...

Sinds begin dit jaar organiseert het Verbond der Belgische Specialisten (VBS) met de beroepsverenigingen regelmatig interdisciplinaire workshops over een herwaardering van de dagelijkse rechtstreekse patiëntencontacten. Dat gebeurt in parallel overleg met de overheid en het Riziv. Deze zeer uitgebreide oefening kadert binnen de nomenclatuurhervorming. Want uiteraard gaat het niet enkel over een herijking van technische prestaties. Evenzeer van belang is een evenwichtige aanpassing van de waardering en vergoeding van de dagelijkse werkzaamheden van artsen-specialisten. VBS-secretaris-generaal dokter Donald Claeys maakte een stand van zaken op en benadrukt het ultieme doel: een correcte waardering van specialistische consultaties en verwante activiteiten. Want het hoeft geen betoog dat persoonlijke patiëntencontacten belangrijk zijn en cruciaal in het beroepsleven van de arts-specialist. Het VBS wil tot gradaties komen in het waarderen van de zwaarte van geleverde prestaties. Dat gaat net zo goed over raadplegingen en tussenkomsten van specialisten bij de opname(-planning) en het ziekenhuisverblijf als over het 'wegen' van het bijhorende dagelijks toezicht op de patiënt - de persoonlijke contacten, notities, voorschriften. Nieuw is de gestegen aandacht voor teamwork, de uitwerking van een (eventueel) stappenplan na ontslag en de correcte waardering van extramurale specialistische activiteiten. Eveneens nieuw is de waardering voor 'clinical leadership' per dienst of zorgprogramma, los van de individuele patiëntencontacten. Concreet impliceert dit een honorering voor het werk van het medisch diensthoofd. De werkgroep tracht de dagelijkse situatie van de arts-specialist zo goed mogelijk in te schatten. Uitgangspunt is de - naar België aangepaste - methode van de American Medical Association (AMA) om prestaties te waarderen. Het VBS analyseerde de verschillende patiëntgeoriënteerde contacten ten gronde. Uiteindelijk nam men als criteria mee: tijd (complexiteit), relatieve waarde (relative value unit) en percentage van een bepaalde prestatie ten opzichte van de totale beroepsactiviteit. Na intercollegiaal overleg ging men per specialisme de verhouding na tussen korte en lange patiëntencontacten in de dagelijkse beroepsactiviteit. Finaal kwamen er na bijkomend overleg nog een aantal criteria bij: serieel multidisciplinair overleg per opname (bijvoorbeeld geriatrie), serieel consult per opname (bijvoorbeeld diabetes), het interdisciplinair consult en transmurale zorg gekoppeld aan een lange termijn care-plan. Een verdere uitwerking is nog nodig voor teleconsultaties en -expertise. Een vergoeding voor het (adjunct-)diensthoofd wordt voorzien in functie van zwaarte en complexiteit van de dienst. En ziekenhuisopnames en het ontslagrapport tot slot zijn nog te ontwikkelen waarderingen van de dagelijkse medische activiteit. Niet alle beroepsverenigingen vulden al het hele rooster in, sommigen vroegen wat uitstel. Consensus is er alleszins dat het met de natte vinger opstellen van een gemiddelde heel moeilijk ligt. Desondanks is men het eens over een aantal hoofdlijnen. Zo varieert een inschatting van de frequentie van het aantal contacten binnen eenzelfde specialisme sterk naargelang specifieke expertise en taakverdeling. Zo doen sommige neurologen binnen eenzelfde dienst veel consultaties terwijl anderen vooral technische prestaties verrichten. Sommige gynaecologen richten zich vooral op chirurgie, anderen meer op verloskunde. Een constante is dat chirurgische consultaties overwegend kort zijn en raadplegingen in inwendige en fysische en revalidatiegeneeskunde minstens een half uur duren. En uiteraard zijn er per specialisme verschillen in de verhouding tussen consultaties en totale beroepsactiviteit. In chirurgie maken raadplegingen 20 à 30% uit van de beroepsactiviteit terwijl dit in interne geneeskunde tot meer dan 50% kan oplopen. Ziekenhuisopname-planning - en het document dat opname en traject uitlijnt -, opvolgen van ziekenhuispatiënten, het consult aan bed en multidisciplinair overleg zijn extra te waarderen activiteiten. Ook het ontslagdocument vergt een vergoeding. Voorts is er over de specialismen heen consensus dat elke ziekenhuisarts zijn patiënt dagelijks opvolgt. Dat en de bijhorende voorschriften en notities moeten vergoed worden. Uiteraard is er wel variatie in de tijdsduur en de contacten bij het dagelijkse toezicht van opgenomen patiënten. Er is ook een betere waardering nodig voor specifieke activiteiten zoals in het geriatrisch dagziekenhuis. Vastgesteld wordt ook dat in pediatrie de frequentie van langer durende, zeer complexe, consultaties zeer uiteenlopend kan zijn. Een heldere consensus over alle specialismen heen is er ook over de 'activiteitsduur' als meest determinerende waarderingselement. De waardering van eenzelfde raadpleging moet ook eenduidig zijn, ongeacht wie ze uitvoert en waar ze plaatsheeft. Wel varieert de frequentie uiteraard naargelang het specialisme. En korte consultaties worden minder gewaardeerd dan hele lange. De modaliteiten om teleconsultaties te waarderen, liggen nog niet vast. Verschillende specialismen vinden dit vooral nuttig om het opvolgen van patiënten te faciliteren. Ook voor de interdisciplinaire concertatie rond een individuele patiënt zijn nog toepassingsregels nodig. Wel is er principieel consensus over een aparte waardering voor de coördinator van het multidisciplinair platform en voor het medisch diensthoofd. Ook hiervoor liggen de modaliteiten echter nog niet vast. Last but not least is het budget uiteraard een gevoelig punt. Het VBS is van oordeel dat de toestand niet kan verbeteren binnen het "huidige onwrikbare gesloten budget". Er is dus nood aan bijkomend geld. Hoeveel extra valt realistisch in te schatten. Eens de verhouding tussen langdurige en korte consultaties vastligt, kan het Riziv per discipline een kostenschatting maken aan de hand van het totaal aantal gefactureerde consultaties. Men voorziet de waarderingsquota van een tarifering, het aantal ziekenhuisopnames en ligdagen per ziekenhuis is immers bekend. Hoe dan ook, het VBS benadrukt dat zelfs met relatief beperkte extra middelen een correcte waardering van consultaties en aanverwante verstrekkingen zeer positief is voor arts en patiënt.