De zorgsector zendt dezer dagen alarmerende signalen uit. Ondanks de tientallen miljarden die we jaarlijks in de gezondheidszorg pompen, zijn de problemen immens.

Eind vorige week trok de residentiële ouderenzorg nogmaals aan de alarmbel. Door personeelstekorten sluiten woonzorgcentra afdelingen of voeren ze een opnamestop door. Ziekenhuizen doeken bedden op, eenvoudigweg omdat er onvoldoende verpleegkundigen zijn. Verder zijn huisartsen in sommige regio's een schaars goed geworden, terwijl huisartsenpraktijken op tal van plaatsen een patiëntenstop doorvoeren. En in sommige medische disciplines, oftalmologie bijvoorbeeld, zijn de wachtlijsten lang. Om niet te spreken van de geestelijke gezondheidszorg. Psychologen, (kinder- en jeugd)psychiaters en anderen trekken het niet langer.

Kan de zorg opnieuw een aantrekkelijke werkgever worden?

Help! Wat is er aan de hand? Het lijkt erop dat corona al bestaande zwakke plekken versterkt heeft en structureel van aard gemaakt. Tijdens de pandemie leverden verzorgenden, verpleegkundigen en artsen zware inspanningen. We betalen ze nu cash; velen zien het niet meer zitten.

Kan de zorg opnieuw een aantrekkelijke werkgever worden? De overheid helpt een handje maar dat volstaat niet. Te verwachten valt wel dat inflatie, oorlog en energiecrisis vele bedrijven fataal wordt. Wellicht kan de zorgsector het hierdoor ontstane reservoir aan werklozen aanboren. Het zou enig soelaas kunnen brengen.

Vreugdeloos constateren we ook dat de planningscommissie twee decennia lang contingenten huisartsen en specialisten heeft vastgelegd, maar daarbij vele parameters zoals vergrijzing, deeltijds werken en buitenlandse in- en uitstroom schromelijk fout heeft ingeschat. Het is nooit te laat om zich te herpakken natuurlijk. De effecten zijn evenwel pas over vele jaren zichtbaar. En dus valt te vrezen dat de huidige acute crisis chronisch wordt.

De zorgsector zendt dezer dagen alarmerende signalen uit. Ondanks de tientallen miljarden die we jaarlijks in de gezondheidszorg pompen, zijn de problemen immens. Eind vorige week trok de residentiële ouderenzorg nogmaals aan de alarmbel. Door personeelstekorten sluiten woonzorgcentra afdelingen of voeren ze een opnamestop door. Ziekenhuizen doeken bedden op, eenvoudigweg omdat er onvoldoende verpleegkundigen zijn. Verder zijn huisartsen in sommige regio's een schaars goed geworden, terwijl huisartsenpraktijken op tal van plaatsen een patiëntenstop doorvoeren. En in sommige medische disciplines, oftalmologie bijvoorbeeld, zijn de wachtlijsten lang. Om niet te spreken van de geestelijke gezondheidszorg. Psychologen, (kinder- en jeugd)psychiaters en anderen trekken het niet langer. Help! Wat is er aan de hand? Het lijkt erop dat corona al bestaande zwakke plekken versterkt heeft en structureel van aard gemaakt. Tijdens de pandemie leverden verzorgenden, verpleegkundigen en artsen zware inspanningen. We betalen ze nu cash; velen zien het niet meer zitten. Kan de zorg opnieuw een aantrekkelijke werkgever worden? De overheid helpt een handje maar dat volstaat niet. Te verwachten valt wel dat inflatie, oorlog en energiecrisis vele bedrijven fataal wordt. Wellicht kan de zorgsector het hierdoor ontstane reservoir aan werklozen aanboren. Het zou enig soelaas kunnen brengen. Vreugdeloos constateren we ook dat de planningscommissie twee decennia lang contingenten huisartsen en specialisten heeft vastgelegd, maar daarbij vele parameters zoals vergrijzing, deeltijds werken en buitenlandse in- en uitstroom schromelijk fout heeft ingeschat. Het is nooit te laat om zich te herpakken natuurlijk. De effecten zijn evenwel pas over vele jaren zichtbaar. En dus valt te vrezen dat de huidige acute crisis chronisch wordt.