...

Michel Piccoli behoorde tot het kransje van linksgeoriënteerde artiesten die zich in Saint-Germain-des-Prés verzamelden in de Tabou Club. Onder hen Juliette Gréco met wie hij van 1966-1976 getrouwd was. Zijn acteurscarrière overspant 70 jaar in theater (waar hij in 1945 debuteerde en later bekroond werd met een Molière, twee jaar na elkaar voor King Lear) en een 200-tal films. Tegelijkertijd schreef hij scenario's, was hij producent en regisseerde hij drie langspeelfilms waaronder Alors, voilà met niemand minder dan Arno.Over acteren zei hij onder andere: "Ik heb me nooit willen beperken tot een bepaalde niche. Ik stelde me altijd open maar was wel selectief in de diversiteit van rollen die me werden aangeboden. Het waren karakters die nu eens gek waren, dan weer intelligent, soms schrikwekkend, die bekoorden of onbehagen bezorgden, verwonderden of ondraaglijk waren. Nooit wist je van tevoren of ze zouden mislukken of succesvol zijn. Ik heb altijd gewild dat de kijker iets ontdekte dat zijn ogen wijd opensperde. Ik hield ervan de gebaande paden te vermijden."Zijn ster begon te rijzen in volle nouvelle vague met het fantastische Le mépris van Jean-Luc Godard waarin hij een oogverblindende Brigitte Bardot als echtgenote heeft. Herbekijk net als wij deze film die geen grein gedateerd overkomt. Luis Buñuel castte hem een jaar later samen met Jeanne Moreau in Le journal d'une femme de chambre en zou hem nog regisseren in Belle de jour, Le charme discret de la bourgoisie en Le Fantôme de la liberté. Liefst zeven maal werkte hij met de Italiaanse regisseur Marco Ferreri, onder andere in de schandaalfilm La Grande Bouffe. Het was onder regie van een andere Italiaan, Marco Bellocchio, dat hij voor Salto Nel Vuoto in 1980 bekroond werd als beste acteur in Cannes. Ook later in zijn carrière bleef hij Italiaanse rollen meepikken, zoals de weifelende paus in Nanni Moretti's Habemus papam. Michel Piccoli wist iedereen die hij ontmoette op zachte wijze te imponeren. De programmator van Cinematek/Flagey, André Joassin, herinnert zich nog levendig Piccoli tijdens de voorstelling van Le Gout des Myrtilles in Brussel in 2014: "Het was werkelijk een eer en een waarlijk plezier hem te mogen ontvangen. Ik koester de herinnering van een temperamentvol persoon wiens humor en plagende provocerende aard - verre van intimiderend - afstanden deden vervagen en iedereen die hem benaderde op zijn gemak stelde." Chantal Moens (pr-verantwoordelijke bij de Unie van de Filmkritiek en voorheen bij diverse filmdistributeurs als Cinéart, Warner) spreekt vol lof over de acteur die ze als persverantwoordelijke van het Filmfestival van Gent ontmoette in 1983. Ze omschrijft hem als 'un acteur de charme' alluderend op Gainsbourg die men een 'musicien de charme' noemde. "Piccoli's sex-appeal en mannelijkheid vulden de ruimte. Naast zijn onwaarschijnlijke présence en charisma vielen vooral zijn professionalisme en vriendelijkheid op."Romy Schneider was een harstvriendin met wie hij onder andere schitterde in Le trio infernal, Les choses de la vie en Max et les ferrailleurs, die laatste twee in een regie van Claude Sautet die Piccoli vijf maal regisseerde.Les Choses de la vie is een halve eeuw oud en is een van die films die zich afspelen in een bourgeoismilieu met een zekere malaise erin, zo typisch voor de Franse film van de jaren 1970. De chemie tussen Romy Schneider en Michel Piccoli spat van het scherm.Tijdens het kort na elkaar herbekijken van Les Choses de la vie en Max et les férraileurs, ontwaarden we hoe vreemd en fascinerend de vertolkingen blijven, zovele jaren later. Zelf zei Piccoli er het volgende over: "Ik speelde heel wat eenzaten en zou mijn twee levens willen uitschrijven vanuit een psychoanalyse van mezelf via een psychoanalyse van de personages die ik vertolkte. Het zou kunnen verklaren waarom ik die richting uitging en verscheidene regisseurs me uiteindelijke op een gelijkaardige manier gebruikten. Een introspectie van mezelf en de personages met wie ik een festijn had om het op een culinaire wijze te zeggen."