dr. Jean-Yves Reginster
dr. Jean-Yves Reginster

Dat lastenkohier werd tot in de puntjes gevolgd in de CONCEPT-studie (ChONdroitin vs CElecocib vs Placebo Trial), die de werkzaamheid en de veiligheid van een preparaat van chondroïtinesulfaat (CS) van farmaceutische kwaliteit heeft onderzocht bij patiënten met een symptomatische gonartrose (ACR-criteria) zoals de richtlijn van het Europese geneesmiddelenbureau aanbeveelt. CS werd vergeleken met celecoxib.

Die multicentrische, prospectieve, dubbelblinde, dubbel placebogecontroleerde fase 3-studie werd uitgevoerd bij 604 patiënten van 50 jaar of ouder met een symptomatische gonartrose sinds minstens zes maanden, pijn ≥ 50 mm op de visuele analoge schaal van Huskisson en een score ≥ 7 op de index van pijn en functioneren van Lequesne. De patiënten werden gerekruteerd in vijf landen.

De patiënten werden willekeurig in drie behandelingsgroepen ingedeeld:

  • SC van farmaceutische kwaliteit 800 mg/d + placebo van het vergelijkingsproduct,
  • celecoxib 200 mg/d + placebo van SC van farmaceutische kwaliteit,
  • de twee placebo's.

Zo nodig, mochten de patiënten tot 3 g paracetamol per dag bij innemen. De inname van paracetamol moest echter uiterlijk 10 uur voor de follow-upconsultatie worden onderbroken. De patiënten werden gedurende 182 dagen gevolgd.

Jean-Yves Reginster (foto) rapporteerde de resultaten van een analyse volgens het principe van intentie tot behandelen. De pijn gemeten op een visuele analoge schaal daalde significant meer met SC van farmaceutische kwaliteit dan met placebo (- 42,6 mm versus - 33,3 mm; p = 0,0008). Het verschil met celecoxib (-39,5 mm; p = 0,0087) daarentegen was niet statistisch significant.

Soortgelijke resultaten wat de Lequesne-index betreft: significant sterkere daling met SC van farmaceutische kwaliteit dan met de placebo (respectievelijk (- 4,7 en - 3,7; p = 0,0231) en geen significant verschil met celecoxib (- 4,6; p = 0,0151).

Zowel bij een per-protocolanalyse (de patiënten die daadwerkelijk de behandeling hebben gekregen) als bij analyse volgens het principe van intentie tot behandelen werden soortgelijke effecten gezien op twee andere eindpunten van de studie: het percentage patiënten met een minimale klinisch significante verbetering (MCII, Minimum Clinically Important Improvement, zijnde een daling met 20 mm op de VAS) en de maximale symptomatische belasting die voor de patiënten nog aanvaardbaar is (PASS, Patient Acceptable Symptoms State).

In de studie werd geen significant verschil in bijwerkingen waargenomen tussen de drie behandelingsgroepen. Voor een correcte vergelijking van SC van farmaceutische kwaliteit en celecoxib werden de patiënten met een gastro-intestinaal of een cardiovasculair risico uit de studie geweerd.

De onderzoekers concluderen dat SC van farmaceutische kwaliteit in een dosering van 800 mg/d de pijn even goed vermindert en de functie even goed verbetert als celecoxib en significant meer dan de placebo.

Dat lastenkohier werd tot in de puntjes gevolgd in de CONCEPT-studie (ChONdroitin vs CElecocib vs Placebo Trial), die de werkzaamheid en de veiligheid van een preparaat van chondroïtinesulfaat (CS) van farmaceutische kwaliteit heeft onderzocht bij patiënten met een symptomatische gonartrose (ACR-criteria) zoals de richtlijn van het Europese geneesmiddelenbureau aanbeveelt. CS werd vergeleken met celecoxib.Die multicentrische, prospectieve, dubbelblinde, dubbel placebogecontroleerde fase 3-studie werd uitgevoerd bij 604 patiënten van 50 jaar of ouder met een symptomatische gonartrose sinds minstens zes maanden, pijn ≥ 50 mm op de visuele analoge schaal van Huskisson en een score ≥ 7 op de index van pijn en functioneren van Lequesne. De patiënten werden gerekruteerd in vijf landen. De patiënten werden willekeurig in drie behandelingsgroepen ingedeeld:Zo nodig, mochten de patiënten tot 3 g paracetamol per dag bij innemen. De inname van paracetamol moest echter uiterlijk 10 uur voor de follow-upconsultatie worden onderbroken. De patiënten werden gedurende 182 dagen gevolgd.Jean-Yves Reginster (foto) rapporteerde de resultaten van een analyse volgens het principe van intentie tot behandelen. De pijn gemeten op een visuele analoge schaal daalde significant meer met SC van farmaceutische kwaliteit dan met placebo (- 42,6 mm versus - 33,3 mm; p = 0,0008). Het verschil met celecoxib (-39,5 mm; p = 0,0087) daarentegen was niet statistisch significant.Soortgelijke resultaten wat de Lequesne-index betreft: significant sterkere daling met SC van farmaceutische kwaliteit dan met de placebo (respectievelijk (- 4,7 en - 3,7; p = 0,0231) en geen significant verschil met celecoxib (- 4,6; p = 0,0151). Zowel bij een per-protocolanalyse (de patiënten die daadwerkelijk de behandeling hebben gekregen) als bij analyse volgens het principe van intentie tot behandelen werden soortgelijke effecten gezien op twee andere eindpunten van de studie: het percentage patiënten met een minimale klinisch significante verbetering (MCII, Minimum Clinically Important Improvement, zijnde een daling met 20 mm op de VAS) en de maximale symptomatische belasting die voor de patiënten nog aanvaardbaar is (PASS, Patient Acceptable Symptoms State). In de studie werd geen significant verschil in bijwerkingen waargenomen tussen de drie behandelingsgroepen. Voor een correcte vergelijking van SC van farmaceutische kwaliteit en celecoxib werden de patiënten met een gastro-intestinaal of een cardiovasculair risico uit de studie geweerd.De onderzoekers concluderen dat SC van farmaceutische kwaliteit in een dosering van 800 mg/d de pijn even goed vermindert en de functie even goed verbetert als celecoxib en significant meer dan de placebo.