...

De afgelopen maanden waren een aantal economen van mening dat er mogelijk een tweede inflatiegolf in aantocht is, wat toch onverwacht zou zijn na de afname van de inflatie die we nu zien. Een van die stemmen is de Amerikaan Lawrence Summers, van 1999 tot 2001 minister van Financiën onder president Clinton. Hij deed veel stof opwaaien door een grafiek te publiceren die de twee inflatiegolven van de jaren '70 en begin jaren '80 illustreerde.Daarbij vergeleek hij die eerste inflatiepiek met de actuele periode en liet verstaan dat dezelfde vergelijking ook zou opgaan voor een tweede inflatiegolf in de komende jaren. Samengevat zou dit dus betekenen dat er ons nog een tweede inflatiegolf te wachten staat. Maar de meeste van zijn collega's verwierpen dit scenario al snel, en wel op basis van één fundamenteel element: dit zou ook een nieuwe oliecrisis vereisen. Om dit beter te begrijpen gaan we even terug in de geschiedenis. Eerste punt: het was de Jom Kipoer-oorlog, toen Egypte en Syrië Israël aanvielen in oktober 1973, die de aanzet gaf tot wat bekend staat als de eerste olieschok. Als gevolg daarvan verviervoudigden de OPEC-producenten de prijs van ruwe olie, uit protest tegen de westerse steun aan Israël.Deze prijsexplosie, in combinatie met een olie-embargo, trof onze economieën erg hard. De "autoloze zondagen" werden ingevoerd om de consumptie te beperken en in het jaar 1974 volgde er een ernstige recessie die de groei voor de rest van dat decennium afremde. Het was een moeilijke periode die in het collectieve geheugen gegrift blijft en die aantoont dat een conflict tussen Israël en zijn buren ook voor ons grote gevolgen kan hebben, ook al zijn onze economieën maar marginaal afhankelijk van deze landen. Tweede punt: er kwam nog een tweede olieschok in 1979, die ook zeer negatieve economische gevolgen had. Maar deze werd veroorzaakt door een heel andere gebeurtenis: de revolutie in Iran in 1979, gevolgd door de oorlog tussen Irak en Iran in 1980. De olieproductie van deze twee landen daalde, waardoor de prijzen de hoogte in schoten en in twee jaar tijd verdrievoudigden. Eén à twee jaar later volgde de inflatie, die wel minder snel klom dan in de eerste helft van de jaren '70 (met een piek in België van 8,7% in 1982, tegenover meer dan 12% in 1974 en 1975). Maar de rentetarieven stegen des te meer, wat grote economische schade teweegbracht. Het is duidelijk dat de inflatiegolf van het begin van de jaren '80 eveneens werd veroorzaakt door een oliecrisis, net als de vorige in 1974-1975. De "tweede ronde-effecten" die soms worden aangehaald, zoals de gevolgen van een loonindexering, waren toen duidelijk niet voldoende om de inflatie aan te wakkeren. Daarom kan de stelling van Lawrence Summers weinigen overtuigen. Toch is het begrijpelijk dat de gebeurtenissen in het Midden-Oosten een effect hebben op de olieprijzen en dit scenario opnieuw opdoemt! Ook al gaat het maar om een lichte stijging. De Brent, 's werelds referentie voor de olieprijs, sloot op maandag 9 oktober de dag af aan $88,20 per vat, een stijging van niet meer dan 4,5%. Maar de dag daarop daalde die alweer. En omdat de prijs de week ervoor met maar liefst 11% was gezakt (na een sterke stijging in de afgelopen maanden), bleef de Brent onder zijn recente pieken noteren. Paniek was er dus helemaal niet. De Straat van Hormuz, de zee-engte tussen Iran en het sultanaat van Oman waar een kwart van de wereldexport van olie passeert, is één van de gevoeligste plekken op aarde en de vermeende maar duidelijke betrokkenheid van Iran maakt de oorlog tussen Israël en Hamas zo gevaarlijk op internationaal vlak.