...

Mensen met diabetes worden altijd bij de hoogrisicogroepen gerekend wanneer het over virale en bacteriële infectieziekten gaat. "De reden is dat de kans om gehospitaliseerd te moeten worden of te overlijden, altijd hoger is wanneer de patiënt een chronische aandoening zoals diabetes op de achtergrond heeft. Zowel een virale infectie, zoals influenza of covid-19, als een bacteriële infectie, zoals een pneumokokkeninfectie, verhoogt namelijk het risico op ontregeling van de bloedsuikers waardoor de nood aan medische hulp en hospitalisatie zal toenemen", aldus prof. Chantal Mathieu (diabetoloog, UZ Leuven). Dat betekent echter niet dat mensen met diabetes gevoeliger zijn voor virale infecties, zoals influenza of covid-19, maar ze zullen er wel zieker van zijn. De situatie is anders wat bacteriële infecties betreft. Mensen met hoge bloedsuikerwaarden kunnen zich inderdaad moeilijker verdedigen tegen bacteriële infecties. Denk aan de slecht genezende voetwonden en de moeilijke klaring van bacteriën uit de longen. "Mensen met diabetes zijn dus mogelijk wel een beetje gevoeliger aan bacteriële infecties, zoals pneumokokken, en vooral als ze zulke infectie hebben, is de kans op een slechtere afloop opnieuw groter. Vandaar dat wij, als artsen die werken met diabetespatiënten, al jarenlang campagnes voeren om griepvaccinatie bij mensen met diabetes, en meer nog bij mensen met diabetes én hogere leeftijd, te promoten. Dat geldt ook al een aantal jaren voor de pneumokokkenvaccinatie." In geval van virale en bacteriële infecties is het bovendien zo dat bij mensen met type 2-diabetes die overgewicht en meestal een hyperinflammatoire toestand hebben, het risico op een slechte outcome - nood voor hospitalisatie, of verblijf op intensive care - nog meer uitgesproken is, zeker op hogere leeftijd. De gevoeligheid van mensen met type 1-diabetes voor covid-19 werd in Leuven en Aalst in een recent gepubliceerde, retrospectieve studie onderzocht. 3 Uit de studie bleek dat mensen met type 1-diabetes geen hoger risico hadden dan de doorsnee bevolking om wegens covid-19 in het ziekenhuis te belanden. Wanneer ze dan toch in het ziekenhuis moesten worden opgenomen, dan hadden ze geen verhoogd risico op een slechtere afloop van covid-19. Het resultaat is, volgens de auteurs, het gevolg van de actieve follow-up van type 1-diabetes in ons land. Het onderzoek liep dan ook bij type 1-diabetici die goede educatie gekregen hadden en via de conventie werden opgevolgd. Mensen met type 2-diabetes, hogere leeftijd en overgewicht, hebben daarentegen voor een ziekte als covid-19, net zoals voor influenza en de bacteriële pneumonieën, wel degelijk meer kans om zwaar ziek te worden en te overlijden. "Uit de registratie van het aantal sterfgevallen voor covid-19, influenza en pneumokokken in ziekenhuizen stelt men evenwel een hogere sterfte vast bij mensen met diabetes. De initiële rapporten uit Italië en andere landen toonden dat eens type 1-diabetici met covid-19 in het ziekenhuis waren opgenomen, de outcome veel slechter was, vooral op hogere leeftijd. Maar we weten niet of die mensen stierven door de virale of bacteriële infectie of door het feit dat de infectie hun diabetes ontregelde. Met andere woorden, niet noodzakelijk door de infectie zelf, maar door het gemengde beeld van diabetesontregeling, hogere stolbaarheid in het bloed en daarbovenop de infectie." Vandaar de boodschap om mensen met diabetes, zeker op hogere leeftijd, tegen pneumokokken te vaccineren en mensen met diabetes van om het even welke leeftijd tegen griep te vaccineren, zeker in 2020, om de combinatie van griep en covid-19 te vermijden. Er is geen leeftijdsbeperking voor de pneumokokkenvaccinatie, maar als er prioriteiten moeten worden gegeven, dan vooral de oudere diabetespopulatie. In het begin van de covid-19-pandemie circuleerde de boodschap om op dat moment geen pneumokokkenvaccin toe te dienen. "Dat was omdat we niet wisten wat er aan het gebeuren was", reageert prof. Mathieu. Vandaag kunnen we stellen dat, los van de covid-19-evolutie, de aanbeveling van vaccinatie tegen pneumokokken absoluut geldt bij chronische morbiditeit waaronder ook diabetes valt." De huisartsen weten dat ze hun risicopopulatie moeten stimuleren om zich te laten vaccineren, want het toedienen en opvolgen van vaccinaties hoort tot hun takenpakket. Bij diabetici wordt voor primo-vaccinatie tegen pneumokokken aanbevolen om eerst met het 13-voudige vaccin (PCV-13) te vaccineren en minstens acht weken later met het 23-valent vaccin (PPV-23). Werd de diabetespatiënt al eerder gevaccineerd met PPV-23, dan wordt een eenmalige vaccinatie met PCV-13 aanbevolen, minstens één jaar na het PPV-23.1,2 "We kunnen met zekerheid stellen dat het pneumokokkenvaccin aanslaat bij mensen met diabetes en even veilig is als bij gezonde mensen", aldus prof. Mathieu. De huidige vaccinatiegraad is echter teleurstellend. In een recente publicatie 4 werd navraag gedaan naar de vaccinatiegraad bij mensen met diabetes type 1 en 2, chronisch nierlijden, hartfalen, COPD, hiv en orgaantransplantatie. "In de hele groep was minder dan 10% van de deelnemers gevaccineerd tegen difterie, tetanus, influenza en pneumokokken. Een ontstellend laag percentage jonge mensen met type 1-diabetes laat zich jaarlijks vaccineren tegen griep: ze denken dat hen niets kan overkomen omdat ze jong zijn. Maar ook zij hebben een hoger risico op keto-acidose wanneer ze een zware infectie hebben." Van de type 1-diabetici was 22,5% gevaccineerd tegen influenza en slechts 4% tegen pneumokokken. Bij de type 2-diabetici lagen de percentages iets hoger, respectievelijk 48% en 24,3%. Kortom, er is nog werk aan de winkel om de mensen te overtuigen zich te laten vaccineren. "Alle zorgverleners die met diabetespatiënten werken, moeten hier met harmonie van stemmen spreken en de huisarts zijn rol als coördinator van de vaccinaties laten vervullen", besluit prof. Mathieu.