...

Het uitgangspunt van de hele kwestie is dat mitochondriën hun eigen DNA (mtDNA) hebben. Als dit DNA een mutatie vertoont, kan de oxidatieve fosforylering - of energieproductie binnen de cel - spaak lopen: de getroffen persoon heeft een mitochondriale ziekte, waarvan de weerslag verschilt van vroegtijdig overlijden tot een levenslange nood aan medische begeleiding. Dergelijke mitochondriale ziekten zijn zeldzaam en worden alleen via de moeder overgedragen, omdat de mitochondriën van het spermatozoön kort na de bevruchting verdwijnen. Een gezonde moeder kan een kind met een mitochondriale ziekte krijgen. Ze is zelf asymptomatisch omdat ze in haar cellen een vrij evenwichtige mix draagt van mitochondriën met normaal DNA en mitochondriën met gemuteerd DNA. Als tijdens de celdeling in één van haar eicellen - door toeval - een groot percentage gemuteerde mitochondriën terechtkomt, zullen symptomen optreden bij het kind dat eruit geboren wordt. Het beeld is des te ernstiger naarmate het aandeel van de gemuteerde mitochondriën hoog is. Om vrouwen met een mutatie van het mtDNA dit soort Russische roulette te besparen, werd mitochondriale donatie (mitochondrial replacement therapy, MRT) ontwikkeld. Hierbij zorgt men ervoor dat het kern-DNA (nDNA) van de biologische ouders gecombineerd wordt met het cytoplasma (en dus de mitochondriën) van een donor met gezonde mitochondriën. Dit kan plaatsvinden vóór of na de bevruchting. In het eerste geval wordt de kern van de eicel van de biologische moeder getransplanteerd in de eicel van een donor met gezonde mitochondriën, waaruit de oorspronkelijke celkern verwijderd werd. In het tweede geval wordt de kern van een zygote aangeleverd door de biologische ouders overgeplaatst in een kernloze donorzygote. Omdat de techniek het nDNA van de biologische ouders combineert met het mtDNA van de donor, circuleren er uitdrukkingen zoals 'three-parent baby' om te verwijzen naar kinderen die door middel van MRT geboren worden. Deze terminologie doet wenkbrauwen fronsen, omdat ze het ethische debat rond MRT aanwakkert, terwijl het mtDNA van de donor zuiver wordt ingezet om het 'technische' proces van oxidatieve fosforylering aan te sturen, en niet raakt aan de persoon. In 2015 werd een eerste baby met behulp van MRT geboren in Mexico. De moeder was draagster van een mutatie in het mtDNA die aan de basis ligt van het Leigh-syndroom, een ernstige mitochondriale ziekte. De eerste twee kinderen van de vrouw waren eraan overleden. Ongeveer een kwart van de mitochondriën vertoonde bij de vrouw de mutatie. In 2015 was het Verenigd Koninkrijk het eerste land dat voor MRT een wettelijk kader schiep, met strikt gereguleerde voorwaarden. In de VS kreeg de FDA het verbod om regelgeving rond MRT te overwegen. Deze maand heeft de Britse overheid bekendgemaakt dat in het Verenigd Koninkrijk 'minder dan vijf kinderen' na MRT geboren zijn. Dat was zowat de hele boodschap, terwijl experts uitkijken naar gegevens over de mogelijkheden van de techniek: werkt ze eigenlijk wel? Zowel in dierproeven als bij de mens is immers vastgesteld dat het gunstige effect van MRT op de mitochondriën mettertijd verloren kan gaan. Samen met de getransplanteerde celkern worden onvermijdelijk mitochondriën van de biologische moeder overgebracht, dus ook gemuteerde mitochondriën. Waarom die in sommige gevallen de bovenhand krijgen over de gezonde donormitochondriën is niet duidelijk. Men spreekt van reversal. Een team van de universiteit van Oxford stelde dit jaar reversal vast na toepassing van MRT bij 25 Griekse koppels. Die werden niet behandeld wegens een mutatie van het mtDNA, maar voor een 'banaal' fertiliteitsprobleem dat met de gewone ivf niet opgelost raakte. MRT werd hier gebruikt omdat het mislukken van ivf, zeker bij vrouwen op hogere leeftijd, te wijten kan zijn aan een leeftijdsgebonden achteruitgang van de mitochondriale functie. Van de zes kinderen die in deze reeks geboren werden, hadden er vijf in het bloed vrijwel uitsluitend mitochondriën van de donor. Eén kind had echter 30 tot 60% mitochondriën van de biologische moeder, hoewel het percentage minder dan 1% bedroeg bij de implantatie van het embryo. De reversal bleek geen invloed te hebben op de gezondheid van het kind - de moeder was immers in dit geval geen draagster van een mtDNA-mutatie. Maar de vraag rijst wat er zal gebeuren als reversal optreedt bij het kind van een moeder die wél draagster is van een mtDNA-mutatie ... Wordt allicht vervolgd.