...

Vernieuwend en toch vertrouwd, zo klinkt dé plaat van het jaar. Wij praatten met moeder en zoon. De nieuwe plaat sluit naadloos aan bij het het oude werk en toch klinkt het niet oubollig? Waaraan ligt dat volgens jullie? De kruising van de twee generaties?Thomas: Van de oude groep zijn het alleen mijn moeder en Wiet Van de Leest die er opnieuw bij zijn wat de muziek betreft en mijn vader Jan voor de teksten. Vera: Dat was indertijd ook de basis, vanuit die kern zijn Wiet en ik, toen we uit Rum stapten, beginnen zoeken naar muzikanten om dat plaatje in te vullen. Kan je de beslissing van toen om een Madouplaat te maken vergelijken met de situatue nu?Vera: Uit Rum stappen was een ding op zich. De nieuwe Madou is ontstaan omdat ik door een ziekte immobiel was en Thomas mij muziek aanreikte. Er was her en der al gesuggereerd, waarom niet opnieuw in het Nederlands. Ik ben nooit gestopt met muziek maken. Meestal stond Thomas bij mijn solowerk mee in de studio om te luisteren of een stem toe te voegen. Het is niet zo dat na 40 jaar deze plaat plots uit het niets ontstaan is. Waarschijnlijk kreeg je die vraag heel vaak om een nieuwe Madou-plaat te maken?Vera: Ik heb dat altijd afgehouden omdat ik een beetje bitter was over de manier waarop Madou geëindigd was. Wij kregen geen optredens te pakken. Iedereen had het altijd over Witte Nachten en Niets is voor altijd, hoe die vaak gedraaid werden, maar er werd ook heel veel tegengehouden. Nu is het helemaal andere koek. De single Ronquières kwam eerder uit n.a.v. Record Store Day en sloeg in als een bom. Was het meteen de bedoeling een langspeler te maken?Thomas: Toch wel, alles was klaar, maar het was niet de bedoeling de plaat onder de naam Madou uit te brengen. We gingen het met ons tweetjes doen, puur en simpel zoals de vorige platen van Vera, gitaar en zang in duo. Na een tijd hadden we zin om het rijker te maken en klopten we bij Wiet aan voor de viool. En toen voelden we, het zou toch opnieuw Madou kunnen zijn. Vera: Toch ook omdat Jan opnieuw in zijn pen was gekropen. Thomas: De levenservaring komt erbij. Ik luisterde op Spotify naar jullie nieuwe album en dommelde bij een tweede beluistering wat in. Maar plots klonken er oude Madou-nummers uit de boxen, heel straf om die samenhang te voelen. Hoe slaagden jullie daarin?Thomas: Dat is heel fijn om te horen. Als we dat hadden proberen na te streven was dat waarschijnlijk niet zo goed gelukt. Zo is Ronquières bijvoorbeeld dankzij Louis, de zoon van Wiet, het nummer geworden dat het nu is. Hij is met beats bezig en ik had hem gevraagd het meer naar die kant te trekken. Het was aanvankelijk een akoestisch nummer. Ik had als referentie Feist gegeven en toen besloot hij op de Wurlitzer te spelen die zijn vader nog gebruikt heeft. En zonder dat je er dan erg in hebt, gebeuren er dingen. Alle melomanen kijken uit om jullie te horen en zien concerteren. Hoe waren de reacties op de zomerconcerten?Vera: Dat was enorm genieten op Boterhammen in de stad en Brosella. Hoe die jonge mensen allemaal Ronquières woordelijk meezongen, dat gaf me een heel warm gevoel. We moeten het toch nog even over jouw weergaloze stem hebben, Vera. In tegenstelling tot wat velen misschien denken, zing je die nummers niet zo maar even snel?Vera: Dat de stem op die manier weerklinkt is te danken aan de producer Peter Van Laerhoven die echt enorm veel geduld had om ze goed op te nemen. Thomas: Hij hield vooral ook in de gaten dat we er genoeg plaats voor lieten. Vera: Na mijn laatste cd kreeg ik baarmoederhalskanker en moest ik door complicaties noodgedwongen veel langer in het ziekenhuis blijven. Toen luisterde ik naar opnames gemaakt door Peter en Thomas. En ik zocht totdat ik de juiste manier vond om de nummers te zingen. Dat is Madou. Nog maar eens het bewijs hoe belangrijk muziek voor mij is. Toen we indertijd noodgedwongen stopten met Madou heb ik daarna heel lang niet meer gezongen en daar van afgezien. Als ik een hele tijd niet kan zingen ben ik geen gelukkig mens en ben ik lastig om mee te leven. Zingen zorgt voor mijn geestelijk evenwicht.