...

Ik laat de dagen en de weken los. Met jou bestond er geen tijd. Ik laat de wegen en de straten los. Een pad samen afgelegd. Met jou kon ik eindeloos verdwalen. Ik laat de spullen die we kochten los. Een leven samen opgebouwd, tjokvol herinneringen. Ik laat één voor één de namen los. De jouwe schrijf ik op briefjes, die ik plak in elk hoekje van de kamer. Ik laat de gezichten van de mensen los. Jouw foto stevig in mijn handen geklemd. Uiteindelijk laat ik langzaamaan het leven los. Maar jou, wij, ons, laat ik nooit los.