...

De vaststelling kan onthutsend lijken, maar men kan er moeilijk omheen: porno vult een leemte op, ook al kan men bedenkingen hebben bij de manier waarop dat gebeurt. Een grootschalige studie van psychologe en psychotherapeut Fabienne Glowacz (faculteit psychologie, universiteit van Luik) laat er geen twijfel over bestaan. De studie vond plaats in Franstalig België en toont aan dat ongeveer de helft van de adolescenten tegen hun 18de al eens met porno in contact kwam. Dat gebeurde ofwel 'per ongeluk', ofwel intentioneel. Het ging om 33% van de meisjes en 78% van de jongens. De jongens zijn duidelijk het meest proactief, want ze geven massaal toe dat ze gericht naar pornosites op zoek gaan, terwijl maar 16% van de meisjes dat doet. Men kan zich daarbij afvragen of de antwoorden bij beide genders niet ingegeven zijn door sociale wenselijkheid, omdat de respondenten zich willen schikken naar het beeld dat de maatschappij klassiek van hen heeft. Prof. Glowacz hecht niet veel geloof aan die hypothese: "We hebben verschillende redenen om te denken dat de gegevens uit de enquête de realiteit weerspiegelen", betoogt ze. Veel adolescenten die op het internet pornosites openklikken, geven aan dat ze daar informatie gaan zoeken. Ongeveer 50% van de adolescenten vindt dat de pornografische scènes die ze op het internet konden bekijken, bijgedragen hebben tot hun seksuele opvoeding, zo blijkt uit een Frans onderzoek. De boodschap is duidelijk: porno geldt voortaan als een van de belangrijke referentiepunten voor de seksuele ontplooiing van jonge mensen. Adolescenten hebben twee belangrijke redenen om op het internet naar informatie over seks te gaan zoeken. "Ofwel willen ze zeker weten dat hun lichaam op seksueel vlak normaal functioneert, ofwel willen ze weten hoe een normaal seksueel contact verloopt", aldus Fabienne Glowacz. Ze geeft aan dat de belangstelling voor porno piekt rond de leeftijd van 15-16 jaar. Eén ongunstig effect van porno is dat veel jongemannen aan de hand van vertekende beelden een onrealistische prestatiedrang gaan ontwikkelen. Pornoacteurs gebruiken medicatie en andere middelen om tijdens de opnamen optimaal te presteren. Bovendien worden de beelden van de coïtus vaak in fasen opgenomen, vanuit verschillende bedrieglijke camera- punten. Daarnaast is porno nefast voor het lichaamsbeeld van jonge mensen, die doorgaans bezorgd zijn om de veran- deringen die hun lichaam ondergaat. Jongens kunnen zich zorgen maken over de afmetingen van hun penis, die zich vaak pas laattijdig ontwikkelt, en waarvan de lengte en de doormeter doorgaans veel kleiner zijn dan die van pornoacteurs. Iets dergelijks geldt voor de meisjes, die soms gecomplexeerd raken omdat ze denken dat hun borsten te klein zijn. Sommige experts verzetten zich tegen blootstelling van minderjarigen aan porno, anderen dedramatiseren het verschijnsel. Volgens de Luikse psychologe moet men het gebruik van porno niet aan de schandpaal nagelen, zolang men maar waakzaam blijft voor de potentiële gevaren die eraan verbonden zijn. Een mogelijk risico is dat porno aanleiding geeft tot stereotiepe of seksistische beeldvorming, waarbij de rol van de vrouw als seksobject een wenselijke norm wordt. De Franse socioloog Florian Voros (Institut de recherche interdisciplinaire sur les enjeux sociaux, Parijs) merkt nochtans op dat porno niet zomaar dé schuldige is van de seksistische vooroordelen die in de bevolking leven. Veel andere bronnen geven er voedsel aan: films, de televisie, de reclame, het gezin, de vriendenkring, enzovoort. Fabienne Glowacz leidt overigens uit eigen onderzoek af dat de meeste adolescenten er zich terdege van bewust zijn dat porno geen getrouwe weergave van de realiteit is. "Toch moeten we voor ogen houden dat niet alle adolescenten op dezelfde manier reageren", duidt ze. "Jongeren die om psychische, sociale, affectieve of andere redenen kwetsbaar zijn, hebben mogelijk onvoldoende kritisch inzicht. Hoe meer ze naar porno kijken en het dagelijkse leven daardoor vervangen, hoe meer de inhoud naar een agressieve tonaliteit verschuift. En hoe hoger het risico dat de jongere zich onaanvaardbare seksuele gedragingen eigen maakt." Sommige jongeren hebben niet de nodige handvatten om de expliciete seksuele inhoud van pornografische scenes correct op te pikken en te begrijpen, erop te reageren en hem te verwerken. Hoe schaarser de handvatten zijn, hoe groter het risico is dat de jongere zich laat overspoelen door een buitensporige en tegelijk angstwekkende opwinding. Het gevaar bestaat dan dat hij probeert na te bootsen wat hij gezien heeft, en mogelijk bij andere personen seks afdwingt. Het bekijken van pornografische filmpjes wekt bij sommige jongeren fascinatie en verslaving op. Ze zoeken steeds extremere beelden op. Na enige tijd interesseren ze zich nog alleen voor beelden van afwijkende seks, zoals bepaalde vormen van parafilie, waaronder sadomasochisme. "Het gevaar van intens en frequent bekijken van porno is dat het op termijn de enige referentie wordt waarrond een adolescent zijn seksualiteit opbouwt", legt prof. Glowacz uit. "Daardoor leert hij niet zijn seksueel leven te focussen op wederkerigheid met een vrouwelijke of mannelijke partner. In mijn praktijk zijn alle jongeren die seksuele agressie gepleegd hebben, gretige gebruikers van porno." We moeten niet proberen adolescenten van porno weg te houden. Dat zou gewoon niet lukken. Wel is er een adequate omkadering nodig, zodat jongeren een kritische houding aannemen tegenover wat ze in pornografische filmpjes zien. Met het oog op een accidentele blootstelling tijdens de adolescentie of op kinderleeftijd moet de omkadering ervoor zorgen dat seksueel getinte beelden geen aanleiding geven tot trauma of identificatie. "Ouders en andere volwassen referenten moeten deze onwenselijke effecten voorkómen door met de jongere te spreken over de pornografische beelden waarmee ze per ongeluk of uit nieuwsgierigheid werden geconfronteerd", oordeelt Fabienne Glowacz. Naast porno op het internet hebben ook de smartphone en de sociale media een verschuiving teweeggebracht in de seksuele ontwikkeling van adolescenten. Aan de universiteit van Luik deden Fabienne Glowacz en Margot Goblet onderzoek naar sexting. De twee onderzoeksters geven nog eens aan wat men daaronder moet verstaan: het versturen - via smartphone of sociale media - van foto's, video's en boodschappen die de eigen seksualiteit in beeld brengen. Sexting is zeker geen marginaal verschijnsel. Sheri Madigan van de universiteit van Calgary (Canada) voerde hierover in 2018 een meta-analyse uit. Daaruit blijkt dat 14,8% van de jongeren tussen 12 en 17 jaar al eens een sexting-bericht verstuurd heeft, en dat 27,4% er al een gekregen heeft. Jongens en meisjes zouden op dat vlak aan elkaar gewaagd zijn. "Meer dan 60% van de sexting- berichten wordt verstuurd binnen een liefdesrelatie", weet prof. Glowacz. "Ze kunnen verschillende functies hebben: een liefdesrelatie opbouwen met een potentiële partner, uiting geven aan een gevoelsmatige of seksuele belangstelling en/of toestemming geven om een seksuele relatie aan te gaan." Psychologen zien het versturen van sexting-berichten als het opbouwen van de eigen identiteit via het beeld dat men anderen van zichzelf geeft, op basis van de mogelijkheden die de virtuele omgeving van het internet en sociale media biedt. Tot daar de positieve kant van de zaak: verleidingsstrategieën, het opbouwen van een relatie of de aanzet tot een 'echte' seksualiteit, die zich afspeelt in de realiteit. Maar er zijn ook addertjes onder het gras: "Veel meisjes (78%) voelen zich door sexting-berichten van hun partner onder druk gezet. Jongens zien dat maar zelden zo." Er bestaat een nog groter gevaar: het verspreiden, zonder toestemming, via internet en de sociale media van intieme beelden (foto's, seksfilmpjes) die oorspronkelijk bedoeld waren voor één enkele persoon. En in het verlengde daarvan, 'sextorsion' of chantage in verband met het verspreiden van de beelden. "Het delen en verspreiden van die beelden kunnen ertoe leiden dat het slachtoffer uitgesloten, vernederd of gestalkt wordt", vreest Fabienne Glowacz. "Vaak wordt het slachtoffer trouwens als schuldige met de vinger gewezen omdat hij/zij die beelden in eerste instantie aangemaakt heeft." Een dergelijk incident, met controleverlies over het eigen zelfbeeld, kan voor het slachtoffer een ernstig trauma betekenen, dat dan nog vaak ook met een schaamtegevoel gepaard gaat. Dit staat gelijk met geweldpleging op het zelfbeeld, omdat de perceptie door anderen nu net hét centrale gegeven is bij adolescenten. Onderzoek door het team van prof. Glowacz brengt nog meer gegevens aan het licht: 17,1% van de jonge respondenten (18,8% van de meisjes en 14,9% van de jongens) is al één of meerdere keren het slachtoffer geweest van seksueel of seksistisch cybergeweld. Lees: het verspreiden zonder toestemming van seksueel getinte berichten of beelden, dreigementen om daartoe over te gaan, of seksueel getinte beledigingen of aantijgingen. De meeste adolescenten zijn zich bewust van de risico's die ze lopen als ze sexting-berichten uitsturen. Om incidenten te vermijden, hebben ze verschillende strategieën voor ogen, zoals vermijding en zelfcontrole, maar ook gerechtelijke maatregelen. Soms zijn de aangehaalde oplossingen zeer extreem, zoals het fysiek uitschakelen van de dader. Die laatste oplossing, die allicht ingegeven wordt door een gebrek aan maturiteit, onderstreept nog eens de enorme lacunes in de seksuele en affectieve opvoeding die deze jongeren krijgen. In de liefdesrelaties van adolescenten komen ook andere vormen van geweld naar voren. Bij sommige van hen ziet men gendervooroordelen, en zonder meer seksisme. Laten we toch maar niet zwartkijken. De beste houding bestaat erin de seksualiteit en de liefde de ruimte te bieden waarop ze recht hebben om tot ontplooiing te komen.