De algemene regel over gezondheidsinformatie in de media is dat je ze beter overslaat. Ze is fout. Zo is de recente ophef over alcohol niet gebaseerd op een veranderende wetenschappelijke consensus. Die consensus wordt aangevallen: zo werkt wetenschap. Maar tot nog toe hebben die aanvallen die consensus niet in gevaar gebracht. Aanvallen op iets geliefds als al dat lekkers dat alcohol ons brengt, brengen aandacht op. Journalisten willen clicks, ambtenaren willen de zin van hun bestaan bewijzen.

De consensus over gezond gebruik van alcohol bestaat al vele decennia. Veel drinken op korte tijd ("binge drinking") is nooit goed. Meer drinken dan drie eenheden per dag (een eenheid is een glas bier of wijn), voor vrouwen wat minder, wordt ook riskant. Matig gebruik van alcohol (een tiental eenheden per week) gaat gepaard met verlaagde sterfte door hart- en vaatziekten. Die verlengde levensduur is te beperkt om matig drinken aan te raden. Een dergelijke consensus ontstaat niet zomaar: deze in vraag stellen kan behoorlijk wat schade toebrengen.

De 'nieuwe inzichten' waar de media bol van staan, dateren van de jaren 1960. We zijn veroordeeld tot observationele studies: er zijn er honderden, die alle hetzelfde laten zien. Maar alle vergelijken geheelonthouders met matige drinkers: appelen en peren verschillen minder. Het is redelijk om aan te nemen dat matig gebruik het risico op hart- en vaatziekten verlaagt. Maar het is zeker niet uitgesloten dat dat komt door verstoring. Welvarende mensen drinken eerder een glas wijn bij het eten, bij geheelonthouders zijn ex-alcoholisten oververtegenwoordigd. Ook dan is de schade door matig alcoholgebruik te gering om op te wegen tegen het genot van een goed glas.

Het echte gezondheidsprobleem van alcohol is verslaving

Alcohol wordt gestookt sinds het steentijdperk. Sumerië kende een godin van het bier. Maar christendom en islam vonden genot op aarde zondig. De islam verbood alcohol, christelijke puriteinen probeerden dat. Zo werd de VS droog gelegd in de jaren 1920. De criminaliteit die dat teweeg bracht, is sindsdien de beste reclame voor legalisering van genotsproducten. De puriteinse traditie blijft sterk in de Angelsaksische wetenschap, wat aanleiding geeft tot heroïsche pogingen om matig alcoholgebruik in diskrediet te brengen. De betere pogingen gebruiken een beloftevolle nieuwe techniek, Mendeliaanse randomisatie, om beter inzicht te krijgen in vergelijkingen van onvergelijkbare bevolkingen. Die methode is echter nog lang niet tot rijpheid gekomen. De resultaten blijven controversiëler dan de oude alcoholconsensus.

Het echte gezondheidsprobleem van alcohol is verslaving. Alle klinisch werkzame artsen kennen de ellende die alcoholverslaving voor de patiënt en zijn naasten met zich meebrengt. Het echte wetenschappelijke probleem is dat we niet kunnen voorspellen wie ten offer zal vallen aan de demon alcohol, nog minder hoe we dat kunnen voorkomen. Dat is een waardevoller pad dan het bestrijden van al dat lekkers dat ons leven hier op aarde opfleurt.

De auteur schrijft in eigen naam.

De algemene regel over gezondheidsinformatie in de media is dat je ze beter overslaat. Ze is fout. Zo is de recente ophef over alcohol niet gebaseerd op een veranderende wetenschappelijke consensus. Die consensus wordt aangevallen: zo werkt wetenschap. Maar tot nog toe hebben die aanvallen die consensus niet in gevaar gebracht. Aanvallen op iets geliefds als al dat lekkers dat alcohol ons brengt, brengen aandacht op. Journalisten willen clicks, ambtenaren willen de zin van hun bestaan bewijzen. De consensus over gezond gebruik van alcohol bestaat al vele decennia. Veel drinken op korte tijd ("binge drinking") is nooit goed. Meer drinken dan drie eenheden per dag (een eenheid is een glas bier of wijn), voor vrouwen wat minder, wordt ook riskant. Matig gebruik van alcohol (een tiental eenheden per week) gaat gepaard met verlaagde sterfte door hart- en vaatziekten. Die verlengde levensduur is te beperkt om matig drinken aan te raden. Een dergelijke consensus ontstaat niet zomaar: deze in vraag stellen kan behoorlijk wat schade toebrengen.De 'nieuwe inzichten' waar de media bol van staan, dateren van de jaren 1960. We zijn veroordeeld tot observationele studies: er zijn er honderden, die alle hetzelfde laten zien. Maar alle vergelijken geheelonthouders met matige drinkers: appelen en peren verschillen minder. Het is redelijk om aan te nemen dat matig gebruik het risico op hart- en vaatziekten verlaagt. Maar het is zeker niet uitgesloten dat dat komt door verstoring. Welvarende mensen drinken eerder een glas wijn bij het eten, bij geheelonthouders zijn ex-alcoholisten oververtegenwoordigd. Ook dan is de schade door matig alcoholgebruik te gering om op te wegen tegen het genot van een goed glas. Alcohol wordt gestookt sinds het steentijdperk. Sumerië kende een godin van het bier. Maar christendom en islam vonden genot op aarde zondig. De islam verbood alcohol, christelijke puriteinen probeerden dat. Zo werd de VS droog gelegd in de jaren 1920. De criminaliteit die dat teweeg bracht, is sindsdien de beste reclame voor legalisering van genotsproducten. De puriteinse traditie blijft sterk in de Angelsaksische wetenschap, wat aanleiding geeft tot heroïsche pogingen om matig alcoholgebruik in diskrediet te brengen. De betere pogingen gebruiken een beloftevolle nieuwe techniek, Mendeliaanse randomisatie, om beter inzicht te krijgen in vergelijkingen van onvergelijkbare bevolkingen. Die methode is echter nog lang niet tot rijpheid gekomen. De resultaten blijven controversiëler dan de oude alcoholconsensus. Het echte gezondheidsprobleem van alcohol is verslaving. Alle klinisch werkzame artsen kennen de ellende die alcoholverslaving voor de patiënt en zijn naasten met zich meebrengt. Het echte wetenschappelijke probleem is dat we niet kunnen voorspellen wie ten offer zal vallen aan de demon alcohol, nog minder hoe we dat kunnen voorkomen. Dat is een waardevoller pad dan het bestrijden van al dat lekkers dat ons leven hier op aarde opfleurt.