Wanneer er 24 uur na een miskraam of na een bevalling nog weefselrestanten in de baarmoeder aanwezig zijn, spreken we van zwangerschapsresten. De behandeling kent drie verschillende strategieën: een afwachtende houding, een medicamenteuze benadering, en een operatieve aanpak. Curettage is een mogelijke operatieve aanpak, maar zwangerschapsresten kunnen ook hysteroscopisch verwijderd worden. Twee technieken worden hiervoor gebruikt: de (koude) lisresectie en de morcellatie. Belangrijke doelstelling is het vermijden van het ontstaan van adhesies omdat deze leiden tot een mogelijk verminderde fertiliteit.

Een systematisch onderzoek van de literatuur, met als doel de invloed op de fertiliteit van deze verschillende behandelingen na te gaan, leidde tot twee gepubliceerde gerandomiseerde klinische studies en tot drie studies die momenteel nog lopen. Een studie van Fuchs onderzocht bij vrouwen met zwangerschapsresten een koude lisresectie al dan niet met het toevoegen van Oxiplex-gel. Het gebruiken van de gel leidde niet tot een significante verbetering van de fertiliteit.

Dr. Hamerlynck presenteerde ook een eigen onderzoek, waarbij 86 patiënten gerandomiseerd werden tussen de twee verschillende hysteroscopische technieken: koude lisresectie of hysteroscopische morcellatie. Wanneer als outcome de aanwezigheid van intra-uteriene adhesies bij een opvolg-hysteroscopie genomen werd, dan is er geen verschil tussen de beide technieken. Om het langetermijneffect van beide technieken te evalueren werd een opvolgstudie gestart bij dezelfde patiënten en werd retrospectief via een telefonische vragenlijst gepeild naar het aantal levendgeboortes.

Ook de tijd tot zwangerschap en het aantal zwangerschapscomplicaties werd op deze manier nagegaan. Na een opvolging van vier jaar bleek dat met beide technieken ongeveer 90% van de vrouwen met zwangerschapswens ook effectief zwanger werd. Er was een trend, die statistisch niet significant was (p = 0,09) tot meer levendgeboortes in de arm die met hysteroscopische morcellatie was behandeld, in vergelijking met koude lisresectie (89% versus 68%). Wat de complicaties betreft, werd een zeldzame uterusruptuur vastgesteld. Met beide technieken worden er 20% placentaire complicaties gezien.

Verder onderzoek is zeker nog aangewezen. Lopend gerandomiseerd onderzoek vergelijkt hysteroscopische morcellatie zowel met echogeleide vacuümcurettage als met monopolaire resectie.

T. Hamerlynck - Fertiliteit en zwangerschapsuitkomsten na verwijdering van zwangerschapsresten - 22° Nederlands-Vlaams Doelencongres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie, Rotterdam.

Wanneer er 24 uur na een miskraam of na een bevalling nog weefselrestanten in de baarmoeder aanwezig zijn, spreken we van zwangerschapsresten. De behandeling kent drie verschillende strategieën: een afwachtende houding, een medicamenteuze benadering, en een operatieve aanpak. Curettage is een mogelijke operatieve aanpak, maar zwangerschapsresten kunnen ook hysteroscopisch verwijderd worden. Twee technieken worden hiervoor gebruikt: de (koude) lisresectie en de morcellatie. Belangrijke doelstelling is het vermijden van het ontstaan van adhesies omdat deze leiden tot een mogelijk verminderde fertiliteit. Een systematisch onderzoek van de literatuur, met als doel de invloed op de fertiliteit van deze verschillende behandelingen na te gaan, leidde tot twee gepubliceerde gerandomiseerde klinische studies en tot drie studies die momenteel nog lopen. Een studie van Fuchs onderzocht bij vrouwen met zwangerschapsresten een koude lisresectie al dan niet met het toevoegen van Oxiplex-gel. Het gebruiken van de gel leidde niet tot een significante verbetering van de fertiliteit. Dr. Hamerlynck presenteerde ook een eigen onderzoek, waarbij 86 patiënten gerandomiseerd werden tussen de twee verschillende hysteroscopische technieken: koude lisresectie of hysteroscopische morcellatie. Wanneer als outcome de aanwezigheid van intra-uteriene adhesies bij een opvolg-hysteroscopie genomen werd, dan is er geen verschil tussen de beide technieken. Om het langetermijneffect van beide technieken te evalueren werd een opvolgstudie gestart bij dezelfde patiënten en werd retrospectief via een telefonische vragenlijst gepeild naar het aantal levendgeboortes. Ook de tijd tot zwangerschap en het aantal zwangerschapscomplicaties werd op deze manier nagegaan. Na een opvolging van vier jaar bleek dat met beide technieken ongeveer 90% van de vrouwen met zwangerschapswens ook effectief zwanger werd. Er was een trend, die statistisch niet significant was (p = 0,09) tot meer levendgeboortes in de arm die met hysteroscopische morcellatie was behandeld, in vergelijking met koude lisresectie (89% versus 68%). Wat de complicaties betreft, werd een zeldzame uterusruptuur vastgesteld. Met beide technieken worden er 20% placentaire complicaties gezien. Verder onderzoek is zeker nog aangewezen. Lopend gerandomiseerd onderzoek vergelijkt hysteroscopische morcellatie zowel met echogeleide vacuümcurettage als met monopolaire resectie. T. Hamerlynck - Fertiliteit en zwangerschapsuitkomsten na verwijdering van zwangerschapsresten - 22° Nederlands-Vlaams Doelencongres Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie, Rotterdam.