...

In 2009 verplicht een ongeval Hubert Paulissen (65) om plots lange tijd thuis te revalideren. Uit ons gesprek zal later blijken dat stilzitten niets voor de voormalig apothekersassistent is. Hoog tijd om die eiken kast, die hij in 2002 erfde na het overlijden van zijn ouders, eens van naderbij te bekijken, oordeelde Hubert. Tijdens zijn zoektocht vindt hij een ijzeren sigarenkistje, met daarin een boekje met een kaft in stof: het dagboek van... jawel, zijn grootvader Roger Lambrechts, van de Eerste Wereldoorlog. Hubert trok grote ogen. Niet in het minst door het prachtige handschrift "zoals dat tegenwoordig niet meer bestaat". Het dagboek was in het Frans opgesteld. Met de hulp van Franstalige familieleden slaagde Hubert erin de notities te vertalen. Later vond hij nog meer documenten, waaronder brieven geschreven tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit de gevangenis in Sint-Gillis. Met het dagboek en de brieven, besefte Hubert dat hij historische documenten in handen had. "Omdat ik vragen had over het verloop van WOI en de gebeurtenissen die grootvader beschreef, nam ik contact op met het archief van Diksmuide, dat me op zijn beurt in contact bracht met André Gysel, voormalig leraar geschiedenis en Nederlands in Diksmuide, en nu gids in de IJzervallei en de Westhoek (Gysel is tevens co-auteur van het boek, n.v.d.r.). Samen namen we het dagboek bladzijde per bladzijde door, probeerden we verbanden te leggen waar nodig, checkten we informatie op historische correctheid, kortom reconstrueerden we het verhaal van grootvader." In 1910 vatte grootvader Roger studies geneeskunde aan. Na zijn eerste doctoraat leerde hij een jonge dame kennen. "Onze grootmoeder", glimlacht Hubert. "Hij moet het laatste jaar van zijn tweede doctoraat nog afronden, wanneer de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Hij meldt zich in maart 1914, nog voor het begin van WOI, aan als vrijwilliger om vanaf september zijn laatste jaar geneeskunde te vervolmaken bij het leger.De geschiedenis leert dat de idealen en plannen van veel jongeren door Keizer Willem van Duitsland overhoop gegooid werden. Zo ook voor Roger Lambrechts. De jonge Lambrechts is nog niet officieel afgestudeerd als hij zich, amper één week na het behalen van zijn tweede doctoraat, moet aanmelden bij zijn legereenheid in Charleroi. "Het leger had artsen nodig", vertelt Hubert Paulissen. Dus werd een jonge Roger Lambrechts onder leiding van dr. Irenée Vanderginst medeverantwoordelijk voor de zorg voor om en bij de 1.000 soldaten. Hubert Paulissen: "Omdat hij nog geen volwaardig arts was, kreeg onze grootvader net zoals de andere soldaten een geweer in zijn handen gestopt. Het Belgisch leger had nog uniformen van de vorige oorlog, maar geen helmen", merkt hij op. Zo vocht grootvader Roger mee in verschillende veldslagen: de Slag om Luik, en de verdediging van Leuven tot Antwerpen met o.m. de Slag rond Wespelaere. Daar overhandigde een Duitse soldaat hem zijn zwaard, als dankbaarheid omdat Roger Lambrechts hem verzorgd had. "Hoewel hij de Eed van Hippokrates nog niet afgelegd had, vond grootvader het zijn morele plicht om gewonden en zieken te helpen, zo ook Duitse soldaten. De Duitse soldaat in kwestie was aanvankelijk in al zijn staten, en probeerde hem aan te vallen. Uiteindelijk is het grootvader toch gelukt de soldaat te kalmeren en te verzorgen." In zijn dagboek beschrijft Roger Lambrechts ook de minder 'mooie' kanten van zijn taken als hulparts tijdens de oorlog. "Zo was hij rechtstreeks betrokken in het straatgevecht tijdens de verdediging van Luik waarbij graaf De Lippe en zijn zoon sneuvelden, doodde hij met zijn Browning drie ulanen, Duitse soldaten te paard, die zich in de berm tussen Ans en Waremme verscholen hadden, en was hij betrokken bij de executie van enkele Duitse soldaten in Kaaskerke bij Diksmuide", vertelt Hubert Paulissen. Na het einde van de oorlog maakt Roger Lambrechts onmiddellijk 'werk' van zijn huwelijk met zijn verloofde Marguerite Praet, nog vóór zijn afstuderen als arts in 1919. "Op zijn diploma staat vermeld dat hij kennis had van het Frans, Nederlands, Duits en Engels". Hubert staat ook even stil bij het verloop van de examens in die tijd. "Wist je dat onze grootvader en zijn studiegenoten alle vakken moesten afleggen op amper twee dagen tijd, van 's ochtends tot 's avonds? En dat zij maar één week voorbereidingstijd hadden? De dokters van nu zullen nogal opkijken als ze dit lezen." Aanvankelijk begon Roger Lambrechts als gynaecoloog-chirurg te werken in het ziekenhuis van zijn schoonvader dokter Emile Praet, later startte hij zijn eigen dokterspraktijk aan de Zwarte Vijvers in Sint-Jans-Molenbeek (waar nu apotheek Lambrechts gevestigd is, gerund door een nicht, n.v.d.r.). Op jonge leeftijd (ca. 30 jaar) kon dr. Roger Lambrechts dus al meerdere specialismen achter zijn naam schrijven, iets wat vandaag de dag in de praktijk niet mogelijk is. "Men moet dat niet bekijken met de ogen van vandaag", zegt Hubert, "in die tijd ging men veel minder lang naar school en de oorlog was zijn leerschool." Patiënten wisten dokter Lambrechts al snel te vinden. "In zijn dagboek beschrijft hij lange werkdagen, met soms tot meer dan 60 consultaties per dag. De familie had een huis in Dilbeek, maar twee nachten per week bleef hij in zijn kabinet slapen." Naast zijn dokterspraktijk was dokter Lambrechts ook maatschappelijk geëngageerd. Hij was voorzitter van de Rode Kruis-afdeling Koekelberg-Sint-Jans-Molenbeek, en als slachtoffer van een gasaanval in Ardooie was hij ook voorzitter van de Nationale Vereniging van Longgekwetsten. "Een groot rechtvaardigheidsgevoel", deed Roger Lambrechts beslissen om in de gemeentepolitiek te stappen. Als overtuigd katholiek op een katholieke scheurlijst. Niet akkoord gaande met de politieke gang van zaken, kwam hij uiteindelijk bij Rex terecht. "Maar toen de partij van Léon Degrelle zich openlijk uitsprak voor collaboratie met de nazi's, distantieerde hij zich, net zoals vele anderen", aldus Hubert. Omdat hij aanvoelde dat de oorlog er aankwam, schreef dr. Lambrechts nog snel het boekje Gaz de Combat et soins aux gazés. En gelijk had hij: in mei 1940 viel Nazi-Duitsland België binnen. "Uit onvrede met de snelle capitulatie sloot hij zich aan bij het verzet, waar hij Inlichtingenagent werd voor enkele groepen zoals Alex, Athos, S.R. Air Lyon 40, en werkte voor Marcel Van Dael en M. Cannoot. Hij was een soort brievenbus, hij controleerde en vulde gegevens aan en stuurde die vervolgens door naar andere afdelingen." Op 14 april 1942 valt de Geheime Feldpolizei om halfzeven 's ochtends binnen in het dokterskabinet van dokter Lambrechts. "Een van de agenten stapte onmiddellijk naar de rugleuning van de stoel waarin hij spionagedocumenten vond, die grootvader - uit naïviteit - niet vernietigd had." Hubert zucht. "Onze grootvader was verraden door een dubbelspion..." Het toeval wil dat de oudste zus van Roger Lambrechts op dat moment ook in de praktijk was. "Zij deed zich voor als een zottin, en verstopte grootvaders dagboek onder haar rok. Dat was de eerste miraculeuze redding van het dagboek", glimlacht Hubert. Na zijn arrestatie kwam dokter Lambrechts in de gevangenis in Sint-Gillis terecht. Het regime was er streng: hij mocht slechts om de twee weken een brief schrijven en naar de mis. In zijn brieven aan zijn vrouw en kinderen beschreef hij dat hij lichamelijk afzwakte. Met het akkoord van de gevangenisdokter kreeg hij van het thuisfront - mits betaling - extra eetrantsoen." Vervolgens werd Lambrechts naar Duitsland getransporteerd waar hij in verschillende gevangenissen belandde. Het is in Keulen dat hij aan zijn einde kwam. In een proces zonder juridische bijstand werd hij samen met de medegearresteerden van zijn groep spionnen ter dood veroordeeld. Onthoofding was een gebruikelijke straf voor spionnen. "De nazi's hadden de werking van de guillotine geperfectioneerd met elektriciteit, maar omdat onze grootvader tijdens zijn verhoor de nazi's minachtte en beschimpte - hij had uiteraard geprobeerd om eronder uit te komen - , werd hij onthoofd door middel van de hakbijl. Als vernedering, en om een voorbeeld te stellen. Hij was er overigens lichamelijk zo slecht aan toe, dat de nazi's hem niet meer als proefkonijn gebruikten voor hun medische experimenten." De tegenstelling tussen WOI - waar dokter Lambrechts als held uitkomt - en zijn lijdensweg tijdens WOII is groot. "Wat drijft iemand om, als vader van negen kinderen, zichzelf in zo'n precaire situatie te brengen?", vraagt Hubert Paulissen zich luidop af. "Was het zijn gevoel voor rechtvaardigheid? Ongetwijfeld werd hij ook beïnvloed door anderen." Tien jaar heeft Hubert Paulissen aan het boek gewerkt. "Verschillende mensen met wie ik samenwerkte, menen mij in mijn grootvader te herkennen", zegt Hubert met enige terughoudendheid. "Welke eigenschappen ze precies bedoelen? Waarschijnlijk zijn/mijn koppigheid en doorzettingsvermogen, anders was het boek er nooit gekomen!" (glimlacht)Het boek is dan wel af, Hubert Paulissen blijft documenten verzamelen die het verhaal van zijn grootvader kunnen aanvullen. Bij elke lezing kan hij wel iets nieuws vertellen, of komt hij zelf nog iets te weten. Tot op heden zijn de reacties lovend, onder andere van geschiedkundigen. Eén reactie kwam weliswaar hard aan. Na de voorstelling van het boek in Dilbeek, waar Roger Lambrechts woonde en ook een straatnaam heeft, stond een man in het publiek op en zei: "U mag vertellen wat u wil, uw grootvader was en blijft een Rexist!" Hubert is geen discussie gestart, maar pleit(te) om gebeurtenissen en gedachtegangen te bekijken in hun tijdsgeest. "Moest er vandaag een psychologische test bestaan die zou kunnen bepalen wat ons gedrag zou zijn tijdens een oorlog of bepaalde tijdsperiode, denk ik dat velen wel eens van zichzelf zouden kunnen verschieten." O ja, vanwaar de titel van het boek? Die komt ons bekend voor. "Inderdaad, ik heb de titel ontleend aan een serie van dokter Yves Louis en Henk Van Nieuwenhove, in 2014 verschenen in Artsenkrant. Tussen Hippokrates en Hitler, past perfect bij het tragische levensverhaal van mijn grootvader."