...

Voor auto-assemblagebedrijven klonk dit als muziek in de oren. Toyota omarmde het 'Taylorisme'. Ook in de gezondheidszorg sluipt Taylor binnen: grote auditing-kantoren duiken op in ziekenhuisgangen, gewapend met stopwatches, op zoek naar het optimale tijdsbestek van patient-arts interacties. Vragenlijsten en procedures worden gecreëerd, om de zorg te standaardiseren. Open vragen, vitaal om accurate klinische info te verkrijgen, ook over achterliggende angsten of de mind-set van de patiënt, moeten eruit. In de plaats komt: tick the box. Dit leidt tot onbegrip bij patiënten, die zo hun ei niet meer kwijt kunnen, terwijl de klok tikt. Gaat de vlieger van het Taylorisme in de gezondheidszorg op? Mochten patiënten auto's zijn, dan rijden we allemaal rond als tweedehandswagens van verschillende merken en jaren, met diverse combinaties van problemen, waarvan sommige al aangepakt door andere mecaniciens. Deze 'auto's' hebben ook allemaal verschillende meningen en voorkeuren over hoe, waar, wanneer... zelfs of ze willen geholpen worden. Het licht van de zon ontkennen hoeft natuurlijk niet. Gestandaardiseerde protocols deden het aantal ziekenhuisinfecties dalen, verbeterden de overleving bij urgenties als myocardinfarct en stroke, zorgden voor veiligere ingrepen,...: tijds- en efficiëntiewinsten werden op vele terreinen geboekt. Generalisatie van dit managementsprincipe blijft echter onmogelijk: het ontwarren van een ingewikkeld klinisch beeld, of een complex patiëntenverhaal vormt, in combinatie met tijdsdruk, een voedingsbodem voor foute conclusies,... en medische fouten. Gehaaste artsen zullen ook geneigd zijn minder rekening te houden met de voorkeur van de patiënt. Om over de 'enige juiste behandeling' nog te zwijgen... 'Scientific management' beloofde ook een toename aan vrije tijd voor de arbeiders. Vertaald naar de gezondheidszorg: efficiënte procedures zorgen voor bevrijding van de artsen en de verpleegkundigen. Helaas stellen velen de omgekeerde beweging vast: meer burn-out, en ontvluchten van ziekenhuispraktijken naar de vrijheid van privéconsultaties en gespecialiseerde poliklinieken. Anderen geven hun klinische praktijk op voor een administratieve of managementsfunctie. Zoals Taylor z'n fortuin heeft gemaakt door consultancy, zo floreert een booming business van accrediteringsorganismen, auditters, en kwaliteitsindicatoren. Er sluipt ook een opvallende hypocrisie in het wereldje van gepassioneerde aanhangers van efficiëntie en standaardisatie: ze willen voor zichzelf een andere zorg dan degene die ze aan anderen willen opleggen. Liever onbeperkte tijd en een individuele zorg in plaats van standaardinvullijstjes. Vanaf het eerste jaar geneeskunde krijgen de studenten het Taylorisme mee: ze leren de enige juiste en snelste weg naar diagnose en behandeling. Tijdens de stages ontdekken ze de werkelijke wereld en doorlopen een steile leercurve naarmate ze meer verantwoordelijkheid krijgen, met oog voor de rijke variatie waarin een mysterieus complex klinisch probleem verteld en beleefd wordt, met invloeden van afkomst, cultuur, intellectuele bagage, allemaal buiten dat vaste protocol. Het medisch Taylorisme startte met goede intenties: de patiëntenzorg en -veiligheid verbeteren. Vandaag gaat het te ver. We moeten durven onder ogen zien dat efficiëntie en standaardisatie soms wel, maar vaak ook niet de oplossing zijn. Goede zorg vraagt tijd, en veel pathologie kent geen unieke beste aanpak. Als het over de geneeskunde gaat, heeft Taylor misschien ongelijk: eerst de mens, dan het systeem?