...

Hij had alles om een mythe te worden. De bedenkelijke reputatie van zijn rijke vader, zijn huwelijk met de glamoureuze Jacky Bouvier, het buitenechtelijk gestoei met de populairste filmster van zijn tijd en - last but not least - zijn dramatische dood. Politiek wordt John F. Kennedy herinnerd als de president die de lont uit de Cubacrisis haalde en het latere Apolloprogramma inspireerde. Twee rake schoten vanuit een jachtgeweer ontzegden hem evenwel de voldoening om de eerste mensen op de maan te zien lopen. Het eerste schot ging door de voorzijde van de halsbasis, het tweede blies een groot stuk uit de rechter occipitale schedel weg. De chauffeur van de presidentiële auto zette in allerijl koers naar het Parkland Memorial Hospital van Dallas. Een paar minuten later werd de president daar opgevangen door de toen 28-jarige chirurg in opleiding Charles Carrico. De president was buiten bewustzijn en had een agonaal adempatroon. Zijn blik was star en zijn ogen waren zijwaarts gewend, met wijde pupillen. Carrico palpeerde geen polsslag. Hij intubeerde de president door de uitgangswonde in zijn keel te vergroten. De anesthesist koppelde de president aan een beademingstoestel en diende hem 300 mg hydrocortison toe, omdat hij wist dat Kennedy de ziekte van Addison had. Een goed idee, zei Terry Kowalenko op het congres: "Als een patiënt met bijnierinsufficiëntie hypotensief is, geven we hem inderdaad steroïden." Intra-veneus vocht werd toegediend. Oorspronkelijk was er elektrische activiteit op het ecg zichtbaar, maar ze viel uit. De artsen gaven hartmassage, wat oorspronkelijk een carotispols opwekte. Toen de cardioloog vaststelde dat er geen blijvende cardiale respons optrad, werden de pogingen gestaakt. John F. Kennedy overleed officieel om 13 uur plaatselijke tijd. Volgens Terry Kowalenko lijdt het geen twijfel: de zaken zouden vandaag nagenoeg verlopen zoals destijds. Een hedendaagse urgentiearts zou de patiënt waarschijnlijk langs de mond intuberen en een centraal veneuze katheter aanleggen, maar hoe dan ook: terwijl de president met de halswonde alleen had kunnen overleven, zou de occipitale schade ook binnen onze moderne geneeskunde dodelijk zijn. In zijn getuigenis voor de commissie- Warren, die de moord op Kennedy onderzocht, verklaarde James Carrico dat de kwaliteit van de zorg niet had geleden onder de identiteit van het slachtoffer (2). "We waren natuurlijk allemaal aangeslagen", erkende hij. Maar hij voegde eraan toe dat het behandelen van acute traumata voor een ervaren arts reflexmatig verloopt. Ten hoogste maakte de drang om de president van de Verenigde Staten te redden iedereen net alerter. Amerika piekert duidelijk nog altijd over het gebeurde. Chirurg prof. Robert McClelland was één van de artsen die in Dallas rond het bed van Kennedy samenstroomden. Al in 2013 belichtte hij in de pers de onherroepelijk fatale aard van de verwondingen die door de beschieting waren veroorzaakt(3). "Ik kon in zijn schedel kijken", blikte McClelland terug. "Zijn cerebellum was oorspronkelijk intact, maar viel na enige tijd gewoon uit de wonde." De moord op Kennedy joeg een golf van ongeloof en wanhoop door de Verenigde Staten. " Most people, if asked, would probably have said that their grief was caused entirely by a personal sense of loss and the symbolic meaning they assigned to Kennedy -- the president who, in his youth and vibrancy, represented hope for the future", schrijft socioloog Jay Livingston op zijn blog(4). " In the world I had taken for granted, presidents did not get assassinated."