...

Käthe Kollwitz (1867-1945) is vooral bekend in ons land door het beeldhouwwerk Das Trauernde Elternpaar op de Duitse militaire begraafplaats in Vladslo waar haar zoon Peter die op 23 oktober 1914 als musketier van het Duitse leger om het leven kwam bij een aanval op Diksmuide, samen met 25.000 andere Duitse gesneuvelden begraven ligt. Peters vader, de sociaal bewogen arts Karl Kollwitz, knielt bij de graven, naast hem zijn treurende vrouw Käthe, voorovergebogen in een onmetelijk verdriet. De oorlog, hoe kan het ook anders, is het centrale thema op de tentoonstelling in het Museum De Reede. De oorlog, vooral bekeken vanuit de blik van de achterblijvers, de moeders van de gesneuvelden, de weduwen, de kinderen die honger lijden, de daklozen, van Käthe Kollwitz zelf als treurende moeder. De titels van de werken liegen er niet om Afscheid en Dood, De Weduwe, De Overlevenden, Brood!, Onder de Brugboog, De Ouders én Nie Wieder Krieg!, een affiche die ze in 1924 ontwierp voor de Jeugddag van de Socialistische Arbeidersjeugd.Helaas, haar kreet werd niet gehoord. Ook de Tweede Wereldoorlog heeft ze moeten ondergaan. In de aanloop naar die oorlog in 1933 werd haar kunst door de nazi's als Entartet beschouwd en werd ze uit de Academie gegooid, in 1936 kreeg ze het verbod nog te exposeren. Käthe Kollwitz stierf op 22 april 1945, zelfs de opluchting bij het einde van de oorlog werd haar niet gegund. Op de tentoonstelling, samengesteld met werk uit het Käthe Kollwitz Museum in Keulen, krijg je bronzen beeldhouwwerk, tekeningen, krijtlithografieën, etsen te zien. Alles in zwart-wit. Bijzonder krachtig zijn haar houtsneden waarin het zwart-wit contrast het gevoelen van verdriet haast pijnlijk versterkt. Het Offer bijvoorbeeld, een houtsnede uit 1922 waarin het verdriet van de moeder, van alle moeders centraal staat.Bij het vertrek van haar zoon naar het front schreef Kollwitz in haar dagboek: "Alsof de navelstreng nog een keer doorgeknipt wordt, de eerste maal voor het leven, nu voor de dood". Een zinssnede die enkele dagen later bewaarheid zou worden. In een houtsnede is de vrouw als een zwarte vlek waarbij de rimpels het aangezicht en de hand vormgeven. De houtsnede van De Ouders lijkt wel uit een driedimensionale monoliet van basalt gesneden. Binnen de gehouwen contouren van de vrouw omstrengeld door haar man volstaan enkele inkervingen om de figuren gestalte te geven, beter gezegd: te suggereren. In haar krijtlithografieën werkt Kollwitz de prent soms bij met penseel om de zwarte kleur nog te accentueren, zoals in De Overlevenden, een aangrijpende affiche voor het Internationaal Vakverbond. En dan zijn er haar zelfportretten die ons indringende inkijk geven in de ziel van een door een immers verdriet getroffen vrouw en moeder.Het hoeft niet te verwonderen dat Käthe Kollwitz een grote bewondering had voor Edvard Munch. Toevallig is de Noorse kunstenaar, naast Félicien Rops en Francisco Goya, sterk vertegenwoordigd in de vaste collectie van het Museum De Reede, zodat een dialoog ontstaat tussen hun beider werk. Allebei gaan ze in hun tekeningen op zoek naar de uitbeelding van hun getormenteerde ziel. Met Goya heeft Kollwitz dan weer dat gemeen dat oorlog een centraal thema in hun beider werk is. Maar terwijl de Duitse kunstenares de oorlog aanklaagt vanuit de innerlijke verscheurdheid en smart van de mens, kiest Goya vaak voor de brutale uitbeelding van het geweld. De Reede is een belangrijke aanwinst in de Antwerpse museumwereld. Het in 2017 geopende museum herbergt de vroegere kunstcollectie van de Nederlandse reder en oliehandelaar Harry Rutten, in 2016 bij notariële akte geschonken aan de stichting van openbaar nut Stichting De Reede. Daarnaast presenteert De Reede interessante monografische tentoonstellingen waarvoor zelfs een gloednieuwe zaal werd aangebouwd. Een aanrader!