...

Literaire tentoonstellingen zijn zelden boeiend. Het stramien is meestal ei zo na hetzelfde: je kan er naar oude boekuitgaven kijken, in het beste geval manuscripten, foto's, soms een bureau met inktpot, een bril, een geschilderd portret van de auteur en misschien kan je ook kijken en luisteren naar tv- en/of radiofragmenten. Het Letterenhuis biedt de uitzondering op de letter. De curatoren zijn er namelijk in geslaagd op een boeiende wijze de 100-jarige dichtbundel te plaatsen in zijn tijdsgeest en de elementen aan te reiken die van stadhuisklerk Paul van Ostaijen tijdens en na de Eerste Wereldoorlog een belangrijk avant-gardeschrijver maken die in één kunstwerk een synthese heeft gebracht van de nieuwe stromingen die over Europa raasden: het futurisme, nihilisme, kubisme, dada, het expressionisme, De Nieuwe Stijl... Als je de tentoonstelling binnenkomt, kom je meteen in de bezette stad terecht. Met foto's, teksten, klanken word je gecatapulteerd naar het Antwerpen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Kort samengevat: een zeppelin dropt een bommentapijt over de stad, huizen zijn vernield, miserie alom, maar 's nachts draaien de huizen van plezier op volle toeren. In deze kolkende tijd zoekt Paul van Ostaijen het vertier in de cabarets en de music-hall (titel ook van zijn eerste dichtbundel in 1916) waar hij doorzakt met kunstenaar en cellospeler Floris Jespers, hij vergaapt zich in de cinema aan de wulpse Deense actrice Asta Nielsen, en hij zuigt op welke nieuwe kunstvormen geboren worden in het duister van de oorlog. Zo leren we de elementen kennen die Van Ostaijen tijdens de oorlogsjaren gevoed hebben, zo ook het activisme dat in Vlaanderen woedde tijdens WOI. Al deze elementen zullen na de oorlog, wanneer hij naar Berlijn trekt, resulteren in zijn opus magnum, Bezette Stad, een literair en beeldend kunstwerk waarin hij de bezette stad weer tot leven wekt. In het tweede deel van de expositie wordt het artistieke proces bij de creatie van de dichtbundel onder de loep genomen, en in het bijzonder zijn relatie met de broers Floris en Oscar Jespers die een belangrijke rol speelde in de totstandkoming van het kunstwerk. De verschrikking van de oorlog en de revolutie in de beeldende kunsten vormden voor Paul van Ostaijen de voedingsbodem voor een uniek werk. Hoogtepunt van de tentoonstelling is het manuscript van Paul van Ostaijen dat onlangs door de Vlaamse Gemeenschap werd aangekocht. Op de losse bladen kan je zien hoe Van Ostaijen in dit werk niet alleen speelde met woorden maar ook met letters. Hij gaf aan hoe het boek er zou moeten uitzien, vormgever Oscar Jespers vertaalde het excentrieke ontwerp naar de drukpers. Et voilà: BOEM PAUKESLAG!