...

In Hybris komen voor schrijver en regisseur Christophe Aussems (°1975) twee sporen uit zijn autobiografie samen. Aussems' geboorte ging met een medische fout gepaard, al werd hem dat pas jaren later duidelijk. Medische aanknopingspunten"Na mijn geboorte, een keizersnede, is mijn mama enkele weken tussen leven en dood blijven zweven. Vele jaren later wandelt mijn mama op de markt. Komt er een oudere vrouw naar haar toe die zegt: Als ge 't niet had gehaald, dan had ik het hele ziekenhuis voor de rechtbank gesleept. Die vrouw, een non, bleek de nachtzuster te zijn geweest in het ziekenhuis, en ze heeft mijn mama toen verteld dat het over een fout ging, dat er iets achtergelaten was... wat weten we niet." Vier jaar geleden kreeg Aussems te maken met een burn-out. Ook daar zat voor hem een aanknopingspunt: "Ik merkte op zeker moment dat er steeds meer artikels verschenen over artsen en burn-out. In eerste instantie bij huisartsen, vervolgens bij chirurgen. Het ging ook steeds meer over secondary victimization en posttraumatische stress. Recent onderzoek in Vlaanderen en Nederland ziet ook een verband tussen beide, tussen het begaan van een fout, en de impact daarvan niet alleen op het slachtoffer en zijn omgeving, de first victim, maar ook op de second victim, de dokter, en daar wordt zelden over gesproken, daar zit veel taboe op." Ademhalen in het bezemhokHybris is een dialoog tussen een chirurge en een patiënt, die elkaar toevallig treffen in wat Aussems "de onderbuik van een ziekenhuis" noemt. "Ik kwam erachter dat als er zich bij een operatie een incident voordoet, er steeds wel chirurgen zijn die even moeten ademhalen, en dat doen ze dan meestal alleen, zonder dat de rest dat weet: in het bezemhok, op het helikopterdak, in de fietsenstalling, in de parkeergarage... En zo ging mijn fantasie aan het werk. Er is een plek in het ziekenhuis waar een chirurge naartoe gaat om even adem te halen, en als ze denkt dat ze alleen is, blijkt dat dat niet zo is." "Op diezelfde locatie bevindt zich immers een man, iets jonger dan de chirurge, die gedeeltelijk verlamd is aan de beide benen, na een ingreep 20 jaar geleden waarbij zijn aorta te lang werd afgeklemd. Hij en zijn moeder hebben gezworen nooit nog een stap in een ziekenhuis te zetten, tot zijn moeder in een zwaar auto-ongeval betrokken geraakt en naar het ziekenhuis wordt gebracht waar ze geopereerd wordt. De zoon moet wachten, kan het niet aan in de wachtzaal, en zoekt een andere plek op, waar hij de chirurge tegenkomt."Trouw aan de anonimiteit Ter voorbereiding van Hybris deed Aussems uitgebreide research, keek hij naar de documentaire Burning Out (2016) van de Belgische filmmaker Jérôme le Maire, en nam hij interviews af met chirurgen zowel als patiënten. "Ik heb ervoor gezorgd dat ik vrouwelijke chirurgen kon interviewen, cardiochirurgen, specialisten in patiëntveiligheid en in burn-out in een medische context." Aussems is die manier van werken gewend, maar ditmaal viel hem iets op: "Iedereen bleef zeer trouw aan de anonimiteit, meer dan ooit. Eén keer heb ik zelfs een camera in een ziekenhuis moeten binnensmokkelen. Er wordt dan ook heel weinig over gepraat. Vaak is het zo dat als een chirurg een fout begaat, hij daar eigenlijk niet over kan spreken. Niet met zijn collega's en zijn familie, en al helemaal niet met de patiënt. Er ontstaat een spanning tussen aan de ene kant zich moreel willen verontschuldigen of op z'n minst erkennen dat er iets gebeurd is, en aan de andere kant de druk van verzekeringen, juridische tuchtmaatregelen... die hem het gevoel geven dat hij er niet over màg spreken. En soms krijgt hij ook letterlijk dat advies. Een grotere openheid in dat gesprek zou volgens mij al veel kunnen helpen. Ik zeg niet dat een gesprek alles oplost, en ik weet ook niet of dat een bemiddelingsgesprek moet zijn, maar dat er geen enkele vorm van gesprek is, zet de dingen nog meer in egelstelling tegenover elkaar. Zo wordt het ook een technische aangelegenheid van verzekeringen, advocaten, rechtbanken... waarbij elke vorm van menselijk contact verdwijnt." Hoogmoed/overmoedDe term 'hybris' ontleende Aussems aan het Oudgrieks. Hij betekent hoogmoed of overmoed. Het woord gaat voor Aussems op vele manieren op. "Om te beginnen is er de hybris van de chirurg, in positieve en negatieve zin. Positief omdat het een flinke dosis moed vergt om als mens in een ander mens te gaan snijden. Veel tijd heb je niet, je moet handelen, je moet beslissen, je moet met de consequenties van je handelen en je beslissen kunnen leven. Daarnaast is er de negatieve hybris, en dan kom je bij het machisme en de idee van 'de chirurg als een god'.""Maar er is ook de hybris van de patiënt. Wij verwachten van de arts dat die alles oplost, we gaan ervan uit dat hij dat kan en het noodlot zal kunnen afwenden, terwijl dat natuurlijk niet altijd zo is. Er is ook de hybris die je nodig hebt om, als je het slachtoffer bent van een medische fout, aan een proces te beginnen. En er is onze hybris als samenleving, als je kijkt hoe we meer en meer de wetten van markteconomie en efficiëntie toepassen op iets kwetsbaars als gezondheidszorg. Dat zit niet letterlijk in de voorstelling, ik heb het wel meegenomen, maar het is geen voorstelling over de structuur, het gaat over die mensen daarin en hoe die met elkaar proberen om te gaan. En dat brengt me bij de laatste hybris: de hybris van de theatermaker die denkt dat hij daarover iets kan zeggen (lacht)".