...

Karl Ernst Osthaus (1874-1921) en Kojiro Matsukata (1866-1950) deelden in het begin van de 20ste eeuw dezelfde passie voor moderne kunst en dan vooral voor de Franse impressio- nisten en postimpressionisten.Osthaus stichtte in 1902 het Folkwang Museum in Hagen, maar na zijn dood verhuisde de collectie in 1922 naar Essen. Matsukata begon gretig westerse kunst te verzamelen vanaf 1916. Amper vier jaar later verscheepte hij al 1.000 werken naar Tokio. De crisis van de jaren 1920 verplichtte hem echter om een deel van zijn immense collectie te verkopen. Bovendien werden in 1939 bij een brand in een Londense opslagplaats 900 werken van zijn collectie verwoest.In 1944 confisqueerde de Franse staat meer dan 400 werken uit de Matsukata collectie. Het grootste deel daarvan werd in 1959 verhuisd naar het nieuwe National Museum of Western Art in Tokio, getekend door Le Corbusier. De jong overleden Osthaus en Matsukata hebben elkaar allicht nooit ontmoet, maar hun passie voor kunst en hun oog voor goede kunst maakte hen tot zielsgenoten. Bij de start van de expositie hangen hun portretten broederlijk naast elkaar. Het portret van Matsukata met pijp is trouwens van de hand van de in Brugge geboren Engelse schilder Frank Brangwyn. Het gebeurt nog maar zelden dat zo'n alomvattend overzicht van impressionistische en post-impressionistische kunst wordt gepresenteerd en dat je zoveel topwerken bij elkaar kan bewonderen. Van Manet tot Monet, van Signac tot Cézanne, van Courbet tot Bonnard, van Van Gogh tot Gauguin, thematisch gerangschikt krijg je een les in de geschiedenis van de moderne kunst voorgespiegeld. Dit aan de hand van absolute meesterwerken zoals Parisiennes habillées en Algériennes van Renoir, overgevlogen uit Tokio, alleen daarvoor al zou je de expo gaan be- zoeken. Wat dacht je van Le Port de Saint-Tropez van Paul Signac! Of neem nu de fenomenale serie werken van Maurice Denis, die door deze tentoonstelling in één klap een trapje hoger klimt op de ranglijst. Maar de vedette van de tentoonstelling is Auguste Rodin van wie ook verscheidene werken vanuit Tokio overgevlogen zijn die deel uitmaakten van La Porte de l'Enfer. Dan hebben we het niet eens gehad over de toppers van het Folkwang Museum, L'Explosion van Manet bijvoorbeeld, La Moisson van Van Gogh, of Contes barbares van Gauguin. In dat hoge gezelschap vinden we ook twee Belgen. Théo van Rysselberghe krijgt een ereplaats met het prachtige Claire de lune à Boulogne-sur-Mer, terwijl Henry Van de Velde een belangrijke rol speelt in het verhaal als een van de raadgevers van Karl Ernst Osthaus. Hij zorgde er onder meer voor dat Georges Minne en Constant Meunier ook konden binnendringen in de collectie van de Duitse industrieel. Van Van de Velde is ook Tuin in de zomer, dat oorspronkelijk bestemd was voor de eetkamer van het Huis Wagemans in Antwerpen. De tentoonstelling wordt verder gelardeerd met Japanse houtsneden van Hokusai, Hiroshige e. a. die een be- slissende rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de moderne westerse kunst, denk maar aan Van Gogh. Naast enkele zeer geslaagde hedendaagse ingrepen zoals de prachtige installatie van Chiharu Shiota.Een expositie die u als kunstlief- hebber niet mag missen. Een nog strakker plan is dat u in de zomer ook afreist naar Tokio om de Japanse interpretatie van de expo gewijd aan de twee ver- zamelaars, Osthaus en Matsukata, te toetsen aan de tentoonstelling in Essen. De heropening van het gerenoveerde Japanse museum is voorzien in de maand juni van dit jaar.