...

Onze hoofdstad geldt (terecht) als een van dé steden waar je nog volop art-nouveau- architectuur kan ontdekken. Zelfs al heeft de sloophamer pareltjes als het Volkshuis en hotel Aubecq vernietigd, er blijven nog honderden panden over waarin gebogen lijnen, sierelementen en craftmanship de hoofdtoon uitmaken. Architect Victor Horta was zonder twijfel de meest prominente architect van die art-nouveau. Maar creaties van zijn collega's en tijdgenoten als Hankar, Cauchie en Blérot kleuren evenzeer het Brusselse straatbeeld. Op de Unesco werelderfgoedlijst prijken trouwens niet minder dan vier stadspaleizen die Horta heeft ontworpen: hotel Tassel, Solvay, van Eetvelde en zijn eigen woonhuis (nu het Hortamuseum). Hotel Solvay op de Louizalaan is allicht het meest prominente herenhuis dat op het cv staat van architect Horta. Kenners beschouwen het ook als zijn fraaiste creatie. Dat mag niet verwonderen: Horta besteedde bijna acht jaar om dit project te voltooien (tussen 1895 en 1903) en vooral: hij mocht beschikken over een onbeperkt budget! De opdrachtgever was dan ook niet de minste: Armand Solvay, zoon van de stichter van het gelijknamige industrieconcern. Toen Armand aan het hoofd kwam te staan van de firma wilde hij een prestigieus huis langs een van dé Brusselse avenues, de Louizalaan, dat zijn nieuwe status gestand deed.Het resultaat is zonder meer adembenemend. De monumentale traphal met een pointillistisch schilderij van Théo Van Rysselberghe, de getinte glasramen, het meubilair en de binneninrichting van de diverse vertrekken: dit huis is een doorgedreven staalkaart van Horta's kunnen, tot in de kleinste details. En het feit dat de architect mocht beschikken over een onbeperkt budget zorgde ervoor dat hij de meest luxueuze materialen koos voor de aankleding: niet minder dan 23 verschillende soorten marmer en twaalf houtsoorten onder meer uit Congo heeft hij gebruikt.Het maakt van Hotel Solvay een paradepaardje dat in Brussel weinig gelijken kent - tenzij misschien de Villa Empain of het Huis Stoclet. Maar hoe trendy Hotel Solvay rond de eeuwwisseling was (het was niet alleen privéwoonst maar diende ook als ontvangstruimte), het huis bleek uiteindelijk niet zo comfortabel. De familie Solvay verkocht het, inclusief de meticuleus bewaarde inboedel, in de jaren 1950 aan de couturierfamilie Wittamer. Zij hebben het tot op vandaag geconserveerd en stellen het vandaag open voor bezoekers. Tijdens de rondgang van 45 minuten zal u ongetwijfeld meermaals verbluft worden door dit uniek staaltje van Gesamtkunst. Een absolute aanrader! Info: hotelsolvay.beElsene, samen met Brussel-stad, Schaarbeek en Sint-Gillis, is een van de gemeenten waar je heel wat art- nouveaupanden terugvindt. In de schaduw van het Jubelpark bevindt zich nog zo'n parel: het Cauchiehuis. Het betreft het voormalige woonhuis van Paul Cauchie (1875-1952), die vooral naam heeft gemaakt als beeldend kunstenaar en decorateur. Zijn sgraffiti's figureren niet alleen op de gevel van zijn eigen huis en elders in de hoofdstad, ook in tal van andere steden ten lande (van Dinant, Luik tot Turnhout en Mechelen) vind je sporen van zijn oeuvre.Deze woning uit 1905 wordt gerekend tot de tweede generatie art-nouveauhuizen. In de gevel vind je, naast de kenmerkende sgraffiti, ook elementen terug van symmetrie en geometrie, en die zijn geïnspireerd op de School van Glasgow, vertelt Alice Graas van de vzw die het huis beheert.Tijdens de rondleiding wordt duidelijk hoezeer Paul Cauchie een artistieke duizendpoot was. De kunstenaar heeft slecht vier huizen ontworpen, waaronder zijn eigen woonst in de Frankenstraat. Hij tekende hier ook de meubels en de poëtische muurschilderingen met kunstige muzen die het salon sieren, deze laatste allicht samen met zijn echtgenote, Carolina Voet. Mevrouw Cauchie was zelfs een getalenteerd kunstenares, leren we.Toch mag het een geluk heten dat we vandaag het Huis Cauchie opnieuw in volle glorie opnieuw kunnen bewonderen. Toen Paul Cauchie na de Eerste Wereldoorlog terugkeerde, bleken er nog amper klanten te zijn voor het (dure) sgraffitiwerk. Zijn huis in Elsene bleef wel in de familie, maar die had onvoldoende middelen om de degradatie van het huis te stoppen. Pas na de verkoop aan de huidige eigenaars in 1980 is een lang proces van herstel en restauratie aangevat. Het resultaat, inclusief de fraaie sgraffiti aan de buitengevel en binneninrichting, is beslist een bezoek waard. Dat kan trouwens voortaan elke zaterdag en de eerste zondag van de maand. Info: cauchie.be