Kafka is weer helemaal terug van nooit weg geweest, zo bewijzen twee sterk parallelle casussen. In de zorg, zeker tijdens de pandemie, waren en zijn er vele helpende handen te kort. De kernactiviteit van artsen is mensen genezen en dat doen ze dus ook waar mogelijk. Zelfs als ze daarmee in eigen vel snijden.

Eerste voorbeeld. In deze editie getuigt een arts over de administratieve lijdensweg na een ziekteperiode. De zelfstandig werkende dokter X wil zo snel mogelijk weer deeltijds aan de slag. En dat mag niet... Of toch niet zonder toestemming van de adviserende arts van het ziekenfonds. Een afspraak regelen, neemt echter al snel vijf weken in beslag. Omdat dokter X ondertussen toch blijft verder werken, wordt voor die periode de ziekte-uitkering ingehouden. Straf. Nog straffer is dat dit bij loontrekkenden niet het geval is. Zij hebben geen toestemming van de adviserende arts nodig om na ziekte terug deeltijds aan de slag te gaan. On-be-grij-pe-lijk.

Welke politicus bedenkt zoiets?

Tweede casus. In januari kreeg een jonge huisarts van de CM te horen dat ze geen uitkering voor moederschapsrust (AK 2700) ontvangt. Ze was immers de week voor de uitgerekende bevallingsdatum blijven werken. En om de dooie dood, ze had moeten stoppen. Op eigen houtje besliste de CM haar hele uitkering in te houden. De mediaheisa zorgde ervoor dat deze arts uiteindelijk enkel haar uitkering kwijtspeelde voor de week dat ze werkte, niet voor de hele periode. Straf. Nog straffer is dat ook hier de gunstige regeling voor werknemers werd toegepast op een zelfstandig werkende arts.

On-be-grij-pe-lijk. Een onderscheid maken tussen bedienden en zelfstandigen is moeilijker dan een eenduidige regeling uit te werken. Waarom doet men dat dan? Welke politicus bedenkt zoiets? Parlement(en), regering(en), minister(s): doe hier wat aan. Nu! Niet seffens, niet direct, niet subiet, niet weldra maar nu.

Kafka is weer helemaal terug van nooit weg geweest, zo bewijzen twee sterk parallelle casussen. In de zorg, zeker tijdens de pandemie, waren en zijn er vele helpende handen te kort. De kernactiviteit van artsen is mensen genezen en dat doen ze dus ook waar mogelijk. Zelfs als ze daarmee in eigen vel snijden. Eerste voorbeeld. In deze editie getuigt een arts over de administratieve lijdensweg na een ziekteperiode. De zelfstandig werkende dokter X wil zo snel mogelijk weer deeltijds aan de slag. En dat mag niet... Of toch niet zonder toestemming van de adviserende arts van het ziekenfonds. Een afspraak regelen, neemt echter al snel vijf weken in beslag. Omdat dokter X ondertussen toch blijft verder werken, wordt voor die periode de ziekte-uitkering ingehouden. Straf. Nog straffer is dat dit bij loontrekkenden niet het geval is. Zij hebben geen toestemming van de adviserende arts nodig om na ziekte terug deeltijds aan de slag te gaan. On-be-grij-pe-lijk. Tweede casus. In januari kreeg een jonge huisarts van de CM te horen dat ze geen uitkering voor moederschapsrust (AK 2700) ontvangt. Ze was immers de week voor de uitgerekende bevallingsdatum blijven werken. En om de dooie dood, ze had moeten stoppen. Op eigen houtje besliste de CM haar hele uitkering in te houden. De mediaheisa zorgde ervoor dat deze arts uiteindelijk enkel haar uitkering kwijtspeelde voor de week dat ze werkte, niet voor de hele periode. Straf. Nog straffer is dat ook hier de gunstige regeling voor werknemers werd toegepast op een zelfstandig werkende arts. On-be-grij-pe-lijk. Een onderscheid maken tussen bedienden en zelfstandigen is moeilijker dan een eenduidige regeling uit te werken. Waarom doet men dat dan? Welke politicus bedenkt zoiets? Parlement(en), regering(en), minister(s): doe hier wat aan. Nu! Niet seffens, niet direct, niet subiet, niet weldra maar nu.