...

BVAS-erevoorzitter Marc Moens rekende het nog eens uit voor 2019. Tegelijk pleit hij voor het behoud van de contingentering. En de uitvoering van de adviezen van de Planningscommissie - inclusief het herstellen van het evenwicht ( (de 'lissage') vanaf 2024.Zoals dokter Jonas Brouwers vermeldt in zijn interview, zijn de cijfers voor het contingent over zes jaar, wanneer de nieuwe generatie studenten die dit jaar met de geneeskundeopleiding begint moet doorstromen naar de beroepsopleiding, nog niet in het Staatsblad gepubliceerd. De discussie daarover met de verschillende overheden die ons land telt, loopt nog. Uit verschillende bronnen horen we dat de contingentering voor 2026 eigenlijk op de tafel van de regeringsonderhandeling ligt - voor zover die er is.Artsen per bewonersDe vaststelling van dokter Moens is dat, hoewel klachten over een tekort aan huisartsen en andere artsen vooral in Franstalig België, te horen zijn,er hier in verhouding tot de bevolking meer erkende huisartsen en specialisten zijn dan in Vlaanderen.Het resultaat van Moens' berekening geven we in onderstaande tabel.Vooral Wallonië beschikt over een groter aantal (erkende) huisartsen. Brussel telt ook meer huisartsen dan Vlaanderen, maar het beschikt vooral over een veel groter aantal specialisten dan beide andere landsgedeelten.Relatief tekortHet tekort aan huisartsen is relatief, stelt dokter Moens. Het Riziv spreekt over een huisartsentekort wanneer er minder dan 1 huisarts is per 1.111 inwoners in verstedelijkte gebieden, en minder dan 1 huisarts per 800 inwoners in schaarser bevolkte gebieden.Huisartsen zijn er tekort in sommige streken en gemeenten. Vlaanderen heeft zich de laatste jaren erg in gezet om de ouder wordende populatie van huisartsen aan te vullen en op te volgen, stelt hij. Wallonië veranderde pas onlangs het geweer van schouder en legt nu op dat 42% van de basisartsen een beroepsopleiding voor huisartsgeneeskunde volgt."In Vlaanderen noch in Franstalig België is er in zijn geheel een tekort aan artsen. Enerzijds zijn er disciplines met een duidelijk teveel zoals chirurgie, gynaecologie, radiotherapie, radiologie, nefrologie .... maar anderzijds zijn er specialismen met tekorten zoal (kinder-) psychiatrie, pathologische anatomie, geriatrie, reumatologie , klinische biologie en oncologie", vat hij de situatie verder samen.