over Groot-Brittannië ontbreken, omdat die gegevens nog in een verwerkingsfase zitten. Er is hoop.