...

"Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen, zegt men. Maar dit gaat in de geschiedenisboeken als onze vierde keer. We waarschuwen al van in het begin van de vaccinatiecampagne dat mensen moeten blijven opletten. In september en oktober heerste er een sfeer van anything goes. Het virus is weg." Vooral in Vlaanderen, dacht men: we hebben een sterke vaccinatiecampagne gehad, die moet nu lonen? De vaccinatie loont op het vlak van de ziektelast, de ziekenhuisopnamen, de sterftecijfers. De vaccins werken beter dan we hadden verwacht. Bij crisismanagement moet je vooruitkijken. We werken planmatig - ook nu. Ons plan voor de campagne van de boosterdosis lag al in september-oktober klaar. Van in het begin van de campagne heb ik duidelijk gesteld dat we zoveel mogelijk de wetenschappelijke lijn willen volgen. De samenwerking van de Taskforce Vaccinatie met NITAG - de groep van vaccinatie-experts binnen de HGR - loopt uitstekend. We zijn proactief met de boostercampagne gestart, zodra de wetenschappelijke argumenten sterk genoeg waren. Internationaal gezien, tussen de landen met een goede vaccinatiegraad, zitten we vooraan in het peloton. Maar je geeft geen boosterprik als politiek signaal. In sommige Oost-Europese landen is maar de helft van de bevolking gevaccineerd, toch is men er heel snel begonnen met iedereen een derde dosis aan te bieden. De helft van de bevolking krijgt drie prikken - de andere helft is helemaal niet gevaccineerd. Het was in België toch de politiek die op een bepaald moment de knoop voor de boosters heeft doorgehakt? De politici hebben beslist wat wij hebben aangegeven, op het moment dat de tijd ervoor rijp was. Er was wat politiek opbod, zoals altijd. Maar we hebben snel ontzenuwd dat een derde prik de vierde golf zou tegenhouden. Onze ministers hebben de evidence-based lijn voor de vaccinatiecampagne wel gevolgd. Dat ligt me na aan het hart. Ik vind het erg leuk als ik een minister het woord evidence-based hoor gebruiken. De vraag om de Taskforce Vaccinatie te leiden kwam een jaar geleden, in november. Begin december 2020 hebben we ons plan uitgeschreven en tegelijkertijd zijn we het beginnen operationaliseren. We moesten de campagne op enkele weken tijd opstarten. De federale regering zelf was nog geen twee maanden oud. Die omstandigheden hebben niet geholpen. Had men mij in september opgebeld, dan was de start zeker vlotter verlopen. DeTaskforce is heel complex. Ze maakt deel uit van het federale commissariaat voor corona. Maar ze is tegelijk interfederaal, want de deelstaten zijn bevoegd voor de uitvoering van de vaccinatiestrategie. Meer voorbereidingstijd was goed geweest? Natuurlijk. In Duitsland waren ze al van in de zomer bezig en in september stonden de eerste vaccinatiecentra er al. Wij moesten in december onze blauwdruk nog opstellen. Daarvoor zijn we in Duitsland op werkbezoek geweest. Ik heb een groot netwerk, en dat heb ik geactiveerd. Het eerste echt grote vaccinatiecentrum dat in ons land openging was, denk ik, Spoor Oost in Antwerpen. Dat is het werk van dokter Jan Stroobants geweest. Jan, die u kent als urgentiearts, ken ik goed van vroeger. In Vlaanderen was het opzetten van vaccinatiecentra werk voor de eerstelijnszones, maar alle burgemeesters wilden wel een eigen vaccinatiecentrum. Op de vaak te kleine schaal van een gemeente. Dat ging nooit lukken - zeker niet met de moeilijke distributie van het Pfizer-vaccin. Konden we geen groot centrum opstarten, om te tonen hoe het moest? In januari heb ik Jan Stroobants gebeld. Hij is erin gevlogen. Nog geen drie weken later, begin februari, is het vaccinatiecentrum Spoor Oost gestart. Dat is een ongelooflijk huzarenstuk geweest. Maar overal in Vlaanderen heeft men sporthallen omgebouwd, tenten opgezet, dat is nooit gezien. Tijdens de pandemiecrisis heb je kunnen zien hoe mensen het beste van zichzelf hebben gegeven, boven zichzelf zijn uitgestegen. We hebben de vaccinatiecampagne gebouwd op wetenschap, op een systematische aanpak, maar ook op leiderschap. Er is de laatste jaren hard gewerkt aan opleidingen voor leiderschap door artsen. Maar in ons financieringssysteem is er nog altijd niets structureels ingebouwd voor leidinggevende functies, zoals een diensthoofd in het ziekenhuis. Ook in de eerste lijn trouwens. In de pandemie heeft de eerste lijn zeker een vooraanstaande rol gespeeld? Ongetwijfeld. Ik stond sceptisch tegenover eerstelijnszones. Ze hadden de juiste schaal voor het opzetten van vaccinatiecentra, maar ze hadden geen track record. De zorgraden stonden nog in hun kinderschoenen. Maar we hebben gezien dat het zeer goed gelukt is. In de zorgraden zitten ook huisartsen die vaak enorm veel tijd gestoken hebben in de organisatie van de centra. Financieel staat daar niets tegenover. We moeten dat debat openen. Er is een structurele verankering nodig in ons systeem voor leidinggevende artsen. Als je een analyse maakt voor heel België, welke zwakke en sterke punten komen dan naar voren? De campagne mikte op resultaten, en in absolute cijfers zit Vlaanderen aan de top. Wallonië heeft ook een goed resultaat, maar dat ging wat langzamer. Wallonië heeft de organisatie van de campagne op zijn eigen manier aangepakt. Vlaanderen werkte systematisch van de oudste groep naar de jongere leeftijden. En dat lukte: als je een Vlaming een afspraak geeft de volgende dag, dan staat hij daar. In Wallonië mochten mensen zelf een afspraak vastleggen. Het verliep wat losser, maar het lukte. Alle 65-plussers kregen dan ook sneller de mogelijkheid om een afspraak te maken. Maar achteraf gezien was dat voor dit gewest de goede keuze. Wallonië en Brussel werken gewoon anders dan Vlaanderen. Brussel blijft achterop. Momenteel bedraagt de vaccinatiegraad er wel 70% maar in de huidige epidemiologische situatie is dat niet genoeg. Brussel is cultureel enorm divers, en je hebt nog eens 19 afzonderlijke gemeenten. Bestuurlijk is dat verre van ideaal. Brussel heeft van alle deelstaten wel het meeste uitgeprobeerd. Er zijn vaccinatiebussen ingezet, ze zijn van deur tot deur gegaan,... Ze hebben grote inspanningen geleverd, al is het met minder rendement. Je kunt op het team van Inge Neven, en de anderen, geen kritiek geven. Er heerst meer twijfel bij de Brusselse bevolking - de mensen vertrouwen het nog minder? Mijn perceptie is dat het te maken heeft met de eerste lijn, die in Brussel onderontwikkeld is. Al kan ik dat wetenschappelijk niet hard maken. Je hebt 10 tot 20 jaar nodig om dat bij te sturen. Maar wanneer de pandemie voorbij is, wordt het wel weer business as usual, vrees ik. Je hoort ook vaak: ons land is te complex. Is dat voor de vaccinatie- campagne ook uw indruk? Of is het juist goed dat ieder gewest het wat op zijn eigen manier aanpakt? In een land als Denemarken, bijvoorbeeld, is een vaccinatiecampagne veel gemakkelijker op te zetten dan in een bestuurlijk complex land als het onze. Onze bestuurlijke complexiteit heeft wel één voordeel. Niet één minister van volksgezondheid en/of premier neemt de beslissingen. In sommige landen zag je toch wel impulsieve beslissingen over het gebruik van het vaccin of het versoepelen van maatregelen. Het voordeel van de complexiteit waar wij mee zitten is dat er toch wel altijd voor een stuk een discussie zit ingebouwd. Toen we in maart-april dit jaar het vaccinatietempo begonnen op te drijven om de hele bevolking tegen de zomer te kunnen vaccineren, kwamen de eerste meldingen van ernstige maar weliswaar zeldzame werkingen met het AstraZeneca-vaccin. Een aantal landen heeft toen onmiddellijk beslist te stoppen met dat vaccin. Onze ministers hebben ons advies ter harte genomen en de te volgen lijn gewikt en gewogen. We hebben een aantal voorzorgsmaatregelen genomen en altijd transparant gecommuniceerd over de bijwerkingen van het vaccin. Hadden onze ministers toen het hoofd niet koel gehouden en op een emotionele gereageerd zoals in nogal wat landen is gebeurd, dan hadden we onze doelstelling voor de zomer niet gehaald. Het hangt niet af van de impulsiviteit van één persoon? De kans dat toch een paar ministers luisteren, is natuurlijk groter. Bestuurlijk ga je een rationelere beslissing krijgen. Dat is een voordeel, maar dat weegt niet op tegen traagheid in de besluitvorming. Je hebt op een IMC niet alleen meer mensen rond de tafel, maar ook meer niveaus. Over de schouders van de ministers van de deelstaten kijkt ook de minister-president mee, en telkens een andere regering. In maart 2021 vertelde u dat u dacht wel een heel jaar met dit werk bezig te zijn. Hoe lang denkt u nu dat u dit nog gaat moeten doen? In maart waren we al aan het onderhandelen met de industrie over de levering van de boosterdoses in het najaar. Maar ik dacht nooit dat die dan voor de hele bevolking nodig zouden zijn. Ik dacht dat de vaccins wel een paar jaar goed zouden blijven werken. Ik had gehoopt dat we in het najaar ons plan zou hebben kunnen presenteren om de covidvaccinatie over te brengen naar de reguliere zorg en de eerste lijn. Dat de mensen hun boostervaccin op de klassieke manier bij de huisarts zouden krijgen. Wat 2022 in werkelijkheid gaat brengen, weet niemand. Hopelijk is er niet te snel een vierde dosis nodig maar dat is koffiedik kijken. Ik ga ervan uit dat dit nog drie tot vijf jaar een vervolg zal hebben. Moet er niet permanent een commissaris pandemie of taskforce pandemie komen? We weten dat deze pandemie nog even zal aanslepen, zelf in het best case scenario. En dan is het wachten tot er een nieuwe uitbreekt. Geen enkel land was hier klaar voor. We moeten het crisismanagement in de bestaande structuren inbedden, en wat mij betreft de pandemic preparedness niet in een apart commissariaat opsluiten. Maar dat vraagt u het best eens aan de coronacommissaris.