...

Prof. Baatout is bioloog van opleiding en hoofd van het laboratorium voor radio biologie in het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK·CEN) van Mol. Ze maakte onlangs haar droom waar met een verblijf op de Prinses Elisabethbasis van Antarctica. Van half december 2017 tot half januari 2018 leefde ze er in extreme afzondering, met proefbuizen en microscopen als enig gezelschap. Een leven dat in de buurt komt van wat men in de ruimte ervaart. De bedoeling was meer inzicht te krijgen in hoe het lichaam van een astronaut reageert tijdens een ruimtereis. En meer specifiek, hoe het immuunsysteem zich gedraagt. Op basis van die gegevens zou het op een dag mogelijk moeten zijn naar Mars te vliegen.Sarah Baatout lijkt wel zeven levens te hebben. Ze is professor aan drie universiteiten - Gent, Leuven en Namen -, moeder van twee kinderen, zet zich in voor maatschappelijk werk en houdt van ijsschaatsen. Maar bovenal is ze een knappe onderzoekster, die inzicht probeert te krijgen in het doen en laten van het menselijk lichaam. Ongeacht of het gaat over de behandeling van kanker, een verblijf in een poolstation of een reis naar Mars.Een groot deel van haar werk in Mol spitst zich toe op het implementeren van protocollen om kankerpatiënten op een gepersonaliseerde manier te behandelen met radiotherapie. Samen met haar team houdt ze zich ook bezig met ruimtebiologie. Veel onderzoek gaat hierin op, omdat ruimtereizen worden beschouwd als een tewerkstelling in de nucleaire sector. Zowel medisch als juridisch is er aandacht voor de risico's die hieraan verbonden zijn.Vóór ze meer vertelt over haar onderzoekswerk, wil de radiobiologe graag iets kwijt over de internationale politieke context waarin ze werkt. "Wat er gebeurt is boeiend, onder andere door de intense concurrentiestrijd tussen de VS en China. Alle Europese en Amerikaanse agentschappen zijn afgestemd op een gemeenschappelijk programma voor onderzoek en verkenning in de ruimte. De eerste bestemming is de maan, daarna komt Mars aan de beurt. Oorspronkelijk was de bedoeling om naar de maan terug te keren in 2028. Daarover waren Europa, Rusland en de VS het eens.""Maar Trump ging op het gaspedaal staan en wil de volgende maanlanding voor 2024 inplannen. Tegelijk hebben Elon Musk en andere hoofden van grote ondernemingen - Blue Origin, Boeing, Lockheed en Virgin - gezegd dat ze al in 2023 naar de maan willen.""De Europeanen willen hun kennisrijkdom verzilveren en hebben ingestemd. Ik zetel in verschillende comités die advies geven aan de directie-generaal van het ESA (European Space Agency). Al die comités willen momenteel het maanprogramma sneller afwerken, met meer budget."Voor het onderzoek naar radio-protectie en voor het centrum van Mol, dat zich kan laten voorstaan op een aanzienlijke hoeveelheid onderzoeksresultaten op dit vlak, is de context op zijn zachtst gezegd motiverend."Onze eerste belangrijke resultaten kwamen er met de Odissea-missie in 2002. Als tweede Belg in de ruimte ging Frank De Winne acht dagen aan boord van het internationaal ruimtestation ISS", vertelt Sarah Baatout. "Hij vertrok met materiaal voor een dertigtal onderzoeksprojecten, waaronder het onze. We wilden nagaan hoe goed bacteriën zich handhaven in de ruimte en welke rol ze kunnen spelen bij het recycleren van organisch materiaal (urine, resten van verse groenten) en het produceren van zuurstof door fotosynthese, of als voedingssupplement bij de dagelijkse kost van de astronauten. Het doel van dit ESA-programma, dat de naam MELISSA draagt en werd opgericht met de medewerking van SCK·CEN, was het ontwikkelen van life support voor de astronauten. Met andere woorden, we zoeken naar een systeem dat volledig autonoom kan voorzien in alle zuurstof-en voedingsbehoeften van astronauten in de ruimte.""Gedurende een tiental jaar hebben we een ruimte-experiment ontwikkeld met spirulina, een fascinerende cyano-bacterie die zuurstof en voedsel kan produceren. Spirulina werd al eerder gebruikt als voedingssupplement voor astronauten, omdat deze bacterie veel antioxidantia, vitamines en ijzer bevat. Maar in november 2017 hebben we de eerste bioreactor in de ruimte gebracht, om te kijken of spirulina ook daar kan worden gekweekt. De bioreactor heeft goed gefunctioneerd tot in maart 2018. We hebben dus redenen om verder te werken aan de ontwikkeling van bio-reactoren."