...

Het Musée d'Orsay hoeft zijn kasten maar open te trekken om meesterwerken van Géricault, Delacroix, Manet, Gauguin, Degas, Cézanne, Matisse... tevoorschijn te halen. Die zijn dan ook aanwezig op deze mooie tentoonstelling. Voor Matisse en Manet is zelfs een hoofdrol weggelegd. Maar toch is het thema belangrijker dan het meesterwerk.De intrede van het zwarte model in de kunst, de boodschap die de kunstenaar wil meegeven door enerzijds het zwarte model op een nadrukkelijk piëdestal te plaatsen en uit te beelden met aristocratische allures, anderzijds de gruwel van het Franse kolonialisme in Afrika en op de eilanden van de Stille Zuidzee en de Caraïben te documenteren. Minder bekende artiesten als Théodore Chassériau of Marie Guillemine Benoist komen op die manier op de voorgrond omwille van de kracht van de boodschap die in hun schilderijen schuilt.Rode draad in de tijdslijn die de tentoonstelling schraagt is het abolitionisme, of het moeizame proces van de afschaffing van de slavernij in het woelige Frankrijk van het eind van de 18e en de eerste helft van de 19e eeuw, van de Franse Revolutie tot het bij wet ingeschreven einde van de slavernij, van de revolte van de slaven op het eiland Haïti tot de triomf van de 'négritude' in de jaren 1920 en 30 in Parijs. In 1794 werd in Frankrijk de slavernij door de revolutionairen afgeschaft, maar acht jaar later zou éne Napoleon die beslissing terugschroeven.Zo ontdekken we gaandeweg in de tijdlijn van de tentoonstelling dat de kunst grimmiger wordt, van respect voor de zwarte medemens gaat het naar een sterke veroordeling van de gruwel die met de slavernij gepaard ging.Naast de talrijke schilderijen en beeldhouwwerken is ook een belangrijke serie foto's te zien, onder meer van Félix Nadar. Via Les Années Folles tijdens het interbellum - Josephine Baker en andere zwarte artiesten - besluiten we deze mooie en verhelderende tentoonstelling met kunst na WOII, waarbij vooral het werk van de Amerikaanse kunstenaar, saxofonist, filmmaker Larry Rivers de aandacht trekt.Met de installatie I like Olympia in Black Face uit 1970 (uit de collectie Centre Pompidou) laat hij een zwarte Olympia door een blank dienstmeisje bediend worden. Larry Rivers frequenteerde in de jaren 1960 het hotel Chelsea waar Franse Nouveaux Réalistes als Yves Klein, Jean Tinguély en Niki de Saint Phalle, maar ook Bob Dylan, Janis Joplin, Leonard Cohen verbleven. Verder onderzoek waard.