Oei, ik ben ziek, wat nu? We contacteren de dokter. De huisarts eens proberen? Niet altijd gemakkelijk. Als je er al eentje hebt, mag je hopen dat je er terecht kan. Heb je er geen, dan bots je op patiëntenstops. Spoedgevallen dan maar? Die deur staat immers altijd open en er brandt altijd licht. Na een eerste inschatting van de verpleegkundige komt de spoedarts er bij. Vaak is het een clear cut verhaal. Hulpvraag en diagnosestelling zijn duidelijk en men weet snel wat en hoe er iets moet gebeuren. In sommige gevallen is het moeilijker. Het probleem is niet helemaal duidelijk of het probleem is wel duidelijk, maar laat zich niet in een hokje duwen van een bepaalde orgaanspecialist. En dan start de zoektocht naar de arts die bereid is het probleem aan te pakken. Al te vaak stuit men op "dit is niets voor mij". Maar ja, daarmee is het probleem natuurlijk niet opgelost.

Door "nee" te zeggen, schuif je het probleem door naar iemand anders. Zelf kan dat natuurlijk het gevoel geven dat het probleem weg is, maar dat is het allerminst. U hebt beslist dat het niet uw probleem is, maar dat van een ander. Wie die ander moet zijn, dat moet iemand anders maar uitmaken. Ondertussen is de patiënt niet geholpen. Het probleem is niet opgelost maar verschoven. Het werk in de gezondheidszorg wordt gezien in functie van de zorgverlener.

Meer en meer krijg ik het gevoel dat voor vele collega's geneeskunde een job is geworden, het engagement is zoek

We worden om de oren geslagen met termen als work-life balans, grenzen bewaken en dergelijke. De nieuwe lichting (toekomstige) artsen is daarvan helemaal doordrongen. Het wordt er in hun opleiding ingedramd dat er voldoende zelfzorg moet zijn. Er moet voldoende vrije tijd genomen worden, een gezonde geest in een gezond lichaam. Grenzen moeten afgebakend worden. Ik ben het daar helemaal mee eens. Maar als u, als individuele arts "neen" zegt, dan is er wel iemand anders die "ja" zal moeten zeggen. Iemand die zijn eigen grenzen strikt afbakent, verzet op die manier ook de grenzen van een ander. Daar wordt te weinig bij stil gestaan.

Ik heb het gevoel dat er steeds vaker vanuit het eigen perspectief gekeken wordt. Het perspectief van de patiënt, die zorg vraagt, wordt uit het oog verloren, of komt op z'n minst op de tweede plaats. En ja, het is waar, we worden overspoeld met enquêtes waaruit blijkt dat er erg veel burn-outs zijn in de gezondheidszorg. Heel wat gezondheidswerkers denken aan stoppen. Wat ik nogal eens mis als ik met jonge collega's of stagiairs praat, is "engagement". Meer en meer krijg ik het gevoel dat voor vele collega's geneeskunde een job is geworden, het engagement is zoek. Als je natuurlijk het gevoel krijgt dat je steeds vaker doorgeschoven problemen van collega's moet oplossen, begint dat engagement ook als een job aan te voelen.

Het nieuwe statuut van de assistenten met een erg strikte bewaking van de werkuren en recuperatietijd is een goede zaak voor de assistenten. Het is er gekomen omdat er misbruiken waren. Alleen is geneeskunde moeilijk in een strak keurslijf te duwen. Het is niet omdat de werktijd van de arts er op zit dat de patiënt voor wie je moet zorgen, genezen is. En ja, de reactie is dan steevast dat we ons werk maar beter moeten organiseren.

Maar dat is het juist, ons werk is zo goed georganiseerd als maar kan. Alleen zijn er in de geneeskunde nu eenmaal veel zaken die niet te organiseren of te voorspellen zijn. Zaken die niet kunnen afgebakend worden tussen 9u en 17u. Een hele dag enkel afgebakend werk doen, zonder gestoord te worden door de ziekenhuisafdelingen, collega's die advies vragen of spoedgevallen, kan best aangenaam zijn. Alleen is dat een utopie. Want hetgeen jij niet doet, dat zal een ander moeten doen.

De auteur schrijft in eigen naam.

Oei, ik ben ziek, wat nu? We contacteren de dokter. De huisarts eens proberen? Niet altijd gemakkelijk. Als je er al eentje hebt, mag je hopen dat je er terecht kan. Heb je er geen, dan bots je op patiëntenstops. Spoedgevallen dan maar? Die deur staat immers altijd open en er brandt altijd licht. Na een eerste inschatting van de verpleegkundige komt de spoedarts er bij. Vaak is het een clear cut verhaal. Hulpvraag en diagnosestelling zijn duidelijk en men weet snel wat en hoe er iets moet gebeuren. In sommige gevallen is het moeilijker. Het probleem is niet helemaal duidelijk of het probleem is wel duidelijk, maar laat zich niet in een hokje duwen van een bepaalde orgaanspecialist. En dan start de zoektocht naar de arts die bereid is het probleem aan te pakken. Al te vaak stuit men op "dit is niets voor mij". Maar ja, daarmee is het probleem natuurlijk niet opgelost. Door "nee" te zeggen, schuif je het probleem door naar iemand anders. Zelf kan dat natuurlijk het gevoel geven dat het probleem weg is, maar dat is het allerminst. U hebt beslist dat het niet uw probleem is, maar dat van een ander. Wie die ander moet zijn, dat moet iemand anders maar uitmaken. Ondertussen is de patiënt niet geholpen. Het probleem is niet opgelost maar verschoven. Het werk in de gezondheidszorg wordt gezien in functie van de zorgverlener. We worden om de oren geslagen met termen als work-life balans, grenzen bewaken en dergelijke. De nieuwe lichting (toekomstige) artsen is daarvan helemaal doordrongen. Het wordt er in hun opleiding ingedramd dat er voldoende zelfzorg moet zijn. Er moet voldoende vrije tijd genomen worden, een gezonde geest in een gezond lichaam. Grenzen moeten afgebakend worden. Ik ben het daar helemaal mee eens. Maar als u, als individuele arts "neen" zegt, dan is er wel iemand anders die "ja" zal moeten zeggen. Iemand die zijn eigen grenzen strikt afbakent, verzet op die manier ook de grenzen van een ander. Daar wordt te weinig bij stil gestaan. Ik heb het gevoel dat er steeds vaker vanuit het eigen perspectief gekeken wordt. Het perspectief van de patiënt, die zorg vraagt, wordt uit het oog verloren, of komt op z'n minst op de tweede plaats. En ja, het is waar, we worden overspoeld met enquêtes waaruit blijkt dat er erg veel burn-outs zijn in de gezondheidszorg. Heel wat gezondheidswerkers denken aan stoppen. Wat ik nogal eens mis als ik met jonge collega's of stagiairs praat, is "engagement". Meer en meer krijg ik het gevoel dat voor vele collega's geneeskunde een job is geworden, het engagement is zoek. Als je natuurlijk het gevoel krijgt dat je steeds vaker doorgeschoven problemen van collega's moet oplossen, begint dat engagement ook als een job aan te voelen. Het nieuwe statuut van de assistenten met een erg strikte bewaking van de werkuren en recuperatietijd is een goede zaak voor de assistenten. Het is er gekomen omdat er misbruiken waren. Alleen is geneeskunde moeilijk in een strak keurslijf te duwen. Het is niet omdat de werktijd van de arts er op zit dat de patiënt voor wie je moet zorgen, genezen is. En ja, de reactie is dan steevast dat we ons werk maar beter moeten organiseren. Maar dat is het juist, ons werk is zo goed georganiseerd als maar kan. Alleen zijn er in de geneeskunde nu eenmaal veel zaken die niet te organiseren of te voorspellen zijn. Zaken die niet kunnen afgebakend worden tussen 9u en 17u. Een hele dag enkel afgebakend werk doen, zonder gestoord te worden door de ziekenhuisafdelingen, collega's die advies vragen of spoedgevallen, kan best aangenaam zijn. Alleen is dat een utopie. Want hetgeen jij niet doet, dat zal een ander moeten doen.