Een gezonde mond is bij (kwetsbare) ouderen van essentieel belang om infecties te vermijden en hart- en vaatziekten te voorkomen. Meer en meer wordt de invloed ervan op diverse aandoeningen onderzocht en gedocumenteerd.
...
"Zo'n 40% van de ouderen is licht zorgbehoevend, 45% gemiddeld en 15% zwaar zorgbehoevend. Men moet er dus op bedacht zijn dat de persoon mogelijk niet in staat is zonder hulp zijn of haar tanden te poetsen." Dat zei dr. Simon Benoliel op het event 'Salon Soins & Santé.' (1) Dr. Benoliel is verbonden aan Dentalmobilis, een ambulante dienst die tandheelkundige zorg aanbiedt in rust- en verzorgingstehuizen."Vandaag de dag heeft 70% van de bewoners in zorginstellingen een natuurlijk gebit (met of zonder partiële prothese) en 30% heeft geen tanden meer, van wie sommigen een volledig kunstgebit dragen en anderen niets. Vanaf de leeftijd van 75 jaar gaat nog slechts 43% naar de tandarts, maar in woonzorgcentra heeft driekwart van de bewoners de afgelopen vijf jaar geen tandarts meer gezien. Concreet betekent dit dat 85% cariës heeft, 95% tandsteen en 90% een gebitsprothese die regelmatige controle en zorg vereist." Cariës is de meest voorkomende mondziekte. Speeksel kan de pH-waarde opkrikken, maar dat volstaat niet omdat men de hele dag door eet. Een tandenborstel en tandpasta met fluoride kunnen dat evenwicht herstellen. (2) Zonder de tong te vergeten, want ook die verzamelt tandplak, net zoals de tanden. Tandprothesen kan je poetsen met water en zeep. Aanvullend zorgt een professionele gebitsreiniging, met het verwijderen van tandplak en tandsteen, voor een goede gezondheid van het tandvlees. Dokter Benoliel wijst op het belang van tandenpoetsen 's avonds, de belangrijkste poetsbeurt van de dag. Hij benadrukt dat het niet nodig is om de mond te spoelen nadat je je tanden gepoetst hebt. "Als je nog te veel tandpasta in de mond hebt achteraf, is het omdat je te veel tandpasta gebruikt. Je kan eventueel spoelen na 10-15 minuten, maar niet meteen." Parodontale zorg heeft een gunstig preventief effect. In 2019 bracht een consensusconferentie cardiologen en parodontologen (Europese Federatie voor Parodontologie en Wereldhartfederatie) bijeen om de aanwijzingen over de relatie tussen hart- en vaatziekten en parodontitis opnieuw te evalueren. Vervolgens werd een aantal aanbevelingen gedaan aan zorgverstrekkers en bevolking. (3) Epidemiologische en biologische gegevens bevestigen de positieve onafhankelijke relatie tussen ernstige parodontitis en verschillende niet-overdraagbare ziekten, met name cardiovasculaire aandoeningen. Zo is de prevalentie van myocardinfarct, het aantal ischemische hartziekten en beroertes en de cardiovasculaire mortaliteit verhoogd bij patiënten met parodontitis. In het geval van diabetes gaat het zelfs om een ware wisselwerking: diabetici hebben een verhoogde kans op (ernstige) tandvleesaandoeningen en parodontitis kan reeds bestaande diabetes verergeren. Simon Benoliel wijst vervolgens op het verband met longontsteking, de belangrijkste doodsoorzaak bij ouderen, vooral in zorginstellingen: "Bij de minste dysfagie of na een verslikincident kunnen bacteriën in de longen terechtkomen. Bijgevolg vermindert een goede, dagelijkse mondhygiëne de morbiditeit en mortaliteit door aspiratiepneumonie." Tenslotte is er ook een link aangetoond tussen parodontitis (en meer bepaald de bacterie Porphyromonas gingivalis) en de ziekte van Alzheimer. Een verminderde mondgezondheid blijkt een van de risicofactoren voor ondervoeding te zijn: "Zo'n 15% van de ouderen loopt het risico ondervoed te raken omdat ze een droge mond hebben. Ze vergeten niet alleen te drinken, hun speekselklieren maken ook minder speeksel aan en ze nemen medicatie, waarvan 50% hyposialie als bijwerking heeft. Speeksel is echter verantwoordelijk voor de eerste fase van de spijsvertering, dus als je geen tanden hebt, als je niet kauwt, wordt het voedsel niet opgenomen en haal je er geen voedingswaarde uit. Het risico op ondervoeding loopt zelfs op tot 40% wanneer de mond in slechte gezondheid verkeert: als je kampt met kiespijn, een abces, parodontitis, loszittende tanden of een slecht passende tandprothese, dan heb je geen zin meer om te eten of kan je niet meer eten en verander je de eetgewoonten", voegt hij eraan toe. "Mensen moeten weten hoe correct tandenpoetsen verloopt en moeten de handeling kunnen uitvoeren. Anders is hulp aangewezen. Voor zorginstellingen houdt dit in dat het verplegend personeel opgeleid moet zijn om mondzorg te verlenen aan zorgafhankelijke bewoners. Daarnaast moeten gezonde gewoonten voor mondverzorging gestimuleerd worden. Die krijgen een plaats in het protocol en in het preventief gezondheidsbeleid van het woonzorgcentrum, wat steun van de directie vraagt."