...

Het hoeft niet te verbazen dat de nieuwe studie met het vaccin van Pfizer van Britse makelij is. Op 30 december van vorig jaar besliste de Britse overheid om, zowel voor het vaccin van Pfizer als voor dat van AstraZeneca, het interval tussen de twee dosissen te verlengen tot twaalf weken. Het idee was dat men op die manier snel een groter aantal mensen een eerste dosis kon aanbieden. Die eerste dosis geeft al een behoorlijke bescherming, zo rekende men. Het was voor eerste auteur Helen Parry en haar collega's dan ook niet moeilijk om 175 personen ouder dan 80 jaar te vinden, van wie een deel het vaccin van Pfizer gekregen had met een interval van drie weken, en een deel met een interval van 11-12 weken.De voortekens waren gunstig, want in maart was uit een grote studie gebleken dat de doeltreffendheid van het vaccin van AstraZeneca verhoogde als men het toediende na een interval van 12 weken of meer, veeleer dan na minder dan 6 weken (81,3% versus 55,1%) (1). Na de tweede dosis van het Pfizer- vaccin vonden Parry et al. antilichamen tegen het spike-eiwit bij alle deel- nemers aan de studie. Maar in de groep met het langere interval was de titer gemiddeld 3,5 maal hoger dan in de groep met het kortere interval (4.040 E/ml versus 1.138 E/ml).De onderzoekers beoordeelden ook de cellulaire immuniteit. In de groep met het kortere interval was een meetbare cellulaire respons aanwezig twee tot drie weken na de tweede dosis bij 60% van de personen, maar slechts bij 15% acht tot negen weken later (wat ongeveer overeenstemt met een termijn van twaalf weken vanaf de eerste dosis). In de groep met het langere interval was er slechts bij 8% een cellulaire respons na vijf tot zes weken, maar bij 31% twee tot drie weken na de tweede dosis (wat overeenstemt met een totale termijn van 14 à 15 weken). Enige voorzichtigheid is geboden bij lezing van deze gegevens. Ten eerste omdat vele nieuwssites over de studie berichtten en meldden dat de studie in preview gepubliceerd is, maar er nergens een link naar de tentatieve tekst aangeduid wordt. Dat geldt ook voor het oorspronkelijke bericht op de site van het UK Coronavirus Immunology Consortium, dat de studie ondersteunt (2).Een tweede reden tot voorzichtigheid is dat harde bewijzen voor een betere bescherming moeten worden aangeleverd door klinisch onderzoek of tenminste real-life-studies.Nu moet men het toegeven: steeds meer onderzoeksgegevens wijzen uit dat de specifieke antilichaamtiter een goede merker is voor bescherming tegen infectie met het SARS-CoV-2. Vandaar waarschijnlijk dat dr. Gayatri Amirthalingam, consulent bij de Britse overheid, zich tot een boude uitspraak laat verleiden: "De verhoogde antilichaamsrepons bij personen die twee dosissen van het Pfizer-vaccin krijgen met een verlengd interval van twaalf weken, levert verdere argumenten aan ten voordele van het Britse beleid, dat de eerste dosis als een prioriteit beschouwt."Tot op heden woedt een heftig debat tussen de Britse overheid en een aantal experts, die stellen dat het voetstoots spreiden van de dosissen voor alle vaccins onvoorzichtig is. Nog volgens deze experts zouden de gunstige cijfers vooral toe te schrijven zijn aan de categorieke lockdown van de jongste maanden.