...

Een van de belangrijkste klinische kenmerken van bronchiëctasieën is een productieve hoest. Bijna driekwart van de patiënten geeft dagelijks sputa op. Bij een longinfectie verandert de kleur van de sputa: ze worden donkerder als gevolg van afgifte van myeloperoxidase (MPO) door de ontstoken cellen. De kleur van de sputa zou dus kunnen worden gebruikt als biomarker van ontsteking. Een Schotse groep heeft een studie uitgevoerd bij ogenschijnlijk gezonde patiënten zonder longinfectie om na te gaan of de door de patiënten aangegeven kleur van de sputa correleerde met de resultaten op lange termijn zoals de longfunctie en de frequentie en de ernst van de exacerbaties. De vorsers hebben het uitzicht en de kleur van de sputa geregistreerd bij 13.484 van de 19.324 patiënten die regelmatig sputa opgaven, in 31 landen die zijn ingeschreven in een pan-Europees register voor bronchiëctasieën, het EMBARC. De sputa werden in vier categorieën ingedeeld: 1. mucoïd, helder, schuimig en grijs; 2. mucopurulent, veeleer crèmegele kleur; 3. purulent, donkerder (vuiler geel of groen) en dikkere consistentie; 4. zeer purulent, donkergroen tot bruin met soms streepjes bloed. De patiënten werden tot een periode van vijf jaar gevolgd. De belangrijkste evaluatiecriteria waren het aantal en de ernst van de exacerbaties en het aantal sterfgevallen. 40% van de patiënten had mucoïde, 40% mucopurulente, 18% purulente en 1% zeer purulente sputa. Bij elke stijging van de purulentie van de sputa met 1 punt steeg het risico op exacerbaties, ziekenhuisopname en overlijden. Het overlijdensrisico steeg met 12%. Gezien de resultaten van hun grote multinationale studie met een lange follow-up concluderen de auteurs dat de kleur van de sputa correleert met de prognose. Die biomarker is bovendien vlot te bepalen en gemakkelijk te interpreteren en kan dus nuttig zijn bij de follow-up van de patiënten. >> Naar Megan Crichton.