Klinische voorspellingsmodellen kunnen de huisarts helpen om bij jonge kinderen ernstige van milde infecties te onderscheiden. Daarvan raakte dr. David Bos stellig overtuigd tijdens het uitvoeren van zijn masterproef.
...
David Bos is sinds oktober deeltijds aan de slag als huisarts bij groepspraktijk Ter Linde in Itegem. Daarnaast is hij twee dagen per week als onderzoeker verbonden aan de vakgroep EPI-Centre, wat staat voor Evaluating Primary Care Innovations, van het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde (KU Leuven). Bij EPI-Centre is het de bedoeling om diagnostische technologie te evalueren voor gebruik in de eerste lijn. Dr. Bos koos voor de huisartsgeneeskunde omwille van de enorme breedte van het vak. "Tijdens mijn stage huisartsgeneeskunde werd duidelijk dat ik het heel graag doe. Ik hou van de continue variatie, de afwisseling tussen acute pathologie, chronische opvolging, preventie, kleine heelkunde, psychologie,... Als huisarts raak je alle aspecten van het leven aan, van zwangerschapsopvolging tot begeleiding van het levenseinde." De combinatie met een job als onderzoeker is niet evident. "Het is vooral zaak om het evenwicht te bewaren. Het zijn allebei geen 9-to-5-jobs, maar ik vind het wel enorm boeiend. In november vond ik het nog te vroeg om me te engageren voor een doctoraat. Ik heb nu een jaar de tijd om te ontdekken of de combinatie haalbaar is." Voor zijn masterproef valideerde David Bos vier klinische voorspellingsmodellen voor ernstige infecties bij jonge kinderen voor gebruik in de context van de Vlaamse huisartsenpraktijk. "Het onderwerp was een voorstel van mijn promotor, professor Jan Verbakel. Het boeide mij altijd al sterk hoe je van een klacht naar een diagnose evolueert. De interesse voor klinische voorspellingsmodellen is intussen gewekt. Ze bieden heel wat mogelijkheden. In eerste lijn zijn de technische onderzoeksmiddelen beperkt. Als specifieke tekens van een ernstige infectie ontbreken, is het soms moeilijker om een diagnose te stellen. Voorspellingsmodellen kunnen in deze grijze zone een aanvulling zijn op het klinisch redeneren van de arts. Ze helpen de onzekerheid tegengaan. Vooral jongere artsen kunnen er hun voordeel uit halen. Bij hen is het niet-pluisgevoel of gut feeling vaak nog niet even sterk ontwikkeld als bij oudere collega's." Sommige modellen, zoals de ALVARADO-score voor appendicitis of FRAX voor osteoporose, worden al in de klinische praktijk gebruikt. "Dat is volgens mij de toekomst. Tijdens een consultatie met een kind met koorts zou je dan een luikje kunnen openklappen in het medisch dossier waarin je een aantal parameters kan registreren, wat dan op het einde een risicopercentage oplevert." Het kan helpen om het onderscheid te maken tussen ernstige en milde infecties, om niet te laat met antibiotica te starten, maar ook niet onnodig. Dergelijke beslismodellen kunnen een bijdrage leveren aan het probleem van de antimicrobiële resistentie. Bij EPI-Centre is antimicrobiële resistentie een belangrijk onderzoeksgebied. Dr. Bos werkt er momenteel nog verder op een aantal aspecten uit zijn scriptie. "In mijn masterproef bekeek ik vooral hoe goed de klinische modellen een onderscheid kunnen maken tussen kinderen met een ernstige en een milde infectie. De Feverkidstool en het Craig-model, twee van de modellen die ik bestudeerde, scoren best ok, maar oorspronkelijk werden ze ontwikkeld voor gebruik op de spoedgevallendienst in Nederland. Daarom deed ik nog een update om het model te herkalibreren voor toepassing door Vlaamse huisartsen. Nu geven zowel de Feverkidstool als het Craig-model ook correcte risico-inschattingen in deze context. De afkapwaarden moeten wel nog afgebakend worden - vanaf wanneer doe je verder onderzoek, vanaf wanneer geef je antibiotica." "De Feverkidstool omvat nog een bijkomend innovatief hulpmiddel: een CRP-sneltest. Het toestel om het bloedstaal - een vingerprik - te analyseren bestaat al en kan in de huisartsenpraktijk geplaatst worden. Het resultaat is onmiddellijk beschikbaar en nog tijdens het consult kan je beslissen of je antibiotica voorschrijft." David Bos hoopt een rol te spelen bij de implementatie van deze innovaties in de huisartspraktijk. "Het zou handig zijn als bepaalde wetenschappelijke informatie automatisch binnenkomt tijdens het consult. Wel is het steeds belangrijk dat het om suggesties gaat, waarbij er ruimte blijft voor het klinisch redeneren van de individuele arts." Toekomstmuziek, maar de stappen worden gezet.