Er is meer visie nodig, het huidige overlegmodel verzandt te vaak in getouwtrek zonder een gemeenschappelijk streven. Of is dat een voorstelling van zaken die vooral bedoeld is om de artsen te 'bashen'?
...
Hebben artsenverkiezingen nog zin als maar 23% gaat stemmen? Het is een pertinente vraag. Kunnen we dan nog spreken over een echte representativiteit? Hoe komt het dat zo weinig artsen gaan stemmen om hun vertegenwoordigers een mandaat te geven om het gezondheidsbeleid mee uit te stippelen? Als woordvoerder van de Vlaamse ziekenhuizen is enige schroom gepast om grote uitspraken te doen over de beweegredenen of opinies van de meerderheid van de artsen dat ervoor past zijn vertegenwoordigers aan te duiden. Laat mij beginnen met te onderstrepen dat ik blijf geloven in het overlegmodel dat zo typisch is voor onze federale beleidsstructuren. Maar de besluitvormingsmechanismen zijn wel toe aan een grondige modernisering. Zo is er onder experten al lang consensus dat de huidige medicomut een veel te beperkte invalshoek biedt om de uitdagingen in de gezondheidszorg aan te gaan. De grote keuzes in het gezondheidsbeleid moeten een bredere democratische legitimering krijgen, niet alleen bij de artsen en verzekeringsinstellingen, maar door het betrekken van álle stakeholders, dus ook de patiënten en de ziekenhuizen. Wat ik mis in het huidige overlegmodel, is een gedeelde visie. Te vaak verzanden discussies in getouwtrek over centen. Dat elke groep opkomt voor de eigen achterban is evident. Maar zonder een gemeenschappelijk streven verliezen we ons in eindeloos voortkabbelende discussies die finaal weinig of geen zoden aan de dijk zetten. Het verhaal is te weinig wervend, te traditioneel, we weten welke richting we samen uit willen. Neem alleen nog maar de nood aan manpower. Dat is een gigantische uitdaging die we alleen samen én vanuit een gedeelde visie kunnen aanpakken. En ja, vernieuwing kan alleen slagen als er een bredere representativiteit is. Ik ben niet de eerste die wijst op het gebrek aan diversiteit. Wie in een overlegorgaan zetelt, blijft er bovendien doorgaans vele jaren zitten. Ook dat is niet bevorderlijk voor de creativiteit en de dynamiek. Waarom niet een grens zetten op het aantal jaar dat iemand in een overlegorgaan zetelt? Dat zou de jongere generatie artsen, die er vaak andere ideeën en waarden op nahouden dan hun oudere collega's, meer kansen geven. Heeft het te maken met de eindeloos lange vergaderingen op weinig gezinsvriendelijke uren? Jawel. Heeft het te maken met de complexiteit van het systeem, het ondoordringbare jargon? Zeker weten. Zowel de besluitvorming als de communicatie erover kan en moet veel transparanter. Maar het is vooral het ontbreken van een inspirerend verhaal dat mensen doet afhaken. Laat ons daar werk van maken. Want het overlegmodel is veel te waardevol om het te laten slabakken. De participatie van artsen aan de verkiezingen bereikte een dieptepunt in 2018. Maar we zijn intussen vijf jaar verder en we hebben de indruk dat het nu veel meer leeft bij de artsen. Voor ons zijn de medische verkiezingen geslaagd als minstens 40% van de artsen in juni een stem uitbrengt. Van het Riziv mogen alle 60.000 Belgische artsen een stem uitbrengen, maar iedereen weet dat minstens 15.000 van de artsen op de kieslijsten niet actief zijn. Dat vertekent al op voorhand het deelnamepercentage. De verkiezingen zijn ook niet verplicht. En misschien slaagt Margot Cloet er in haar eentje wel in om meer artsen naar de stembus te brengen. Door continu de dokters te 'bashen' hoopt ze de publieke opinie tegen de artsen op te zetten. Zo wil ze ons verzwakken. We kunnen haar garanderen dat het effect bij de artsen averechts is. Onze achterban is meer dan ooit verenigd en vastberaden. Het maakt ons dus helemaal niet uit of Margot Cloet ons verhaal wervend vindt of niet. Wat ons interesseert, is hoe de artsen denken over onze campagne, ons kiesprogramma. En daar zijn we gerust in. Ons verhaal is rechtlijnig en coherent. We merken dat ons discours aanslaat bij een steeds grotere groep van artsen, jong en oud, die beseffen dat de toekomst van de vrije geneeskunde op het spel staat. We leggen dat ook duidelijk uit in ons kiesprogramma. De inzet van de verkiezingen in juni is bijzonder groot: de keuze tussen staatsgeneeskunde en vrije geneeskunde. We weten dat de ziekenhuiskoepels ervan dromen om een vertegenwoordiging te krijgen in de medicomut. We zullen dat nooit aanvaarden. Met welk recht zouden ze willen mee negotiëren over bijvoorbeeld huisartsgeneeskunde of extramurale geneeskunde? Het is ook doorzichtig waarom mevrouw Cloet de extramurale artsenpraktijken het liefst wil zien verdwijnen. Dan kunnen de ziekenhuizen met hun dedicated facilities het hiaat vullen. Bvas zet al geruime tijd in op verjonging, en met succes. De plannen om dat proces nog te versnellen, liggen klaar. Maar laten we het kind ook niet met het badwater weggooien. Jonge artsen die een mandaat willen opnemen, moeten ook de tijd krijgen om te groeien. Waarom zou je de intellectuele bagage van ervaren onderhandelaars zomaar weggooien omdat ze een bepaalde leeftijd hebben bereikt? Kennis en expertise van de ene generatie op de andere overdragen, is de succesformule die Bvas future-proof maakt.