...

In 'Persoonsgerichte zorg, 15 hefbomen voor zorgverbeteraars' kaarten drie Vlaamse zorgverleners en -professionals het welbekende probleem in de zorg aan van 'te weinig aandacht of tijd'. Met name voor het echt in gesprek gaan met patiënten, voelen dat je hen vooruit helpt. Uit het 'Woord vooraf': "Met een nipte bestaffing, een hoge zorglast en schijnbaar eindeloze administratie is het niet gemakkelijk om daar als zorgverlener iets aan te doen. Wanneer we het willen hebben over goede zorg, wordt ons daarom vaak de mond gesnoerd. Want hoe veranderen we iets aan die situatie als de werkomstandigheden, zorgorganisatie of maatschappelijke wendingen onoverkomelijk lijken?" Volgens de auteurs - Simon Malfait (zorgmanager UZ Gent), An Ravelingien (beleidscoördinator ethiek en patiëntenparticipatie AZ Delta), en Joke Lemiengre (expert zorg ethiek) - kan het antwoord op deze vragen schuilen in kleine inspanningen die een grote impact kunnen hebben op de relatie tussen zorgverlener en patiënt.Verwacht geen zware theorie, de nadruk ligt volgens de auteurs op "de essentie en het dagdagelijkse". Het boek moet vooral inspireren, doen stilstaan en doen benutten van wat u al weet om in de dagelijkse praktijk de best mogelijke zorg te verlenen - en om daar zelf zoveel mogelijk voldoening uit te halen, dixit de auteurs. Enkele voorbeelden van inzichten: Je helpt niet altijd door te doenUit het boek: "Zorg is meer dan 'zorgklussen' en routinehandelingen. Je kunt een hele dag met de allerbeste intenties druk in de weer zijn met iemand en hem toch met het gevoel achterlaten dat je er niet was voor hem. [...] Kun je je patiënt waarderen voor zijn inspanning om zichzelf te wassen en - in plaats van in te grijpen - polsen naar waarmee je hem nog kunt helpen?"Het is oké als het niet klikt"Het valt niet altijd te verklaren waarom je iemand niet sympathiek vindt. Het is ook niet erg om toe te geven dat het niet klikt met iemand. Het gevoel van antipathie (h)erkennen, aan jezelf en eventueel aan enkele collega's kan al helpen. Je hoeft er ook niet tegen te vechten. Het moet niet met elke patiënt klikken om toch goede zorg te kunnen geven."Een patiënt is geen bed"We willen snel, duidelijk en functioneel communiceren en verwijzen hierbij soms in de eerste plaats naar iemands aandoening, behandeling, of zelfs locatie, in plaats van naar de persoon zelf. De voorbeelden zijn legio: 'De COPD in bed 2'; 'Er komt een nieuwe amputatie in kamer 17' [...] Het is duidelijk dat die bewoording voor een patiënt als afstandelijk en zelfs choquerend kan overkomen, dus laten we vooral hopen dat ze ons niet horen als we zo spreken. Helaas komen bovenstaande voorbeelden van patiënten. [...] Een patiënt hoort veel meer dan je zou vermoeden."Stilstaan is vooruitgaan"We willen zo graag helpen, maar botsen op grenzen. Dit zijn vaak grenzen aan wat medisch kan [...]. Ook in minder extreme situaties kan het belangrijk zijn om even in de achteruitkijkspiegel te kijken en stil te staan. Als een patiënt een dipje heeft, of als je geen 'klik' vindt met iemand die veel aandacht vraagt bijvoorbeeld. 'Wat is er precies gebeurd?' 'Wat had die persoon eigenlijk nodig?' 'Wat zou ik de volgende keer voor hem kunnen doen?' Dit stilstaan en de situatie in je hoofd of samen met een collega even terugspoelen, biedt ongetwijfeld een nieuw perspectief."